Pagina:De Amstelbode vol 024 no 7005.pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

KUNST EN LETTEREN.

Onze Vloot.

 De vereeniging heeft als propagandamiddel een Maandkalender voor 1916 uitgegeven bij de heeren H. D. Tjeenk Willink & Zoon, te Haarlem. Deze is bij den boekhandel verkrijgbaar gesteld. Voor leden van „Onze Vloot“, die vóór 15 Nov. bestelling deden, is de prijs verminderd.
 De twaalf maandbladen met voorstellingen uit Nederlands zeehistorie leveren een fraaie wandversiering.



Koningin Elisabeth gehuldigd.

 „Vrij België” huldigt Koningin Elisabeth en deelt tevens mede, dat ter eere van de Vorstinne een boek zal verschijnen, waarvoor hun medewerking verleenen Frans Bastiaanse, Lodewijk Schelfhout, Jan Toorop, Mondrian, Joseph Cuypers, Jan Stuyt, J. Veldheer, Toon Dupuis, Th. Molkenboer, Joan Colette, Suze Robertson, W. Kromhout, Kever, Moulijn, Hoynck van Papendrecht, prof. Dake, Walter Vaes, K. Andriessen, Brandts Buys, V. Anrooy, Bernard Zweers, Ant. Averkamp, Cyriel Buysse, mr. Alberik Deswarte, Hub. Laroche, prof. Persyn, prof. Leo van Puyvelde, André de Ridder, Karel van den Oever, mej. M. E. Belpaire, August van Cauwelaert, Em. de Bom, Raf. Verhulst, Maurits Sabbe, Boutens, Frans Erens, Kloos, Koster, Adema van Scheltema, Alb. Steenhoff-Smulders, Helena Swarth, Ed. Brom, Henri van Calker, Jan Feith, Thérèse Schwartze, Van Moerkerken, Alph. Diepenbrock, Jan Musch, Albert Vogel, Brusse enz. enz.
 De band, volgens een ontwerp van den heer Michel Cuypers, wordt uitgevoerd door mevr. Amy Grothe-Twiss.

LANDBOUW

Hooge provisie voor kunstmesthandelaars.

 Naar aanleiding van een verzoek van een der afdeelingen der Overijsselsche Landbouw Maatschappij heeft het bestuur zich tot den minister van Landbouw gewend met een klacht over de zeer hooge provisie, welke de handelaars in kunstmeststoffen genieten, waardoor de prijzen der meststoffen sterk worden opgedreven, ten nadeele van het landbouwbedrijf. Den minister is verzocht, hierin verandering te brengen door het invoeren van vaste, doch veel lagere provisie voor deze handelaars.

Schuimaarde.

 In aflevering 11 van het Tijdschrift der Ned. Heide-Mij. wordt door W. de aandacht gevestigd op de meststof schuimaarde. Nu de door de haverziekte veroorzaakte kalkvrees wat begint te verminderen, en zelfs weer gesproken wordt over ziekten, die haar oorsprong vinden in gebrek aan kalk, meent de schrijver, dat het zijn nut kan hebben eens te wijzen op de zeer belangrijke, maar bij velen weinig bekende schuimaarde.
 Schuimaarde is een bijproduct der suikerfabrieken. Hier wordt het suikersap verkregen door uitlooging van de stukgesneden bieten. In dat suikersap komt de opgeloste rietsuiker voor, waarom het te doen is, maar bovendien worden daarin aangetroffen in bieten aanwezige oplosnbare zouten en zuren, en zelfs eiwitten uit de doorgesneden cellen.
 Uit het suikersap moeten de zuren, zouten en eiwitten verwijderd worden. Daartoe wordt aan het sap kalkmelk toegevoegd.
 Er ontstaan dan onoplosbare kalkzouten, door verbinding van zuren met de kalk, en verbinding van kalk met suiker. Kalk en suiker moeten natuurlijk weer gescheiden worden.
 Dit geschiedt door in het met kalkmelk gemengde suikersap koolzuur te leiden. Koolzuur m[e]t kalk geeft koolzure kalk, die onoplosbaar [is en] de suiker komt dus weer vrij en gaat in [opl]ossing.
 Daarna wordt het suikersap verwarmd; de eiwitstoffen stollen, de vloeistof wordt gefiltreerd; de schuimaarde blijft op de filters achter.
 De samenstelling van schuimaarde is zeer verschillend. Naar het gemiddelde van verschillende analysen berekent W. dat in 20.000 K.G. (op zware gronden wendt men per H.A. in den regel veel meer aan) zit:

