Pagina:Delftsche Courant vol 083 no 301.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

de zaken zullen leiden is nog niet te zeggen.
 Het is geruststellend, dat Italië en Zuid-Slavië tot overeenstemming zijn gekomen.
 Anders zouden zij in Albanië weer een aanleiding kunnen vinden tot geschil.

 — Het Duitsche kabinet heeft Zaterdagmiddag in een vergadering, die uren lang duurde, de quaestie van de ontruiming van de Keulsche zone besproken. De Duitsche regeering staat op het standpunt, dat ieder uitstel van de ontruiming een flagrante rechtsverkrachting zou zijn en beschouwt het als ongehoord, dat nòch de Franscre nòch de Engelsche regeering ook maar de moeite hebben genomen zich over deze quasti,e met de Duitsche regeering in verbinding te stellen.

 — Sedert eenige dagen loopt het hardnekkige gerucht, dat Oostenrijk voornemens zou zijn zijn leger (naar men weet een beroepsleger) af te schaffen. Naar de „Wiener Allgemeine Zeitung” van bevoegde zijde verneemt, is dit onjuist. Men denkt er niet aan het leget af te schaffen, daar men het noodzakelijk acht voor het geval er een oorlog zou mogen uitbreken tusschen twee buurlanden van Oostenrijk, die dan mogelijk zou probeeren hun strijd op Oostenrijksch gebied uit te vechten of het Oostenrijksch gebied als étappen te gebruiken. In dat geval zou het geheele volk te wapen geroepen worden en het staande leger zou dan moeten dienen als kern.

 — Een draadloos N. T. A.-bericht meldt dat het hooggerechtshof te Kopenhagen het ontslag uit de hechtenis heeft gelast van dr. Anton Bast, den bisschop der methodisten voor Scandinavië tegen wien een vervolging aanhangig is wegens verduistering van liefdadigheidsfondsen.
 Blijkens een mededeeling van den Kopenhaagschen correspondent van „Svenska Dagbladet” had men zich van Amerikaansche zijde met deze zaak bemoeid. Bisschop Bast is namelijk in dienst van de methodistenkerk van Amerika en uitsluitend aan het bestuur dier kerk verantwoordelijk voor zijn beheer. Een bisschop der kerk uit Lausanne en een uit Parijs zijn naar Kopenhagen gekomen om zich met de zaak te bemoeien.
 Ook de Amerikaansche gezant te Kopenhagen heeft zich in de zaak gemengd.

 — Prof. Isajew, een bekend Russisch geleerde, ondernam kort geleden een reis naar den Kaukasus en keerde niet terug. Thans is gebleken, dat hij door roovers is gevangen genomen. Daar de geleerde geen losprijs kon betalen, hebben de roovers hem vermoord.

 — Gistermiddag hebben te Berlijn twee ernstige tramongelukken plaats gerad door verkeerde wisselstanden. Aan de hoek van de Königstrasse en Judenstrasse botsten twee tramwagens tegen elkander, waarbij 12 personen werden gewond, van wie eenige ernstig.
 Een tweede tramongeluk had plaats bij Café Vaterland, waarbij eveneens twee trams op elkander liepen. Hier werden vier personen gewond, van wie één levensgevaarlijk.

 — De hevige koude in Amerika leidde gisteren in den staat Wisconsin tot een noodlottig spoorwegongeluk, dat aan zeven volwassen personen en een kind het leven kostte, terwijl acht andere passagiers gewond werden.
 Terwijl een personentrein de noodbrug over de Chippewa-rivier passeerde, ontspoorde de laatste wagen, die zoowel voor restauratiewagen als voor uitkijkwagen diende. De wagen stortte door het breken van een koppelstang van een hoogte van ongeveer 20 meter in de ijskoude rivier. Het vroor 20 graden, zoodat de positie van de passagiers, die in den wagen zaten, dubbel hachelijk werd. Slechts twee vensters van den wagen bleven boven water. Doornat klommsn de niet gewonde passagiers er uit.
 Bij zachter weer hadden wellicht allen het leven er afgebracht, doch de meeste slachtoffers, waaronder het kind, kwamen door verkleuming om, terwijl twee anderen, die trachtten over de rivier te zwemmen, door de hevige koude verlamd werden en verdronken.
 Bij een onderzoek van de rails ter plaatse bleken eenige bouten door de strenge koude ingekrompen en losgeraakt te zijn.

