Pagina:De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters (IA delevensenwerken01kram).pdf/39

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
33
33
ATT—AUD.

ATTEVELD (Diderik van) was waarschijnlijk verwant met den hierachter volgenden kunstenaar, en heeft welligt, even als die, de kunst voor uitspanning beoefend. Men kent van zijne werken alleen uitvoerig geteekende, oudheidkundige voorwerpen, waarvan frans van mieris zich bediende, om al de Bisschoplijke Zegelen van Utrecht, welke hij, tot opheldering der Bissoplijke Munten, voor zijne beschrijving noodig achtte, door hem keurig te doen afteekenen, te meer daar de bezitter dier voorwerpen, eveneens als onze diderik, te Utrecht woonde, hetgeen voor den beroemden oudheidkundigen navorscher een groot gemak opleverde. Het is door het Voorbcrigt van genoemd Werk, dat wij aan dezen atteveld kennis kregen. Wij lezen daar, namelijk: „Tot wier verklaaring hunne pragtigste zegels, voor een gedeelte, uit de verzaameling van den gemelden Hoog-Welgebooren Heer Daniel de Milan Visconti ontleend; en naar de oprechte oude stukken, door den konstigen Heer diderik van atteveld, op het naauwkeurigste getekend (en wier lof ik daarom niet heb willen verzwygen) tot dat einde hier neven gevoegd zijn: op dat zy ter ontdekking der onbekende, en tot bevestiging der kennelyke munten mogten strekken.” Zie Beschryving der Bisschoplyke Munten en Zegelen, enz. door Frans van Mieris, Leyden, 1726. in fo., waar de gravuren, naar do genoemde teekeningen keurig bewerkt, voorkomen. Die teekeningen-zelve zijn, zeker, ware miniaturen, en den lof van den genoemden auteur overwaardig, terwijl deze-zelf bij ons bekend staat als een kunstschilder, die zijn penseelwerk tot de hoogste uitvoerigheid heeft gedreven, even als zijn vader willem en zijn grootvader frans van mieris, alhoewel het in kunstwaarde niet bij dat van dezen heeft kunnen halen.


ATTEVELD (J. van) is een bekwaam teekenaar geweest, die omstreeks het einde der XVII. en in het begin der XVIII. eeuw bloeide. Ik bezit eene teekening van hem, die vrij wel bewerkt is, en waarop in oud schrift staat te lezen: De Geuzenpenning en ’t Geuzennapje, zoo als ’t zelve gevonden wierd in ’t Kabinet van den Hr. Milan-Visconti, Hr. van Nyveld, en naar ’t zelve geteekend door j. van atteveld, waarvan men dezelfde voorstelling ziet geplaatst in Van Loon, Ned. Hist.-penningen, Dl. I, blz. 83, figuur VI, die naar deze teekening genomen is. Daar de genoemde edelman te Utrecht woonde, in 1686 tot Raad dier stad werd verkozen, en aldaar in 1741 overleden is, zoo kan do teekenaar wel een Utrechtsch liefhebber der kunst zijn geweest, welk vermoeden versterkt wordt, dewijl ik nog vermeld heb gevonden, in den Catalogus van Barchman Wuytiers, Utrecht, 1792, blz. 120: Portrait van Cornelis van Duverden, Burgemeester van Utrecht, op pergament gewassen, door j. van atteveld. — Een vrouwenportret, op dito, door denzelve. Genoemde van Duverden was Burgemeester in 1604, en overleed in 1633. Nog een, van dienzelfden naam en rang, werd in 1634 verkozen, en is in 1670 overleden, zoodat de bedoelde portretten wel die van den laatstgemelde en van zijne vrouw zullen zijn geweest, waaruit men alzoo den tijd van des kunstenaars werkkring kan afleiden. Het is meer dan waarschijnlijk, dat deze en de hiervóór gemelde diderik van atteveld met elkanderen verwant waren.


AUDENAERDE. (Robert van) Immerzeel zegt, dat al de graveerwerken van dezen meester bestaan uit 44 stuks. — lk voeg daarbij, dat men bij Le Blanc 159 stuks beschreven kan vinden. Hij heeft dikwijls geteekend r. v. a. Goudenis sculp. — Het is hier de plaats, om te doen opmerken, dat Immerzeel meldt, dat hij geboren is in 1663, en overleden in 1717, zoodat hij alsdan den ouderdom van 54 jaren zou bereikt hebben; — doch alle auteurs, zoo als Brulliot, Heller (L.) Fiorillo, Bryan en anderen, zijn het wel eens met het jaar der geboorte, maar

5