5000 K.G. kalk. 40 » stikstof, 200 „ phosphorzuur, _4O „ kali. Dat is zooveel phosphorzuur als In 12 baal slak. en zooveel kali als in 3 baal kainiet. Neemt nu aan, dat van de stikstof maarde helft of minder in werking komt. dan is dat toch nog een niet te verwaarloozen hoeveelheid. Wie derhalve zijn grond met kalk moet bemesten en over schuimaarde kan beschikken, doet verstandig deze stof te gebruiken. net best is de schuimaarde in groote hoopen op het land te brengen en deze zoo mogelijk met stroo, riet, biezen of andere losse, organische stoffen te vermengen. De schuimaarde droogt dan uit en wordt poreus, en laat zich daarna op den akker gemakkelijk verdeelen. Verder kunnen de grootere stukken door rollen fijner verdeeld worden en kan de aarde door ploegen en eggen goed met de bouwvoor worden vermengd. Natuurlijk wordt een en ander zeer bevorderd door de schuimaarde den winter over op het land te laten liggen. Een heldere vorst zorgt dan voor het murw worden der kluiten. Bemestlngswaarde van suikerbletenkoppen en -bladeren. Ter aanvulling vaneen vorig artikel willen we ook nog iets zeggen over de bemestingswaarde van bietenkoppen en -bladeren. Onder de bietenverbouwers is het voldoende bekend, dat het onderploegen der koppen en bladeren aan de navrucht goed te bemerken is. dernr!we?in?-en’ die ten behoeve vaneen voe- W„erd geschat. Verschillende 20~ J36* H-A- Duitsche literatuur worden aaSlet'mff'el de selen tusschen 'f 18 en ƒ3O perBH A *' wis‘ Uit Zeeuwsche en Duitsche gegevens blijkt duidelijk, dat met de bietenkoppen en -bladeren belangrijke hoeveelheden plantenvoedende stoffen van het land worden gehaald. Een enkele maal worden koppen en bladeren afzonderlijk onderzocht. Dit aantal onderzoekingen is echter te klein, om daaruit conclusies te kunnen trekken. i De vraag rest nog, in hoeverre betere gewassen den gunstigen invloed van het onderploegen van- koppen en bladeren ondervinden. Deze vraag is slechts door vele en zorgvuldig aangelegde proefvelden tot oplossing te brengen. Om de stikstofwerking van bietenloof en koppen na te gaan, nam men te Lauchstadt de volgende proef. Een bietenakker werd In 2 perceelen verdeeld. Van één perceel werden koppen en bladeren geoogst, op het andere gelijkmatig verdeeld en onaergeploegd. Op deze percelen werd haver verbouwd. De resultaten waren de volgende : K.O. per H.A. I i , stroo korrels II 7n ,r',en koppen 3593 4674 if. zonder loof en koppen 2838 3805 Mrm dezerenmlfDeu, H-A- biï 1 755 959 -„ pronte betets ek dus de mestwerking van ohi -n ook nog 6 ri'p te zdn- Bovendien Is rmsschien ook nog de nawerking yan betee_ kents geweest. In 1912 en 1913 werden in Zeeland bemestingsnroeven genomen met suikerbietenkoppen en -bladeren. , , Te Rilland-Bath concludeerde men: „Over

het algemeen schijnen bletenbladeren en -koppen wel eenigszins gewerkt te hebben. Te Colijnsplaat: dat bietenbladeren en -koppen zeer zeker een bemestingswaarde bezitten. Te Maartensdijk : dat de koppen géén bemestende wer-Tking hadden getoond. Het kwam den proefnemer hier voor, dat de bemestende werking van de bladeren een belangrijk punt is tegenover de koppen, die blijkens de ervaring, als zij afzonderlijk gevoederd worden, een bijzonder gunstig voedingseffect vertoonen. Hetzij blad en koppen groen, dan wellicht ingekuild gevoederd worden, steeds ziet men bij voldoende voedering het vee een groot deel van het blad versmaden, dat voor de bemesting wei niet verloren is, doch zeker ten deele komt op plaatsen, waar het een minder gunstig effect geeft of door verrotting en gisting aan verliezen is blootgesteld. üaat men verder na, zegt hij, dat bij vervoedering uan blad en koppen op weiland, of door inkuilen, een groot gewicht aan bladeren misschien nutteloos vervoerd meet worden over min of- meer groote afstanden, dan is het wellicht aan te bevelen om daar. waar de werkkrachten en andere practische belangen dit gedoogen, alleen koppen voor voeder te oogsten en de bladeren op het veld achter te laten. Voor de juiste beoordeeüng van de bemestingswaarde van suikerbietenkoppen en -bladeren is het aanleggen van meerdere proefve.den zeer wenschelijk. Bij het onderploegcn van bietenkoppen en -bladeren laat de massa zich moeilijk verdeelen, en het duurt langen tiid. vóórdat de koppen geheel verrot zijn. De mogeli.ikneid bestaat, dat door het blijven liggen van koppen en bladeren, tot schade van latere gewassen, schadelijke organismen zich sterker ontwikkelen dan anders. Enkele lan'dbouwers spraken zich in dién zin uit. Bepaalde gegevens, welke de luistheid hiervan aantoonen. zijn echter niet verkregen.

