Naar inhoud springen

Pagina:Conventies van Den Haag 1907 (Staatsblad 1910 no 73).pdf/58

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 54.

In de gevallen bij het voorgaande artikel voorzien, wordt het compromis vastgesteld door eene Commissie samengesteld uit vijf leden, aangewezen op de wijze voorzien in artikel 45, lid 3 tot 6.

Het vijfde lid is van rechtswege Voorzitter der Commissie.


Artikel 55.

De arbitrale werkzaamheden kunnen worden opgedragen aan eenen enkelen arbiter of aan meerdere arbiters, door de Partijen naar goedvinden aangewezen of door Haar gekozen uit de Leden van het bij dit Verdrag ingestelde Permanente Hof van Arbitrage.

Bij gebreke van samenstelling der Rechtbank door overeenkomst van de Partijen, wordt gehandeld op de wijze aangegeven in artikel 45, lid 3 tot 6.


Artikel 56.

Wanneer een Souverein of het Hoofd van een Staat tot arbiter wordt gekozen, wordt de arbitrale rechtspleging door Hem geregeld.

Artikel 57.

De opperarbiter is van rechtswege Voorzitter van de Rechtbank.

Wanneer in de Rechtbank geen opperarbiter zitting heeft, benoemt Zij zelve haren Voorzitter.

Artikel 58.

In geval het compromis wordt vastgesteld door eene Commissie als bedoeld in artikel 54, en behoudens beding van het tegendeel vormt de Commissie zelf de arbitrale Rechtbank.

Artikel 59.

In geval van overlijden, ontslag of verhindering, om welke reden ook, van een der arbiters, wordt in zijne vervanging voorzien op de wijze, voor zijne benoeming vastgesteld.

Artikel 60.

Bij gebreke van aanwijzing door de Partijen, zetelt de Rechtbank te 's Gravenhage.

De Rechtbank kan slechts zetelen op het gebied eener derde Mogendheid met toestemming van deze.

De zetel, eenmaal vastgesteld, kan door de Rechtbank slechts worden verplaatst met toestemming van de Partijen.