Pagina:Arnhemsche Courant no 4264.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

ARNHEMSCHE COURANT

Prijs per 3 maanden / 4.40, fr. p. p. f 5.00;

SPO O RW EG EN van A rnhem naar

prijs der Advertcntiën f 0.20 per gewonen regel en f 0.45 voor zegelregt en een N°. der Courant. Bui eau Weezenstraal, Arnhem. Brieven franco.

U tr e c h t enz. 6.35. 9.05. 10.10.12.05. 2.50. 5.50. E m m erik enz. 6.40. 10.—. 2.10. 4.40. 9.15. Z u tp h en enz. 8.— . 9 56. 2.15. 4.45. 7.25. 10.—.

N°. 4264. Donderdag- 21 November 1867.

Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Binnenland.

ABNHEM, 20 November. De heer J. H. Gunning te 's Gravenhage heeft aan de evangelie-belijders in de tweede kamer een open brief gerigt, waarin hij hun op het hart drukt de schoolwet -agitatie toch levendig te honden. Het boekske moge het uitvloeisel zijn eener diep gevestigde overtuiging, inhoud en vorm beantwoorden aan het genre, dat als uitzondering tegenover alle andere genres gesteld is. 't Is verward tevens en men moet waarschijnlijk het „geestes-oog" hebben , hetwelk deze predikant aan de evangelie -belijders-volksvertegenwoordigers toeschrijft om de juiste kracht te begrijpen van hetgeen de schrijver aan het slot zegt: n De heilige naam (van den Heer der gemeente) kan op tweeërlei wijze gelasterd worden , waarvan de tweede erger dan de eerste is. Zijne vijanden kunnen hem voor dood verklaren : doch daarmede zal lachen , die in den hemel woont. Maar zijne vrienden kunnen aanleiding geven dat die Naam krachteloos worde verklaard; en welke gevolgen zal dat hebben ?" Men moet uit dezen vorm vermoedelijk afleiden , dat die gevolgen minder vrolijk zullen wezen dan die van dc eerste casus positie , maar voor de zaak van het onderwijs zal het toch wel hetzelfde wezen. Het geschriftje zal weinig uitwerken ; het geeft alleen blijk dat de dominés nu weder openlijk als raadgevers in staatkundige zaken optreden en Nederland is er nooit wel bij gevaren wanneer van die zijde aan de teugels van 't bewind werd getrokken. De rede van de koningin van Engeland, die de trits der eerste troonredevoeringen voltooit, is, in tegenstelling van die der vorsten v?.n Pruissen en Frankrijk, belangrijker dan men venvacht had. Het parlement is slechts bijeengeroepen om den oorlog goed te keuren met Abyssinie , die feitelijk reeds is aangevangen. Maar bij deze gelegenheid maakt de koningin ook melding van de gebeurtenissen in Italië. Vooreerst verklaart zij openlijk , dat de vrijwilligers , die Rome aangetast hebben, niet gehandeld hebben op gezag van den koning van Italië en alzoo de heer Antonelli, die beweerde, dat koning Victor Emmanuel die vrijwilligere slechts tot eene voorhoede van zijn leger heeft gemaakt, onwaarheid sprak. In de tweede plaats drukt zij den wensch uit, dat keizer Napoleon zijne troepen spoedig uit Bome zal terugroepen om elke aanleiding tot misverstand tusschen Italië en Frankrijk weg te nemen. Die enkele zinsnede zegt wel is waar niet veel, maar juist omdat daarbij niets gevoegd wordt omtrent Napoleons voorstel tot het houden eener conferentie, is zij van gewigt. Het engelsche gouvernement beschouwt de zaak uit het ware oogpunt: als eene italiaansche zaak die de Italianen onderling moeten regelen, en waartoe dus geene conferentie vereischt wordt. Volgens eer. particulieren telegram, aan de N. R. C. medegedeeld , is de invoer van vee uit Nederland in Engeland vrijgesteld. De provincie Zuid-Holland is daarvan echter vooralsnog uitgesloten. * De minister van finantiën, maatregelen willende cemen tot intrekking van zilveren pasmunten en muntbiljetten, die door veelvuldig gebruik als anderzins in zoodanigen staat zijn gebragt, dat zij niet meer geschikt kunnen worden geacht om in omloop te blijven, heeft de onder zijn departement behoorende rekenpligtigen verzocht, de ten Ininnen kantore ontvangen wordende stukken van 25, 10 en 5 cents even als de muntbiljetten, die in bovengenoemde termen vallen, af te zonderen en buiten omloop te houden. * Naar wij vernemen heeft de minister van finantiën goedgevonden, te bepalen, dat zoogenaamde „extincteurs" voor de toepassing van het tarief van regten, naa r hunne bestemming kunnen worden gerangschikt °nder „brandspuiten." * Zondag avond zijn de kleederen van de huisvrouw ?an den schrijnwerker J. Jansie in de Langstraat terwijl Z1 J voor den kagchel in slaap was gevallen, in brand geraakt en heeft zij dientengevolge belangrijke brandwonden bekomen. Gisteren is zij aan de bekomen wonden overleden. * Deventer, 19 nov. De heden bekend geworden litslag van de verkiezing voor een lid van den gemeenteraad is dat de heer mr. J. H. van Delden verkozen 13 met 456 van de 612 uitgebragte stemmen , waarvan heer dr. J. van Vloten er 152 op zich vereenigde,

