Hebben het noodig geoordeeld op zekere punten het werk der Eerste Vredesconferentie wat betreft de vreedzame beslechting van internationale geschillen te herzien en aan te vullen;
De Hooge Verdragsluitende Partijen hebben besloten met dat doel een nieuw Verdrag te sluiten en hebben tot Hunne Gevolmachtigden benoemd, te weten:
- (Zie de namen der Gevolmachtigden in den tekst van het verdrag.)
Die, na hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden volmachten te hebben nedergelegd, omtrent het volgende zijn overeengekomen:
TITEL I.
OVER DE HANDHAVING VAN DEN ALGEMEENEN VREDE.
Artikel 1.
Ten einde zooveel mogelijk te voorkomen, dat in de betrekkingen tusschen de Staten onderling tot geweld wordt overgegaan, komen de verdragsluitende Mogendheden overeen alle pogingen in het werk te stellen om de vreedzame beslechting van internationale geschillen te verzekeren.
TITEL II.
OVER DE GOEDE DIENSTEN EN DE BEMIDDELING.
Artikel 2.
In geval van ernstige oneenigheid of van geschil komen de verdragsluitende Mogendheden overeen, alvorens hunne toevlucht te nemen tot de wapenen, de goede diensten of de bemiddeling in te roepen van eene of meer bevriende Mogendheden, voor zoover de omstandigheden zulks toelaten.
Artikel 3.
Afgescheiden van dat beroep, achten de verdragsluitende Mogendheden het nuttig en wenschelijk, dat eene of meer buiten het geschil staande Mogendheden uit eigen beweging, voor zoover