den oorlog aandeden en wegens overbevolking en gebrek aan land koloniën over den Rijn zonden. Zoo namen de Tektosagen de vruchtbaarste streken van Germanië bij het Hercynische woud in bezit en zetten zich daar neder. Dit woud, was, naar ik vind, bij geruchte bekend aan Eratosthenes en eenige andere Grieken[1], die 't het Orcynische woud noemden. Die Tektosagen wonen ook nu nog daar; hun rechtvaardigheid en dapperheid staan in hoogen roep; De Germanen zijn nu even armoedig, even behoeftig, even gehard gebleven als vroeger; zij hebben dezelfde levenswijze en kleeding behouden; den Galliërs echter verschaft de nabijheid der Romeinsche provinciën en hun bekendheid met de, overzeesche produkten veel welstand en genietingen. Allengs hebben zij zich daardoor er aan gewend geslagen te worden en nu, na vele nederlagen, vergelijken zij zich zelfs niet meer met de Germanen.
25. Een goed voetganger doorloopt het boven vermelde Hercynische woud in de breedte in negen dagen; op een andere wijze laat het zich niet bepalen, wijl de Germanen geen begrip hebben van de lengte van wegen. Het woud begint aan de grenzen der Helvetiërs. Nemeters en Raurakers en loopt evenwijdig met den Donau tot het land, der Daciërs en Anartiërs; hier buigt het zich naar links, verwijdert zich in verschillende richtingen van den stroom en raakt wegens zijn grootte het gebied aan van vele volksstammen. Men vindt in dit Germanië,[2] geen mensch, die kan zeggen, aan het einde van het woud ge-
- ↑ Eratosthenes van Cyrene, een van de grootste geleerden der Oudheid, leefde van 276-194 v. Chr. Hij was bibliothecaris der koninklijke bibliotheek in Alexandria. Vooral wijdde hij zich aan de exacte wetenschappen. Hij is de stichter der wetenschappelijke geographie.
- ↑ nl. in dat deel van Germanië, waarin Caesar nu stond.