terwijl slechts vier andere personen ieder ééne stem kregen. Bij de voorgaande verkiezing verkreeg de heer van Vloten 119 stemmen* Harlingen, 18 nov. Tegen de kerkelijke verkiezing , hier onlangs gehouden, zijn twee protesten ingekomen, het eene de vernietiging der stemming eisehende op grond dat er geen officieel gearresteerde lijst van stembevoegden tot leiddraad der tinndelingen van den kerkeraad heeft gelegen, het andere denzelfden eisch doende, aangezien adressant meent dat onwettig het regt tot medestemmen is geweigerd , terwijl een gealimenteerde wel ter stembus is toegelaten, van welk feit drie bijlagen als bewijsstukken zijn overgelegd. — Ten gevolge van de vele klagten over de thans bestaande dienstregeling ,op den spoorweg Harlingen— Groningen, zal eerlang eene wijziging worden gebragt in de uren van vertrek. Het plan schijnt te bestaan die verandering vooral in te voeren voor den vrijdag. Het is dan ook inderdaad aardig te zien , hoe druk de landlieden weer eigen rijtuig gebruiken om zich uit Franeker en omstreken naar de hoofdstad te begeven. Te Groningen heeft men in den nacht van 13 op 14 november van 4 ure tot 6 '/ t ure 85 vallende sterren gezien. De meesten kwamen uit een punt van het sterrebeeld de Groote Leeuw. * 's Hertogenbosch , 19 nov. Gisteren kwam eene vrouw uit Oss , 63 jaren oud , zich bij de politie alhier aangeven als te zijn de daderes, die in den avond van den l lden dezer in die gemeente het huis in brand gestoken heeft van haren buurman V., waardoor dit huis met bijna de geheele boedel is vernield. Tot reden daarvan gaf zij op, dat haar man in ongeoorloofde betrekking stond tot de vrouw van V. Zij is in heehtenis genomen en de zaak wordt onderzocht. — Onder het getal jongelingen, dat gisteren van hi^r de reis aannam naar Bome, om als zouaaf in dienst van den paus te treden, was er een die vroeger zeeman was en tot de hervormde godsdienst had behoord. Slechts 2 dagen vóór zijn vertrek omhelsde hij het katholicisme. Voor eenigen tijd hebben wij melding gemaakt van de aanvrage om concessie door de heeren Verster en van Meukeren voor eene spoorweglijn Boxtel-Cleve. Naar aanleiding van de toelichting door de aanvragers bij hun plan gegeven , wezen w ij op de voordeelen aan den aanleg dier lijn verbonden. De kamers van koophandel van Breda, Tilburg en Eindhoven hebben zich thans met adressen tot den minister van binneplandsche zaken of tot de staten der provincie Noord-Brabant gewend om het belang, hetwelk de handel bij deze spoorwegverbinding heeft, te betoogen. De redenen van aanbeveling, door deze ligchamen aangevoerd, bewijzen dat de ontwerpers van het plan goed hebben gezien toen zij hunne aandacht op deze verbinding vestigden. Men schrijft uit Brussel aan het Ubl. dd. 17 nov.: „Eene commissie, bestaande uit een kolonel en een kapitein der genie van het ncderlandsche leger, heeft dezer dagen, op last van den minister van oorlog, den generaal van den Bosch, den onlangs door de heeren Montigny en Christophe alhier uitgevonden „mitrailleur" in oogenschouw genomen en onderzocht. Gisteren is dit wapentuig beproefd in de koninklijke manége alhier in bijzijn van den koning en den minister van oorlog, die hur.ne bijzondere tevredenheid te kennen gaven vooral over de hoogst eenvoudige zamenstelling. „Men stelle zich voor een gewoon kanon intusschen met 19, 31 of 37 loopen (al naar gelang van het kaliber). De loopen zijn getrokken en aan de achterzijde open. Achter deze openingen wordt door een der drie manschappen, die het stnk bedienen, een ijzeren plaatje bevestigd, in hetwelk zich even veel gaten bevinden als het stuk loopen telt. In ieder gat van de plaat (beweegbare cu las) bevindt zich een patroon. Achter aan het kanon bevinden zich twee horizontale stangen, die als geleiders dienen voor eene beweegbare electrische batterij, welke op hare beurt aan de achterzijde van een hefboom is voorzien. Door dezen hef boom naar beneden te drukken brengt de tweede der manschappen de batterij naar voren tegen de culas met de patronen. Het stuk is alsdan geladen en tevens van achteren gesloten. In de batterij bevinden zich met het aantal loopen overeenkomende en met deze corresponderende punten. Het stuk moet nu nog door den derden artillerist gelost worden. Deze brengt daartoe eene, kruk in beweging, welke zich aan eene der zijden van de batterij bevindt. Naar gelang der snelheid waarmede hij dat