C. B. STATEN GENERAAL.

~ V TWEEDE KAMER. INDISCHE BEQROOTINO. Zitting van Vrijdag 19 Nov. De MINISTER VAN KULONiëN zet nader zijn standpunt inzake de iacuitatierstelling uiteen, zoomede de regeling der supsidiëering der Zendingsscholen op Soemba en Florés. Oeen gouvernementsscholen kunnen echter worden opgericht, dan wanneer, naar het oordeel der Regeering, daar niet voldoende in het onderwijs wordt voorzien. De bestuurders op Atjeh zuilen geiiandhaatd blijven, totdat meer normale tijden zijn teruggekeerd. Wat de buitenoezittingen betrett. moet opgetreden worden tegen het brengen van mensctieiutters bu godsoordeelen enz. Het opleggen van betastingen en heerendienst heelt ook paedagogischè beteekenis y°°r de bevolking, maar dit moet niet welwillendheid, gematigheid en geduld geschieden. Spr. bestrijdt uitvoerig de meening van den heer Mendels over hetgeen op economisch en hygiënisch gebied in Indië is gedaan. Wel erkent de Regeering. dat er nog veel te doen valt Ziekenhuizen zuilen gebouwd worden te Batavia voor de opleiding van leerlingen, inrichtingen te Semarang voor de opleiding van verplegers en verpleegsters en te Soerabaia voor de opleiding van vroedvrouwen. De Regeering wil overwegen de uitzending als Regeeringseomniissaris voor de decentralisatie van iemand, die zich hier inde zaak heeit ingewerkt. Niets is verder van de bedoeling van het opperbestuur, dan dat in Indië ten aanzien der rassen met twee maten wordt gemeten. Verbetering der rechtspleging zal bevorderd worden o.a. door uitbreiding der opleidingsscholen. De ordonnantie tot uitvoering van hel nieuwe strafwetboek is naar Indië gezonden. Overwogen wordt, om dat straiWetboek in overeenstemming te brengen met later hier te lande Ingevoerde maatregelen als de wet-Aalberse, oi wenschelijk zijn gebleken ais de voorwaardelijke veroordeeling. De Regeering zal optreden tegen alles, wat de associatie der rassen kan belemmeren. De Europeesene pers gaf ten dezen een slecht voorbeeld aan de inlandsche; vroeger was de ophitsing tot rassenhaat wel strafbaar, maarde vervolging was zeer moeilijk. Daarom is het desbetreffend artikel gewijzigd in het strafwetboek overgebracht. De inlandsche beweging meet haar uatuur.ijk verloop hebben , maar tegen excessen moet kra htig worden opgetreden. Wat de geldmidde en betreft, de belasting-opbrengst ondervend den terugslag van de slapte in zaken. De bate uil de opiumregie zal men voorioopig nog niet kunnen missen. Spr. beejtriidt verlaging van de pandhuisrente; hij zal echter deze zaak overwegen, evenals de vorming vaneen pensioenfonds. Spr. zet nader uiteen de mijnbouwpolitiek der Regeering en verdedigde oeze uitvoerig. Rijstvoorziening en irrigatie vereischen 'de volle aandacht der Regeering. De heer BEUMER zegt, dat het decentralfsatiesysteem-de Graall door de Rechterzijde niet wordt aanvaard omdat het staatsrechtelijk antirev. beginselen bevat, maar omdat geen ander stelsel is te krijgen. Ook wijdt hij eenige beschouwingen aan de facultatieisfelling van het godsdienstonderwijs op gesubsidieerde scholen. Hij bestrijdt de opmerking van den heer Otfo over de onrustwekkende houding der zending ten deze. De heer DE VISSER is niet voldaan, evenmin _ als het zendingsgenootschap, dat met een Minister in contact kwam, over diens standpunt, gelijk dat door hem is ontwikkeld. Wel legt spr. zich bij de desbetreifende resolutie des Ministers neer, inaar ze is hem a’Dsbehalve bevredigend. Inzake Soemba—Flores is een principieele wijziging inzake het regeeringssfandpunl gekomen. Besloten wordt Maandagavond desnoods te vergaderen voor de afdoening der melkinterpeilatie, doch niet vóór de Indische begrooting; na afdoening waarvan aangevangen zal worden met de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting. Bij de replieken bestrijden de heeren DE MEESTER en KETELAAR ’sMinlster’s opvatting van de verkregen rechten inzake de facultatiefstelling. – DE'S°TUERSliCeeren de heeren KNOBEL en De heer De Stuers wordt tweemaal tot de orde geroepen wegens onparlementaire qualificaties aan ’sMinister’s adres. Vervolgens repliceeren de heeren BOGAART, DE MURALDT en RUTOERS, welke laatste betoogt, dat de Regeering scholen moet oprichten op plaatsen, waar nog geen onderwijs is en niet waar reeds zendingsscholen bestaan. Ook de heer QERHARD repliceert. Ook deze spreker verklaart, dat zijn politieke vrienden den Minister in 1913 ten aanzien van facultatiefstelling volkomen hebben misverstaan, anders waren zij er toen wel tegen opgekomen. De heeren MENDELS en FOCK repliceeren. De heer LOHMAN erkent, dat op plaatsen waar de bevolking bezwaar_ heeft tegen de bijwoning van godsdienstoefeningen, gouyernementsscholen moesten worden gesticht, indien er niet zoovele plaatsen waren, waar in ’t geheel geen onderwijs is. Spreker bestrijdt voorts de opvatting van den heer Ketelaar in zake verkregen rechten. Tegen facultatielstelling heeft spr. geen bezwaar. Hij wenscht, dat de zending zich nu ook meegaande zal betoonen. Dinsdag zal de Minister van dupliek dienen, De vergadering ia verdaagd tot Maandagmiddag halitwee. Ingezonden Stukken.

