onverwachts in het gebied der Nerviërs, nam, voor zij zich vereenigen of vluchten konden, veel vee weg en veel menschen gevangen, welken buit hij aan de soldaten overliet, verwoestte hun akkers en dwong hen op die wijze zich te onderwerpen en gijzelaars te stellen. Na deze onderneming snel te hebben ten einde gebracht, voerde hij de legioenen wederom in de winterkwartieren terug. Met het begin der lente schreef Caesar, gelijk hij dat had ingesteld, een landdag voor Gallië uit. Daar verschenen alle staten, behalve de Senonen. Carnuten en Trevirers. Caesar beschouwde dat als een eersten stap tot den oorlog en een begin van den afval. Ten bewijze, dat hij alles hierbij achterstelde, verlegde hij den landdag naar Lutetia, de hoofdstad der Parisiërs. Dit waren buren der Senonen en hadden ten tijde onzer vaderen met hen één staat uitgemaakt; zij hadden echter, naar men meende, aan dat laatste besluit geen deel gehad. Caesar verklaarde dat van het redenaarsgestoelte af aan de bijeengeroepen soldaten. Nog op denzelfden dag brak hij met zijn legioenen op en bereikte in ijlmarschen het land der Senonen.
4. Op het bericht van Caesar's aannadering gaf Acco, de aanstoker van den afval, bevel, dat de bevolking zich in de steden zou verzamelen. Maar ofschoon zij trachtte er gevolg aan te geven, kwam, vóór dat dit kon geschieden, tijding, dat de Romeinen er al waren. Door den nood gedwongen, gaven de Senonen nu hun plan op en zonden gezanten aan Caesar, ten einde om genade te smeeken; zij bedienden zich daarbij van de bemiddeling der Haeduërs, onder wier bescherming zij van oudsher stonden. Gaarne gaf Caesar aan de beden der Haeduërs gehoor en nam de verontschuldigingen aan, wijl hij den zomer voor den dreigenden oorlog wilde gebruiken en niet voor een geschikten tijd tot onderzoek hield. Hij eischte hon-