doet worden de schoten achtereenvolgens of te gelijk gelost. Zoodoende kunnen in ééne minuut 150, 250 of 300 schoten worden gedaan. Dit hangt natuurlijk af en van het aantal loopen van den mitrailleur èn van de wijze waarop met de kruk wordt gewerkt. Bij de gisteren genomen proefnemingen werden 100 patronen verschoten zonder dat een enkele weigerde. Te Berlijn, Petersbnrg, Weencn en Dresden werden echter scherpe patronen gebruikt en met hetzelfde gevolg op ieder dier plaatsen telken male 11,000 schoten op een afstand van 1200 a 1300 ellen gelost. De russische regering heeft dan ook onmiddellijk twee mitrailleurs besteld, de zelfde die bij het onderzoek der nederlandsche commissie en bij de gisteren genomen proefnemingen hebben gediend." Emile de Girardin geeft in zijn blad la Liberté het volgende „hoofdartikel" over de troonrede van keizer Napoleon: „De rede is lang; zij bevat nogtans niets meer dan de volgende vier woorden : „Gewapende vrede. „Onderdrukte vrijheid." Wij leven in den tijd der herdrukken en het pleit noch tegen de schrijvers noch tegen de lezers dat de herdrukken hun weg vinden. Zou evenwel de gissing gewaagd zijn dat vele van die herdrukte werken regelregt van den boekverkooper, door wiens bemiddeling men ze ontving, naar de plank in de boekenkast zijn gegaan en de eigenaar er niet veel meer van gezien heeft dan den rug of misschien een paar bladzijden, waar het deel het eerst openviel. Maar men heeft nu zijn Vondel, zijn Tollens, zijn Bilderdijk, zijn van Lennep, zijn Cats, zijn Marryat en wie er verder de onderscheiding van herdrukt te worden ten deel viel.

Huct heeft het eens zeer teregt beweerd dat er van de zooveel duizend, die de komplete werken van Bilderdijk gekocht hadden, geen enkele, neen geen enkele was, die zijn exemplaar had uitgelezen. Menigeen was er aan begonnen, maar niemand had het voortgezet. Zoo zal het ook wel met Vondel en Cats zijn gegaan; zelfs van den „kompleten” van Lennep vreezen wij dat in verhouding tot het aantal van hen, die hem kochten, het getal der lezers niet de meerderheid uitmaakt.

Dat dit eveneens het geval zou wezen met de Dickens-editie, welke thans bij den heer H. A. M. Roelants te Schiedam verschijnt, betwijfelen wij echter. — De wijze van uitgave, afleveringen van slechts vier vel, en het gemakkelijke kl. in-octavo formaat, werken er toe mede om de lezing te ondernemen, maar bovenal de boeijende inhoud der werken van den meest humoristischen auteur van onzen tijd, den uitvinder zouden wij hem bijna noemen van het genre, dat zoo vele navolgers, maar zoo weinige gelukkige beoefenaars telt, spoort tot de lezing aan. Er is maar één Charles Dickens, die geest en gevoel weet zamen te voegen, die nooit laf en nooit — in de gedachte — onwaar is; wiens personen en toestanden, ofschoon bijna uitsluitend aan de engelsche maatschappij ontleend, zoo menschelijk en natuurlijk zijn, dat men overal de waarheid er van gevoelt. Hoe veel Dickens ook schreef, nooit vermoeit hij ons met de wederopvoering van hetzelfde beeld; nooit heeft hetzelfde model tweemaal voor hem geposeerd, en zelden zal men denzelfden toestand herhaald vinden. En toch blijft Dickens altijd binnen den kring der zamenleving, die wij voor onze dochteren niet behoeven af te sluiten en wordt geen enkele belijdenis in zijne werken beleedigd. Elke klip der populariteit vermijdende, vereenigt hij alles in zich om in elken stand en zelfs onder elken leeftijd lezers te vinden, en met waar genoegen zagen wij dan ook weder aan het hollandsch publiek de gelegenheid gegeven om Dickens’ werken, die nooit verouderen zullen, te lezen of te herlezen. De matige prijs — ƒ 22.50 voor deze bijna complete editie — waarborgt het succès.