Zendt ona lectuur voor de militairen I Wanneer nu ergens de avonden lang en vervelend worden, dan is het Inde forten, barakken enz., voor de overgroote meerderheid van gemobiliseerden, die niet in staat zijn zich dagelijks naar hunne woonplaatsen te begeven. Gedurende den zomer was er betrekkelijk genoeg tijdverdrijf te vinden; uitstapjes op d* fiets of te voet brachten een welkome afwisseling van den eentonigen dienst; sport en openluchtspelen zag men alom tot zonsondergang beoefenen en de meer wijsgeerig aangelegden (dat waren er velen) vonden een onuitputtelijke bron van ontspanning bij de vischwateren in ons visch- en waterrijk land. Maar nu ? Men trachte zich eens goed rekenschap te geven van het verblijf in dit jaargetijde ineen van alle menschen vergeten oord aan de grenzen, of op een fort bij dit of dat onherbergzame nest, met geen andere toevlucht dat een meestal kleine stampvoile cantine, of een Militair Tehuis, dat, met alle waardeering voor wal het bereikt, gewoonlijk niet voor alle ontspanning zoekenden over gemeg localiteit en over genoeg middelen ter ontspanning beschikt. Er wordt veel gedaan door het inrichten van cursussen, door voorstellingen, muziekuitvoeringen enz. om te helpen inden moeilijken strijd tegen den geestdoodenden vijand, die verveling heet; maar hiermede kunnen ten slotte slechts enkele avonden gevuld worden. Wat wordt hel dan maar al te dikwijls? Den ganschen avond door liggen suflen op den streozak, den tijd dooden met allerlei gebazel en kinderachtigheden, welke een oningewijde bij mannen van die jaren niet verwachten zou. Want hoe kinderachtig de verveling ook verstandige menschen vermag te maken, men moet het van nabij hebben ondervonden, om het te begrijpen. Weinig Is thans den militairen zoo welkom als lectuur. En nu is het merkwaardig: verleden jaar, toen het publiek nog sterk onder den indruk verkeerde van de mobilisatie en wat er mede samenhing, stroomden ons de boeken voor onze soldaten toe in voor een sterken staf van helpers nauwelijks te verwerken hoeveel heid. Maar nu het publiek ook de mobilisatie bijna is gaan aanvaarden als een normalen toestand, terwijl ons leger toch nog meer dan verleden jaar, toen er meer werk was, hunkert naar lectuur..., nu laat men ons, loffelijke uitzonderingen daargelaten, zonder hulp. Wij bedoelen : van onzen laatsten oproep inde bladen om ons lectuur voor de gemobiliseerden te zenden om ons in staat te stellen ons door de soldaten zoozeer gewaardeerd werk voort te zetten, bemerken wij zeer weinig resultaat.... als men ten minste buiten beschouwing laat den sindsdien telken dage onrustbarend gr eienden stapel aanvragen om lectuur van militairen, die door dezen oproep inde bladen weer aan onze commissie herinnerd werden. Wij doen thans weder een dringend beroep op allen, die uit hun boekenkast wat missen kunnen. Inde eerste plaats is noodig lichte, Hollandsche lectuur; naar boeken in vreemde talen is betrekkelijk weinig vraag. Vooral den uitgevers vragen wij het met aandrang: Ziet eens op uw zolders, wat daar door u gemist kan worden. Ook oude illustraties, vreemde zoowel als Hollandsche, zijn welkom, mits ze nog in eenigszins toonbaren toestand verkeeren. Wanneer men onze commissie per briefkaart Waarschuwt, worden de boeken van huis gehaald. Het jaarverslag der commissie besloot met de woorden : „blijft het publiek belangstelling toonen, dan blijft de commissie gaarne werken." Die woorden gelden ook nü nog. De Boeken-Commissie Militairen 1914, P. LeêNDERTZ |R., Secretaris. N. Z. Voorburgwal 23. Dank betuiging. Den IBden September richtte ik tot de lezers dezer courant een innige bede om gedragen kieedingstukken voor mijne door den oorlog zoo zwaar, zoo bitter beproefde Poolsche medebroeders. Nu kom ik weder tot u, niet om opnieuw te vragen, maar om mijn hartelijken en oprechten dank te betuigen, ook namens mijn ongelukkige landgenooten, aan alle weldoeners, die aan mijn bede gehoor leenden en mij rijkeiijk van kleederen en ondergoed voorzagen. Den Bsten November is de eerste zending van ± 4000 K.G. kieedingstukken naar Krakau afgezonden aan het comité van den vorst-blsschop Sapiha. De nog restende kleederen. alsmede de nog later mij toegezondene, zijn bestemd voor de tweede zending, welke het „Nederlandsche comité voor philantropischen steun aan Polen", waarin ik zitting heb, voor Warschau bestemd heeft. Behalve de kieedingstukken werden mij, door welwillende en zeer gewaardeerde medewerking van eenige katholieke dagbladen, hetzij middellijk of onmiddeilijk, ongeveer 676 gulden toegezonden. Van deze som werden 159.35 gld. uitgegeven om de onkosten te bestrijden van porto, aankoop en reparatie van schoenen en kieedingstukken. Aan den weledelen heer F. Th. Everard, te Amsterdam, penningmeester van bovengenoemd comité, zond ik 300 gitl. om daarmede de onkosten te dekken voor de verzending naar Krakau. Tegelijkertijd heb ik 140 gld. afgedragen aan den vorst-bisschop Sapiha van Krakau. Het nog overblijvende gedeelte heb ik bestemd èn voor de uitgaven der tweede zending èn voor den aartsbisschop van Warschau. Zooveel In mijn vermogen was heb Ik getracht om alle weldoeners, wier adressen mij bekend waren, persoonlijk van de goede aankomst hunner zending te verwittigen en hun mijn hartelijken dank te betuigen. Mochten eenigen hunner door omstandigheid mijn dank nog niet hebben ontvangen, dan neem ik deze gelegenheid te baat om nogmaals aan alle weldoeners uit den grond van mijn hart een innig gemeend „God vergelde het u“ toe te roepen. Ik ben vast overtuigd, dat het woord der H. Schrift: „Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid verwerven" In voile mate bij hen allen in vervulling zal gaan. Ook wil ik mijn hartelijken dank betuigen aan den zeereerw. heer pastoor Overwater, die bereidwillig de noodige ruimte beschikbaar stelde tot bewaring en verpakking der kieedingstukken. Niet minder geldt mijn dank alle dames en heeren, die mij naar best vermogen geholpen hebben, hetzij door de kleederen te herstellen, hetzij door zich met het Inpakken daarvan te belasten. De offers zijn gebracht; het werk is verricht; allen mogen voldoening en vreugde vinden bij de gedachte, dat deze Hollandsche St Nlcolaas-gave aan het ongelukkige Poolsche Volk dankbare handen ten hemel zal doen heffen en woorden van dank vurige smeeklng zal doen richten tot ons aller Vader, God. Pater B. MAZUROWSKI. Boschje 7. Rotterdam. BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN.