 — Het meerendeel van de buitenlandsche ambtenaren in Egypte blijkt voornemens te zijn, tegen 1 April ontslag te nemen. Hun wensch is te begrijpen, omdat ten gevolge van de toestanden, tijdens de vorige Egyptische regeering ontstaan, hun positie ondragelijk werd. Wel is waar doet de huidige Egyptische regeering haar best, in dien stand van zaken verandering te brengen, maar het kwaad was reeds gesticht en het is geen wonder dat de buitenlandsche ambtenaren gebruik willen maken van de hun geboden gelegenheid, heen te gaan. Doch hun ontslag op groote of zelfs maar op beperkte schaal zou zeer ernstig voor verscheidene Egyptische staatsdiensten zijn.
 In de buitenlandsche kolonies maakt zich het meest bezorgd over het heengaan van de Britsche officieren, die thans in het Egyptische politiecorps dienen. De vreemdelingen achten een politiemacht onder leiding van Egyptische officieren geen voldoende bescherming. De technische diensten zouden ook in de war gestuurd worden door het heengaan der buitenlandsche ambtenaren, reden waarom de Egyptische regeering al het mogelijke doet, om de buitenlandsche ambtenaren te bewegen in functie te blijven.

BINNENLAND.



De Ned. wereldvlucht.

Een voorbarige publicatie.

 De heeren J. H. Hardenberg, majoor v. d. generalen staf, commandant der luchtvaartafdeeling en B. Stephan, ingenieur, chef v. d. technischen dienst der luchtvaartafdeeling, schrijven uit Soesterberg aan het Haagsche Aneta-kantoor:
 Het zal in breede kringen de aandacht hebben getrokken, dat dezer dagen een circulaire is verspreid, waarin een aantal personen, die invloed zouden kunnen uitoefenen bij de verdere uitwerking van een Nederlandsche Vijf Werelddeelenvlucht, op belangstelling voor die vlucht aandringen en om toezegging van giften daartoe verzoeken.
 Deze personen hadden zich inderdaad bereid verklaard om een comité te vormen, dat zich tot taak zou stellen te onderzoeken in hoeverre van technisch- en financieel standpunt bezien een dergelijk denkbeeld te verwezenlijken zou zijn.
 Nog voor het comité ooit bijeen was, werd deze, z.g. door de comitéleden onderteekende, circulaire verspreid, waarvan de inhoud echter voor ons, en naar wij meenen te mogen aannemen ook voor de andere comitéleden geheel nieuw was, op het oogenblik, dat zij deze indruk voor zich zagen. Met dezen inhoud kunnen wij ons op verschillende punten niet vereenigen. Wij willen daaraan nog toevoegen, dat, wat reeds omtrent het plan buiten dit comité om, werd gepubliceerd b.v. in [„]De Ingenieur” en in de dagbladpers den toets van een onbevangen technisch-deskundige critiek niet kan doorstaan. Wij hebben ons bereid verklaard om een onderzoek in te stellen naar de uitvoerbaarheid van een plan voor een 5 werelddeelenvlucht en het komt ons voor, dat het in hooge mate ongewenscht is om thans reeds uit naam van dit comité op te wekken tot het geven van steun aan dit plan, nog voor het comité ooit bijeen was en a fortiori nog voor er van eenige bestudeering van het plan sprake is geweest.
 Op deze wijze toch wordt gespeculeerd op het goed vertrouwen van het publiek in de namen en functies van comitéleden, die geheel buiten een dergelijke actie zijn gelaten.
 Op grond van het voorafgaande stellen wij daarom er prijs op in het openbaar te verklaren, dat wij niet geacht willen worden steun te verleenen aan deze onderneming, alvorens het hiervoor bedoelde vóór-onderzoek omtrent technische en financieele mogelijkheden zal hebben plaats gevonden.
 Ir. B. Stephan, over hetzelfde onderwerp in „De Ingenieur” schrijvend, legt er den nadruk op, dat het door den heer Veraart gepubliceerde, op geenerlei wijze eenige sanctie heeft van de studiecommissie. De technische bijzonderheden, welke de heer Veraart publiceert, noemt ir. Stephan zoo volslagen onzinnig, dat het hem noodzakelijk voorkomt er op te wijzen, dat de allereerste schreden van eenige deskundige bestudeering nog gedaan moeten worden. Het artikel van den heer Veraart — zegt ir. Stephan verder — verraadt volslagen gemis aan de meest elementaire deskundigheid ten opzichte van het betrokken onderwerp.
 Gesteld eens, dat het plan van den heer Veraart in dezen vorm nadere bestudeering waard zou zijn, dan eerst blijkt hoe zeer elke bodem ontbreekt aan de uitingen van Veraart. Immers met een rustige zekerheid wordt daarin de enormiteit verkondigd, dat, omdat een lang afstandsrecord zonder bijvulling van benzine en olie wel eens met een eenmotorig landvliegtuig is uitgevoerd, een vlucht van ± 3800 km. zonder bijvulling van benzine en olie met een driemotorige vliegboot mogelijk zou zijn als onderdeel van een vijf-werelddeelenvlucht.
 Men behoeft slechts over de meest elementaire kennis van de vliegtuigtechniek te beschikken om in te zien, dat deze bewering in elk opzicht onzinnig is.
 Ir. Stephan berekent dat men volgens het plan-Veraart minstens een last van 6700 kg. zou moeten meenemen, terwijl er hoogstens een laadvermogen van 4500 kg. beschikbaar is en concludeert dat het zaak is om, zoolang de studiecommissie de resultaten van haar onderzoek nog niet heeft bekend gemaakt, de grootste terughoudendheid te betrachten tegenover uitingen als die van den heer Veraart.