„Bijna” complete zeggen wij; maar wij vertrouwen dat de heer Roelants ons later ook de kersvertellingen, Londen en Parijs en andere werken, die in deze uitgave niet zijn opgenomen, op dezelfde wijze bezorgen zal.



Groote ingenomenheid met onze prachtjaarboekjes gevoelen wij niet. Misschien wel omdat zij eenige jaren lang door de kritiek werden gekozen om de auteurs eens duchtig onder handen te nemen en de onschuldige en kleine bijdragen die er in voorkwamen tot het mikpunt te maken eener heftige, ofschoon vaak niet onjuiste kritiek. Niet lang geleden is zelfs een van de jaarboekjes onder de slagen bezweken. Het aantal dier boekskens is thans verminderd; eigenlijk telt men er slechts één meer, de Castalia , en daargelaten wat latere jaargangen zullen leveren, verdienen de twee eerste zeker den dood nog niet. Al ware het alleen om de Balladen van Ten

Kate, liet Liedjt van beginselen van Elliot Boswel, het Maartveld van Marten Westerman, Ouderliefde van mevrouw Hijmans -Hertzveld en het verhaal van van Lennep , Een wakker man , verdient deze tweede jaargang ten volle den prachtband, terwijl ook de plaatjes hem regt geven op eene plaats in de salons. Dat de prachtalmanakken staalkaarten zouden zijn var. onze letterkunde gelooven we niet; dan zoa elk moeten- geven wat hij het beste had; nu geeft men wat men heeft en den eenen tijd is de auteur en de dichter gelukkiger dan den anderen. De vier genoemde medewerkers zijn dit jaar het gelukkigst geweest en het zou te betreuren zijn, als hunne bijdragen niet algemeen werden gekend. Als de prachtjaarboekjes zijn als dit, houden zij op eene boekverkoopers-speculatie op den Sint-Nikolaasdag te wezen; zij zijn dan lofwaardige bijdragen voor onze letterkunde. Wederom hebben wij aan den onvermoeiden geschiedvorscher Theod. Jorissen een werk van groote waarde voor onze geschiedenis te danken, een werk tevens, dat wel tot de moeijelijkste behoort, omdat de geschiedenis , die er in behandeld wordt, ter naauwernood nog onder het verleden kan worden gerangschikt. Bij den heer J. B. Wolters te Groningen verscheen van zijne hand De omwenteling van 1813 bijdragen tot de geschiedenis der revolutie, een studie over een tijdvak , dat, ofschoon aan het tegenwoordige grenzende en er naauw mede zamenhangende, toch nog maar al te weinig wordt gekend en begrepen. Dien chaos, waaruit onze tegenwoordige staatkundige toestand is ontstaan, eenigzins te ordenen, is een reuzentaak, waarvoor men niet enkel ijver maar ook degelijke studie en een scherpen blik behoeft. Daartoe wordt meer gevorderd dan het aaneenlasschen van bekende en onbekende bescheiden. De kritische geest van den geschiedschrijver is er toe noodig, meer nog dan voor eenig ander tijdperk, ook omdat juist die stukken , welke eene gissing tot waarheid kunnen maken , ter wille van nog levenden teruggehouden werden, of soms de sympathie voor dezen of genen persoon of rigting zoo ligt het oordeel kan misleiden. De omwenteling van 1813, door Jorissen voorgesteld, krijgt een eenigzins ander karakter dan men daaraan door opgewonden lofredenaars of niet geheel vrije geschiedschrijvers toegekend heeft, en wie het rijke werK, ons thans gegeven , doorbladert, vindt op menige bladzijde feiten , die men geheel anders gehoord en geloofd had. Te regt zegt de schrijver dan ook zelf: „De traditie luidt zoo geheel anders en de kritiek was zoo onverbiddelijk voor de sympathien." Hij gevoelt daarom dat hij zich niet met bijval zal kunnen vleijen — bijval namelijk van den zoogenaamden warmen vaderlander die de logen der traditie boven de waarheid van het feit stelt. „Ieder volk heeft zijn heroën, de'maunen, waarmede het