De Duitsche vakvereenlgingen en de oorlog. De Duitsche vakvereenlgingen hebben buitengewoon geleden onder den oorlog. Dezer dagen zijnde daarop betrekking hebbende gegevens, tot aan 1 Januari 1915, gepubliceerd. Gedurende de laatste jaren was er in het gezamenlijke ledental der Duitsche vakvereenlglngen toch reeds 'een zekere stagnatie Ingetreden, maar het ledental' haï toch nog een eerbiedwaardige hoogte, gelijk uit de volgende cijfers kan blijken: Aantal Aantal Daarvan Verbonden leden vrouwen Jaar 1910 58 2,017,298 161,512 1911 57 2,320,986 191.332 1912 48 2.530,380 216,462 1913 47 2.548,763 223,676 Aan het einde van het tweede kwartaal 1914, toen derhalve van den oorlog geen sprake was, bedroeg het gezamenlijke ledental 2.482.046, zoodat er, door verschillende oorzaken, een lichte achteruitgang ln ledental te constateeren vieL Welk een grooten Invloed dadelijk de oorlog op het ledental heeft geoefend, blijkt uit de volgende vergelijkende cijfers omtrent het gezamenlijke ledental aan het einde der verschillende kwartalen lo 1913 en 1914 : 1913 1914 le kwartaal 2.567.692 2.478.861 2e „ 2.576.608 2.482.046 3e M 2.547.209 1.677.494 4e „ 2.498.959 1.485.428 Aan het einde van 1914 was er dus een achteruitgang van bijna een milllcen leden. Van dezen waren 746.551 onder de wapens, die derhalve tijdelijk van de ledenlijsten moesten worden aigevoerd, maar dit verklaart toch nog niet het geheele verlies. Ruim 250.000 leden hebben gedurende het eerste halfjaar van den oorlog eenvoudig de organisaties verlaten, terwijl 727 afdeeiingen van bonden geheel zijn opgeheven. Bij sommige organisaties is het verlies ontzaglijk. Zoo heeft het metaalbewerkersverbond 222.000, het transportarbeidersverbond 106.000, het bouwvakarbeidersverbond 157.000, het Houtbewerkersverbond 78.000, het Fabrieksarbeidersverbond 78.000, het Mijnwerkersverbond 43.000, het Textielarbeidersverbond 36.000 leden verloren. Opmerkelijk is, dat ook het aantal vrouwelijke leden is verminderd van 223.676 aan het einde van 1913. tot 203.648 aan het einde van 1914. terwijl toch het aantal vrouwelijke geëmployeerden in verschillende diensten en bedrijven ontzaglijk Is toegenomen. Deze cijfers betreffen de z.g. „moderne" vakverenigingen. aangesloten bij de Generalkommission der Gewertschaften. Maar ook de vakvereenlgingen van andere richting vertoonen sterken teruggang. D christelijke (ioterconfessioneele) vakvereenlgingen gingen achteruit van 342.785 leden in 1913 tot 282.744 aan het einde van 1914. De Hirsch-Durtcker (neutrale) vakverenigingen gingen in het jaar 1914 achteruit van 106.618 tot 77.749 leden. Ook deze beide organisaties hebben veel grooter verlies geleden, dan in het aantal der onder de wapenen geroepenen Is vertegenwoordigd. Uit alles blijkt, dat er onder de georganiseerde arbeiders in Duitschiand een op ontmoediging wijzende verzwakking is ingetreden. Heldhaftige tegenstand der Serviërs.