DE OVERWERKVERGUNNINGEN.

 Dezer dagen gingen geruchten, volgens welke er tusschen den minister van arbeid, den heer Aalberse, en den directeur-generaal van den arbeid, den heer Zaalberg, een verschil van opvatting zou bestaan over de al of niet wenschelijkheid van handhaving der overwerkvergunningen, in een verschil, dat zelfs zou voeren tot het aftreden van den heer Zaalberg. De minister zou volgens dit gerucht van oordeel zijn, dat de overwerkvergunningen nog niet kunnen worden gemist, de directeur-generaal daarentegen dat zij dienden te worden afgeschaft.
 Het „Hbld.” heeft te bevoegder plaatse geïnformeerd, waarbij is gebleken, dat van een meeningsverschil in den eigenlijken zin des woords geen sprake is. De zaak is, dat eenige wekgevers, aangesloten bij de r.-k. werkgeversvereeniging, uit een schrijven van den directeur-generaal van den arbeid den indruk hadden gekregen, dat zij niet mochten rekenen op verlenging van de overwerkvergunningen, wanneer die zouden zijn afgeloopen. Bij een bespreking, welke het bestuur van bovengenoemde vereeriiging in verband met dit schrijven met den minister van arbeid heeft gehad, is intusschen gebleken, dat hier een misverstand in het spel moest wezen en dat de minister van oordeel is, dat de toestand der industrieën, om welke het ging, nog steeds niet zoodanig verbeterd is, dat zij het zonder de overwerkvergunningen zouden kunnen stellen. De minister van arbeid staat nog op hetzelfde standpunt, dat hij onlangs in de Eerste Kamer heeft aangegeven. Zoodra de industrie er beter komt voor te staan, moeten de overwerkvergunningen vervallen. Maar daarvan is, zooals gezegd, vooralsnog geen sprake.
 Wat verder de mogelijkheid van het aftreden van den heer Zaalberg aangaat, daarvan is te bevoegder plaatse niets bekend. Het zou in ieder geval niet in verband kunnen worden gebracht met bovenbedoeld ondersteld meeningsverschil.



