Artikel 16.
Indien de Commissie elders dan te 'Gravenhage zetelt, bencemt zij eenen Secretaris-Generaal, wiens bureau haar als griffie dienst doet.
De griffie is onder toezicht van den Voorzitter belast met de zakelijke inrichting van de zittingen der Commissie, met de redactie der processen-verbaal en, gedurende den tijd der enquête, met het bewaren der archieven, die vervolgens worden geplaatst bij het Internationaal Bureau te 's Gravenhage.
Artikel 17.
Ten einde de instelling en de werking der Commissiën van enquête te bevorderen, bevelen de verdragsluitende Mogendheden de volgende regelen aan, die bij de enquête-procedure moeten worden toegepast, voor zooveel de Partijen geen andere regelen aannemen.
Artikel 18.
De Commissie regelt de bijzonderheden der procedure, die niet zijn voorzien in het bijzondere enquêteverdrag of in het onderhavige Verdrag en gaat tot alle formaliteiten over, die de bewijslevering medebrengt.
Artikel 19.
De enquête heeft plaats op tegenspraak der Partijen.
Op de vastgestelde data brengt iedere Partij ter kennis van de Commissie en van de andere Partij de uiteenzetting der feiten, zoo daar aanleiding toe bestaat, en in ieder geval de akten, stukken en bescheiden, die Zij nuttig acht tot ontdekking der waarheid, alsmede de lijst der getuigen en deskundigen, welke Zij wenscht te doen hooren.
Artikel 20.
De Commissie heeft de bevoegdheid, met toestemming der Partijen, zich tijdelijk naar de plaatsen te begeven, waar zij nuttig oordeelt van dat middel van inlichting gebruik te maken; of daarheen een of meerdere harer leden af te vaardigen. De machtiging van den Staat, op wiens grondgebied tot dat onderzoek moet worden overgegaan, moet verkregen worden.