Leonardt Adelt seint aan het „Berllner Tageblatt" d.d. 12 November: Uit de vruchtbare dalen van de belde Morawa’s. waar bonte steenen huizen met hun zuilengangen, met wingerd oegroeid, zich tot vriendelijke dorpen en stadjes vereenigen. gouden maiskolven uit het latwerk van de daken gloeien'en kudden van varkens en schapen op de stoppelvelden welden, zijnde bondgenooten nu ln het sombere en bijna op elke landkaart nog onbekende bergland van centraal Servië gekomen. In plaats van de vlakte met goed onderlegde wegen, steile rotswanden. De wegen tijken op die inde Alpenkloven, de rivier bespoel! den voet van hooge bergreeksen, die rnet oeroude eikenbossChen en door ondoordringbaar kreupelhout begroeid zijn en waarvan de toppen met natte sneeuw en nevel zijn gedekt. De serpentine weg vormt en modderstroom, waarin wagens, paarden en menschen blijven steken. Nog steeds bieden de Serviërs met alle taaiheid en dapperheid van hun natie tegenstand, houden zij zich, ook als zij reeds afgesneden zijn, aan de bergtoppen vast. tot de laatste snee brood Is gegeten, tot de laatste patroon is verschoten en tot het bajonetgevecht begint. Zij trachten zelfs daarna nog ln de bosschen te ontkomen, zoodat duizenden afgesnedenen inde bergen ronddwalen. Ook vereenigen zij zich met andere afgesnedenen tot benden, die den strijd op eigen houtje als gueriUa verder voeren. Arbeidersactie in de Ver. Staten.

