Naar inhoud springen

Pagina:Caesar, Gallische oorlog (vert. Doesburg, 1894).pdf/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

torix, dat het niet moeilijk voor hen was hun voornemens uit te voeren, want hijzelf zou het opperbevel over zijn volk krijgen, en de Helvetiërs waren ongetwijfeld de machtigste Gallische stam; beiden wilde hij, zoo verzekerde hij, met al zijn hulpmiddelen en zijn leger de koninklijke heerschappij verschaffen. Na deze rede gaven zij elkander hun woord en bekrachtigden het met een eed. Zij hoopten, zoodra zij de heerschappij in handen hadden, door middel der drie machtigste en krachtigste volken geheel Gallië te kunnen onderwerpen.

4. Door verraad kwamen de Helvetiërs achter deze plannen. Zij dwongen Orgetorix, geboeid, zooals bij hen gebruikelijk is, zich te verantwoorden. Werd hij veroordeeld, dan moest de straf van den vuurdood hem ten deel vallen. Op den dag voor zijn verdediging vastgesteld riep Orgetorix al zijn hoorigen, ongeveer tien duizend menschen, van alle kanten bijeen naar de rechtszitting, werwaarts hij ook al zijn leenmannen en zijn schuldenaars, die hij in grooten getale had, liet komen. Door middel van hen onttrok hij zich aan de verantwoording. Ten zeerste daarover verstoord trachtte de burgerij haar recht met de wapenen te doen gelden, en de overheidspersonen riepen het landvolk in massa op. Daar stierf Orgetorix, en het vermoeden ligt voor de hand, zooals de Helvetiërs zelf meenen, dat hij zich van kant heeft gemaakt.

5. Na zijn dood trachtten de Helvetiërs niettemin het eenmaal genomen besluit, om hun grondgebied metterwoon te verlaten, uit te voeren. Toen zij meenden de noodige voorbereidende maatregelen te hebben getroffen, legden zij al hun steden, ongeveer twaalf in getal, hun dorpen, omtrent vierhonderd, en verder alle alleenstaande woningen in de asch; al het koren, behalve wat zij met zich wilden voeren, verbrandden zij, ten einde, als de hoop om