afgoderij bedrijft, en naarmate de tegenwoordige toestand van eene natie meer geschikt is om tot nederigheid te stemmen, naar die mate klemt men zich hechter aan de groote namen van het verleden vast. Doch geen waarachtig leven kan op onwaarheid zijn gegrond. Een volk wordt niet krachtiger omdat het groote mannen in vroeger dagen heeft bezeten. Slechts de tegenwoordige werkzaamheid bouwt de toekomst." Uit de enkele regels, die wij citeerden, blijkt genoeg welken geest dit werk ademt, waarvan de kenspreuk was, het woord dat de schrijver aan het slot der inleiding bezigt: „Niet de dwaling, maar de waarheid wensen ik te bevorderen." Mogt er menige illusie door verloren gaan, wij zouden dit werk om alle oranje-liederen en oranjehoven-brochures niet willen missen en wij zijn zeker, dat de lezer met ons dit gevoelen deelen zal. Van den vijfden druk van Bardelebens Lehrbucli der. Chirurgie verscheen voor eenige weken bij den heer J. B. Wolters te Groningen eene vertaling, bewerkt door de heeren dr. W. K. M. van Leeuwen van Duivenbode en dr. C. van Wicheren, officieren van gezondheid 2de klasse. De namen van de bewerkers zijn gunstig bekend, gelijk trouwens ons korps officieren van gezondheid schier zonder uitzondering met lof genoemd wordt. Wanneer zij hunne keuze vestigen op een buitenlandsch werk over hun vak , om dit in het hollandsch over te brengen, dan mag men aannemen, dat zij eene goede keuze doen, en Bardelebens werk staat dan ook volgens bevoegde beoordeelaars, zoowel wat het theoretische als praktische betreft , geheel op de hoogte van den tegenwoordigen tijd, en bevat het zonder wijdloopig te zijn elles wat de toekomstige heelkundige behoeft voor eigene studie om zich voor zijn theoretisch examen in de heelkunde geschikt te maken. Dat aan zoodanig werk behoeft bestaat blijkt genoeg wanneer men de meest bekende leerboeken der chirurgie, die in onze taal zijn overgezet, vergelijkt: Chelius, Gross, Pitha en Billroth, enz. zijn verouderd of voldoen niet ten volle aan de eischen voor een volledig handboek. Door deze uitgave is er in voorzien, en de nette uitvoering , met de houtsneden in den tekst, gepaard aan den betrekkelijk geringen prijs (ƒ 3.90) zal zeker bijdragen om ook dit werk zijn weg te doen vinden. Met genoegen maken wij melding van eene andere uitgave op een geheel ander gebied, eveneens van den heer Wolters: het Orgelmagazijn , verzameling van orgelcomposilien, door J. Worp , van wien wij reeds de fraaije compositien bij de zingende kinderwereld ontvingen. Even als deze getuigt ook het Orgelmagazijn voor het muzikaal talent van dezen componist, wiens onderwijs aan de rijkskweekschool voor onderwijzers daarvan reeds zoo menig blijk gegeven heeft. * Er wordt wel eens en teregt geklaagd over gebrek aan geschikte werkjes om onze jongelieden, zoowel meisjes als jongens, met de noodige ambitie aan het lezen in de vreemde talen te krijgen. Niemand zal beweren dat dit eene onverschillige zaak is en velen zullen hunne beste poginge i op dat punt hebben zien schipbreuk

lijden. De verhalen , welke men jongelieden van 12 a 15 jaar niet behoeft op te dringen, maar die zij elkander als mooi aanbevelen , moeten een zeer bijzonder gelukkigen toon aanslaan en zijn daarom schaarsch te vinden. Dat zij bestaan heeft de heer Zwaardemaker bewezen , die te Deventer een nieuw tijdschrift voor de jeugd , Trio , journal amusant en trois langues heeft uitgegeven , dat maandelijks uitkomt, en dat in een sierlijken vorm en goeden stijl verhalen in drie talen bevat zooals onze jongelieden die gaarne lezen en gerust mogen lezen en waarvan wij de ruime verspreiding zooveel mogelijk durven aanbevelen.