Uit Cleveland in Uhio wordt gemeld, dat de arbeiJersleiders eerlang een verg dering organseeren vin de besuren der vier groote spoorwegbonden, met het doel om een beslui! te nemen o| machtiging zil worden gegeven tot een referendum over de quaesfie van den achturen-dag in plaats van den tegenwoordigen tienuren.dag. De bonden tellen 350 00 leden en omvatten vrijwel het spoorwegpersoneel van het heele land. TELEGRAMMEN. DE OORLOG.

HET EINDE VAN EEN SAMENZWEERDER. Onze correspondent te Weenen schrijft: De geschiedenis, die In dezen tijd zooveel misslagen van staatslieden en volkeren wreekt, heeft ook de groote schuld gewroken, die een der hoofdaanstichters tot den moord op den Oostenrijkschen troonopvolger heeft gehad in het uitbreken van den Europeeschen oorlog. Deze aanstichter was de Servische commandant kolonel Pebitsjewitsj, eender heftigste haters van Oostenrijk en stokers tegen de monarchie. Hij bereidde den moord op den troonopvolger sedert jaren voor door zijn openlijke en geheime agitatie ln de groep van samenzweerders, die zich In het beruchte genootschap Maradne Ochrana had gevormd. Ook had hij aangenomen, de wapens aan Princiep te leveren en aan de andere moordenaarshanden, die hun doodstuigen op het aartshertog te Sera]ewo hielden gericht Tijdens het hoogverraadproces tegen zijn medeplichtigen werd herhaaldelijk zijn naam genoemd, maar hij had zorg gedragen, door het vernietigen der sporen van zijn samenzwering, bulten schot te blijven. En zoo kon er van geen persoonlijke uitlevering sprake zijn ten aanzien van dezen oorspronkelijk Oostenrijkschen, later Servischen officier, die zooveel heethoofden onder de Servische en Kroatische jongelingschap had gekweekt Thans Is zijn aandeel ln den vorstenmoord gewroken Ineen der gruwelijkste episoden van dezen oorlog, een episode, die de stof voor een drama zou kunnen leveren. Inde buurt van de Servische stad Orejeze was het landweerreglment, dat door kolonel PrebltsjewltsJ sedert eenigen tijd werd gecommandeerd en waartoe ook een paar vroegere leden van de Maradna Ochrana behoorden, door de Bulgaren, die het dagenlang achtervolgden, ln het nauw gedreven. Reeds lang er een groote vijandschap tegen den n kolonel, dïè op vreeselijke wijze zijn mannen e tyrannlseerde en ondanks hun honger en bon ven-menschelijk» vermoeienissen het uiterste n van hen vergde. Een soldaat, die in Prokuple een vrouw en acht kinderen had achtergelaten inde grootste ellende, had hem Ineen twist over de uitvoering vaneen dienstorder het ongeluk verweten, waarin hij door den moord> aanslag op den aartshertog het Servisch# ’’ volk had gestort. Sedert de kolonel dezen i stoutmoedige toen met een hondenzweep had afgeranseld, bleef de wrok smeulen tot J.L Zondag het regiment aan het muiten sloeg. Tever_ geefs trachtte de kolonel dooreen nieuwe afstraffing zijn manschappen tot discipline t# brengen. Met de kolven hunner geweren sloegen zij hem de hersenpan ln en wierpen het lijk. dat zij schonden, ln een rotskloof! TOT ONBEPAALDEN TIJD VERLENGD. Naar wij vernemen, ls de pevangenisstral. die onze correspondent, de heer & H. Kemper, 1 op het fort Chartreuse bij Luik ondergaat, ca ’ die aanvankelijk bepaald was op een maand, j voor onbepaalden tijd verlengd. 1 NAAR ROME. LUZERN, 20 Nov. (W. B.) Het „Vateriand* 1 meldt uit Lugano: Op zijn reis naar Rom# wilde Z. Em. Kardinaal Mercier van Ostend# I uit door Frankrijk naar Turijn reizen. De , Duitsche regeering riedt Z. Em. echter, zijn 1 route door Duitschiand en Zwitserland te nemen en bood hem een bijzonderen trein aan. I De bewering van de .Petit Parisien", als zoude Duitschiand den Kardinaal moeilijkheden in | den weg gelegd hebben, is dus geheel onwaar. | Het „Vaterland" kan verzekeren, dat de reis door Zwitserland plaats heeft of reeds is gei schied. ROME, 19 Nov. (Van onzen correspondent.) Reeds weken geleden had Z. H. den Paus Z. Em. den Kardinaai-Aartsbisscbop uitgenoodigd. zich naar Rome te begeven. Den 12en Nov. zou de Kardinaal zijn vertrokken, maar omstandigheden hielden hem terug. Thans wordt hij morgen alhier verwacht Volgens de „ldea Naziotiale" zullen de Kardlnaal-Aartsblsschoppen van Keulen en Mecheien een afzonderlijke conferentie hebben met Z. H. den Paus. om tot een voor kerkelijkc kringen gewichtig besluit te geraken. Men verwacht, dat de H. Vader een rede van internationale beteekenis zal houden op het u. Consistorie. DUITSCH LEGERBERICHT. BERLIJN. 20 Nov. (W. B.) OffldeeL Het groote hoofdkwartier deelt mede: Westelijk ooriogstooncel. Vijandelijke monitoren, welke Westende beschoten, trokken zich, gedwongen door, het vuur onzer batterijen, terug. Aan het front op sommige punten levendige gevechten met kanonnen, mijnen en handgranaten. Oostelijk oorlogstooneeL Geen gebeurtenlssea van belang. Oorlogstooneel van den Balkan. Nova Varas. Sienica en Raska zijn bezet In het dal van den Ibar is de Dreu en oostelijk van Kopaonik ie de Prepolac bereikt 2800 Serviërs werden gevangen genomen, vier kanonnen veroverd. Generaal Hertog. KAAPSTAD, 20 Nov. (Reuter.) De nationalisten kozen generaal Hertog tot leider. Laatste Scheepstijdingen.

