Naar inhoud springen

Pagina:De Sonnetten van Shakespeare (vert. Jules Grandgagnage, ca. 2021).pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Jouw schaduw, die daar hangt als een juweel
Dat luister geeft aan gruwelijke nacht,
En hem verjongt en zacht maakt als fluweel.
Zo vindt mijn lijf bij dag geen vree door lust
En 's nachts gun jij mijn geest en mij geen rust.


Sonnet 28

Hoe wordt de wonde van mijn reis verzacht
Als me de rust ontzegd wordt die me heelt?
Als dwingelandij van dag niet slaapt bij nacht
En dag mijn nacht en nacht mijn dag verspeelt.
Als zij, die nochtans elkaars vijand zijn,
Hun krachten bundelen voor mijn tortuur
Geeft d' een labeur, de andere chagrijn
Omdat de reisweg lengt van uur tot uur.
De dag vertel ik om zijn gunst te werven
Dat als de wolken dreigen je zijn glans verlicht,
En evenzo vlei ik de nacht als sterren
Even helder schitteren als jouw aangezicht.
Maar elke dag groeien mijn zorgen meer,
En zorgt de nacht voor langer hartenzeer.


Sonnet 29

Verdoemd door het lot en door de mens verlaten
Beween ik eenzaam mijn ellendigheid
En krijs mijn ijdele klacht ten doven hemel
Minacht mezelf en vloek om wat ik ben,
Verlangend hem te zijn die alles heeft,
Rijk aan hoop, met schoonheid en met vrienden,
Door afgunst om diens kunst, diens macht of lief
Vergeet ik het genot van wat ik heb:
Maar zelfs nu ik mezelf hierom veracht,
Klimt als ik blij aan u denk mijn gemoed
Gelijk een leeuwerik in de dageraad
Die vrij van d'aarde zingt aan d' hemelpoort;
Zo rijk maakt mij d' herinnering aan uw liefde
Dat ruil met 's koningstroon mij zou verarmen.


Sonnet 30

Wanneer ik verzonken in troostgevende gedachten
Terugdenk aan het verleden,
Betreur ik mijn falen in alles wat ik wilde bereiken,
En ik herinner me met spijt hoe ik mijn beste jaren verspilde:
Dan kan ik huilen, hoewel ik huilen niet gewend ben
Huilen om lieve vrienden, nu verborgen in de eindeloze nacht van de dood,
Huilen om ellende die allang genezen was,
En om het verlies van vele dingen die ik heb gezien en liefgehad:
Dan kan ik weer treuren om voorbije smarten,
En voor mezelf mijn ellende weer doorleven
Alsof ik nooit de droeve rekening van smarten