Naar inhoud springen

Pagina:Caesar, Gallische oorlog (vert. Doesburg, 1894).pdf/167

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

bouwen bekend en ingevoerd was, werd het werk bij den grooten ijver der soldaten in weinige dagen voltooid. Caesar liet in het land der Trevirers een sterke bedekking bij de brug achter, om een plotselingen opstand te voorkomen en voerde zijn overige cohorten en de ruiterij over den stroom. De Ubiërs, die reeds vroeger gijzelaars hadden gegeven en zich hadden onderworpen, zonden gezanten, om zich te rechtvaardigen, en lichtten hem in, dat door hen aan de Trevirers geen hulptroepen waren gezonden, dat zij niet ontrouw waren geworden. Zij baden en smeekten om verschooning, opdat toch niet uit algemeenen haat tegen de Germanen onschuldigen voor schuldigen moesten boeten. Wilde Caesar meer gijzelaars, zij beloofden die te geven. Na nauwkeurig onderzoek der zaak, bevond Caesar, dat de Sueben de hulptroepen hadden gezonden. Hij nam dus de rechtvaardiging der Ubiërs aan en won nauwkeurige berichten in omtrent de toegangen en wegen naar het land der Sueben.

10. Ondertusschen meldden na weinige dagen de Ubiërs' hem, dat de Sueben hun gansche strijdmacht op één punt samentrokken en den hun onderworpen stammen aanzegden, hulptroepen te voet en te paard te zenden. Op dit bericht voorzag Caesar zich van levensmiddelen en zocht een geschikte plaats voor een legerkamp uit. Den Ubiërs gaf hij bevel, hun vee en al hun have van het land naar de steden te voeren, in de hoop, die ruwe en onervaren menschen door gebrek aan levensmiddelen tot een kamp onder ongunstige verhoudingen te kunnen brengen. Voorts droeg hij den Ubiërs op, dikwijls verspieders in het land der Sueben te zenden, om op de hoogte te komen van al wat bij hen gebeurde. Zij gehoorzaamden aan de bevelen en weinige dagen later berichtten zij, dat het gansche volk stelliger berichten omtrent het der Sueben, nadat