 — De 74-jarige landbouwer B. te Kerkhoven is door een koe, die hij aan ’t melken was, doodgetrapt.



STADSNIEUWS.



Gevonden voorwerpen.

 Aan het bureau van politie zijn iederen werkdag, tusschen 12.30 en 1.30 uur, inlichtingen te bekomen omtrent: een bosje kleine sleuteltjes, een bruine portemonnaie, een alpenmuts, een sleutel, een grijze pet, een kinderhandschoentje en een slavenbandje; terwijl zijn te bevragen: Nassaulaan 25, een dameshandschoen; Groenlandsche laan 11a, een kip; Crommelinlaan 31, een portemonnaie met inhoud; v. Oldenbarneveldstraat 4, een gouden ringetje; Molslaan 73, een donkere ijsmuits; Handboogstraat 32, drie loterijbriefjes; Joh. Paulinalaan 16, een verm. zilv. beursje met inhoud; Aschvest 30, 2 duiven (meeuwtjes).

Zon en maan.

 Dinsdag 23 December. Zon, opkomst 8.11 v.m., ondergang 3.48 n.m. Maan, opkomst 4.16 v.m., ondergang 2.09 n.m.

Luchttemperatuur.

 Laagste temperatuur hedennacht +2° Celsius (36° Fahrenheit). Hoogste temperatuur tot hedenmiddag 12 uur 4½° Celsius (40° Fahrenheit).



Ontslag raadslid.

 De heer G. Luinstra heeft het voornemen zijn lidmaatschap van den gemeenteraad wegens drukke bezigheden neer te leggen. In de vergadering die begin Januari, vermoedelijk den 7en, zal plaats hebben, waarin ook een wethouder voor de bedrijven moet gekozen worden, zal de heer Luinstra mededeeling doen van dat besluit. De heer Luinstra behoort tot de staatkundig gereformeerde partij en zal opgevolgd worden door den heer W. A. van Hoeven.



Brand in de Glasfabriek.

 Een felle brand heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag gewoed in Van Deventer’s fiesschenfabrieken aan den Haagweg. Een der ovens was eenigszins bouwvallig geworden en zou buiten gebruik worden gesteld. Zaterdag had men den oven voor het laatst gestookt. Om kwart over één ongeveer, terwijl in de afdeeling „machinale fabricage”, een twintigtal arbeiders aan het werk was, stortte het dak van dezen oven in, waardoor de vlammen hoog oplaaiden en den kap van het gebouw in brand zetten. Voor zoover het dak van hout was, werd het een prooi der vlammen. Het scheen of heel de fabriek in lichte laaien stond. De arbeiders konden zich tijdig in veiligheid stellen. Geen van hen werd gewond. Spoedig nadat de brandweer gealarmeerd was, werd met het blusschingswerk begonnen, waaraan behalve de motorspuit van de gemeente, de stoombrandspuit van de gist- en spiirtusfabriek en een motorspuit van de oliefabriek deelnamen. Het blusschen ging niet zoo heel gemakkelijk, daar het water uit de provinciale vaart gehaald moest worden. Een druk van tien atmosfeer was noodig om het water ter bestemder plaatse te brengen. De hooge druk was oorzaak dat enkele slangen sprongen. Toch konden groote massa’s water in het vuur geworpen worden, waardoor het mocht gelukken den brand tot de machinale afdeeling te beperken. Omstreeks drie uur was de brandweer het vuur meester. Een aan de fabriek verbonden ingenieur gaf de barndweer aanwijzing waar zich de oliereservoirs bevonden, opdat zij bij het blusschingswerk daarmee rekening kon houden. Van deze reservoirs is er slechts één gesprongen.
 Behalve de kap van het gebouw is er niet veel verbrand. De machines hebben geen schade van beteekenis opgeloopen. Hoe groot de schade precies is kon men ons niet zeggen; wel verzekerde de directie ons dat het bericht in de „Courant” volgens hetwelk de schade ongeveer een ton zou beloopen, zeer sterk overdreven is. Eenige honderden menschen hebben den brand gadegeslagen. Het verkeer over den Haagweg was gedurende eenige uren gestremd, omdat de slangen over den weg lagen.
 Onder de aanwezigen bevonden zich de burgemeester mr. J. van Baren en de directeur der gist- en spiritusfabriek, ir. W. H. van Leeuwen. Het bedrijf ondervindt door den brand weinig stagnatie. In de machinale afdeeling kon natuurlijk niet gewerkt worden, maar de overige afdeelingen werken gewoon.



