viel een ruiter zwaar gewond van het paard, dan namen zij hem in het midden; moest men wat ver voorwaarts rukken of snel terugtrekken, dan hadden zij door oefening zulk een vlugheid, dat zij, zich vasthoudende aan de manen der paarden, zoo snel liepen als de paarden zelve.
49. Toen Caesar begreep, dat Ariovistus niet uit zijn legerplaats was te lokken, koos hij, om niet langer van den toevoer te worden afgesneden, ongeveer 600 schreden achter de stelling der Germanen, een geschikte plaats voor een legerplaats uit en marcheerde in drie slagorden daarheen. De eerste en de tweede liet hij onder de wapenen blijven, de derde de legerplaats versterken. Deze plaats was, zooals gezegd is, ongeveer 600 schreden van het vijandelijk leger verwijderd. Daar zond Ariovistus ongeveer 16.000 man lichte troepen met al zijn ruiterij heen, om de onzen te verontrusten en hun het verschansen van het kamp te verhinderen. Niettemin liet Caesar, zooals hij te voren bepaald had, slechts de beide eerste slagliniën den vijand terugwerpen, de derde den schansarbeid volbrengen. Toen de legerplaats versterkt was, liet hij er twee legioenen achter en keerde met de vier overige in het grootere kamp terug.
50. Den volgenden dag rukte Caesar naar zijn gewoonte uit beide legerplaatsen met zijn troepen uit, stelde ze op een kleinen afstand van het grootere kamp op in slagorde en bood den vijand een slag aan. Toen hij den vijand 2 ook thans niet zag te voorschijn komen, voerde hij zijn leger omtrent den middag naar de legerplaats terug. Nu eerst zond Ariovistus een deel zijner troepen, om de kleine legerplaats aan te vallen. Van beide zijden werd er heftig tot den avond gevochten. Met zonsondergang voerde Ariovistus, na groote verliezen beiderzijds, zijn troepen in het legerkamp terug. Caesar vorschte bij krijgsgevangenen naar