IJMUIDEN, 70 Nov. Wind N.O. Binnen» •Eugenie S* »Emt(iricos«l st Buenos A^ree. Vertrokken t 20 Nov. »Zeta«, st Baeno* Ayres. VLIE. Vertrokken: »AmuleU, st Leith via Nieuwediep. NIEUWE WATERWEO. Wind O. Binnen i 20 Nov. »Hollandia«, si Rouaan. Vertrokken: 20 Nov. »Breda«, st Chr sti»- nia; »Vaarlj«, st Sunderland. VIJSSINGEN. Wind 0., kalm weer. Tertrokken : 10 Nov. »Oranje Nassau*, et Tü> bury Docks. STOOMVAART MIJ NEDERLAND. Het s! »Madioen«, van Ba avia naar Amsterdam, arriv. 19 Nov. te Deal. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Het st »Texel«, van Batavia naar Rotterdam, pass. 19 Nov. Ou essant. KON. HOLL LLOYD. Hef st »Ho'landia«, van Montevideo naar Amsterdam, pass. 17 Nov. Las Palmas. HOLLAND-AMERIKA LIJN. Het st »Gorredijk*, van Rottendam naar Antofagasta, arriv. 18 Nov. te CoroneL Het st »Mesna«, van Rotterdam naar Boston, arriv. 13 Nov. te Fayal. KON. NED. STOOMBOOT-MIT. Het st »Vu!cimis* vertrok 19 Nov. van Oibraltar naar Livorno. HOLLAND-AMERIKA LI[N. Het st »Oostend:jk* vertrok 20 Nov. van Rotterdam naar New-York. Dagelijksch Beursoverzicht.

20 Nov. De Amerikaansche markt opende hier over het algemeen zeer kalm eu in aansluiting me» VVallstreet, op iets lager peil. Van industrials waren vooral flauw Anacondas. die van het behaalde avans dezer week thans 2IA moesten prijs geven. Carioundry waren vrij vast; Hidei nagenoeg onveranderd, alsook Steels, waar'n handel zoo goed als geheel ontbrak. Sporen meerendecls prijshoudend; Erles iets opgaand. Unions bijna 2 lager. Later verkreeg de markt oen verdeeld karakter. Steels en Anacondas herstelden eenigszins, de afdeeling sloot onregelmatig en verlaten. Marinewaarden aanvankelijk nauwelijks prijshoudend. later iets herstellend, laatbeurs en slot willig en vrij levendig voor Preierente en Commons, die respect. 6 pCL en W* beter sloten Ml vorig slot. Van locale waarden ging In Tabaksaandeelen nagenoeg niets om. Petroleumwaarden aanvankelijk zwak voor Koninklijke, die later weer eenige percenten herstelden. Gecons. Holl. nauwelijks prijshoudend; overige soorten onveranderd of fractioneel lager. . Voor Rubberaandeelen bestond ln Amsterdam Rubber vrij levendige vraag tot opgaande koersen. Overige soorten verlaten. Mijnwaarden en Cultuuraandeelen bleven buiten beschouwing. Scheepvaartaandeelen eenigszins herstellende. later met meer geanimeerd verloop tot vaster prijzen voor Holl. Am. Lijn, Kon.' Booten en Holl. Lloyd. Maxwellwaarden vast. Nationale Staatsfondsen, alsook 5 pCt. Staat#- leening in vaste stemming. Russen stil en verlaten. Prolongatie '3. Plaatsdlsconto 3M.