gelijkende op stieren. Hun kracht is even groot als hun vlugheid; zij sparen niets, noch mensch, noch dier, dat zij zien. De Germanen leggen er zich ijverig op toe, ze in groeven te vangen en te dooden Door dezen arbeid harden zich de jongelieden en met deze soort van jacht houden zij zich bezig. Wie de meeste dieren heeft gedood en ten bewijze daarvan de hoorns in 't openbaar toont, oogst grooten lof. Maar zelfs jong gevangen, wennen zich deze auerossen niet aan menschen en kunnen niet tam gemaakt worden. Hun horens zijn in omvang, in gedaante en voorkomen geheel verschillend van die onzer ossen. Zij zijn zeer gezocht; men beslaat ze aan den rand met zilver en gebruikt ze op luisterrijke feestmalen als bekers.
29. Nadat Caesar door de kondschappers der Ubiërs had vernomen, dat de Sueben zich in hun wouden hadden teruggetrokken, besloot hij niet verder voort te rukken; want hij vreesde gebrek aan levensmiddelen, omdat, zooals boven vermeld, alle Germanen zich slechts weinig met akkerbouw bezighouden. Doch om den vijanden niet alle bezorgdheid voor zijn terugkeer te ontnemen en hun troepenzendingen naar Gallië op te houden, liet hij, toen hij het leger over den Rijn had teruggevoerd, het uiterste einde van de brug aan den Ubischen oever over een lengte van 200 voet afbreken en op het bruggehoofd een toren van vier verdiepingen oprichten, legde er ter bescherming van de brug een bezetting in van twaalf cohorten en versterkte die plaats met groote verschansingen. De jonge Gajus Volcacius Tullus ontving het bevel over de plaats en de bezetting. Tegen het begin van den oogsttijd trok Caesar zelf op ten oorlog tegen Ambiorix en zond te gelijk Lucius Minucius Basilus met de geheele ruiterij vooruit door het Ardennerwoud, het grootste woud van gansch Gallië, dat zich uitstrekt van den Rijn en het gebied