Kunstkring Delft.

 Artisten zijn een lastig volkje, inzonderlijk op het gebied van vereenigingen. Een aan schrijver dezes bekend tooneelspeler formuleerde het als volgt: „Kunstenaars zijn alleraardigste menschen, die de zon in het water kunnen zien schijnen zoolang ze op zich zelve staan; doch zoodra ze een vereeniging hebben worden het duivels, die niet rusten voordat de gewoonlijk met veel animo opgerichte club op de flacon hebben.”
 In deze uitspraak schuilt zonder twijfel een groote dosis waarheid; kunstenaars-veeenigingen met een lang en harmonisch leven zijn zeldzaam. Ieder lid heeft gewoonlijk een sterk geprononceerde meening, die hij zelden nalaat aan de anderen kenbaar te maken.
 De oprichting van de „Kunstkring Delft”, werd het vorige jaar door menigeen met een twijfelachtigen verwachting gadegeslagen. Over het algemeen had men niet veel fedutie in deze kunstenaarsvereeniging en de overlijdens voorspellingen van de pas geborene waren niet van de lucht.
 Het is evenwel anders gegaan. Of de Delftsche kunstenaars van een meer harmonische constitutie zijn dan de buiten Delft wonenden, of dat het bestuur over buitengemeen organiseerenden kwaliteiten beschikt weten we niet; een feit is het evenwel, dat de „Kunstkring Delft” een langer leven beschoren blijkt dan voorspeld werd.
 En wat voor leven!
 De kunstkring is niet als een sukkelende zieke, die met diverse kunstmiddelen op de been wordt gehouden, doch als een kerngezonde jonge kerel met krachtig bloed en kloppende levensdrang in zich, en met drang tot uiten.
 Aan al deze verheugende eigenschappen heeft de expositie van schilderijen, grafisch werk, beeldhouwwerk e, a., die van Zaterdag af in de Korenbeurs gehouden wordt haar ontstaan te danken.
 Zaterdagmiddag te ongeveer half drie opende de waarnemend voorzitter, de heer Herman Veldhuis in het typische, door de gemeente in huur afgestane gebouw, de tentoonstelling met een korte rede. Spr. heette de talrijke belangstellenden welkom en wees met een enkel woord op de beteekenis van het tentoongestelde als uiting van het inwendige vereenigingsleven.
 Met weinig hulpmiddelen is de kunstkring erin geslaagd van de korenbeurs een alleszins te waardeeren expositieruimte te maken. Misschien zou een weinig meer licht, inzonderlijk in de middaguren, aan het geheel ten goede komen, doch vermoedelijk is dit niet zoo gemakkelijk te verkrijgen.
 Het geëxposeerde geeft een merkwaardig beeld van de verschillende stroomingen der Delftsche kunstenaars.
 Allereerst treft men er architectonisch werk van Nic. van der Drift, dat de aandacht voor zich opvraagt. Behalve foto’s van landhuizen en interieurs, die getuigen van de rustig-artistieke, weloverwogen en toch zoo sprekende opvattingen van v. d. Drift, liggen verschillende ontwerpen ter inzage. Van groote bekoring voor den Delftschen kunstminner is hiervan het verbouwingsplan Stads Doelen. We hopen, dat dit het college van B. en W. en de meerderheid der raadsleden onder de oogen komt dezer dagen. Een voortreffelijk en artistiek plan als dit, zal niet nalaten ook de overheid te overtuigen, dat Stads Doelen zeer doelmatig en mooi ingericht kan worden.
 Lena ten Bosch komt uit met stillevens en portretten. Van een ontroerende zuiverheid zijn „Breistertje” en „Botunia’s”, levendig aansprekend het portret van den heer K.
 Van Jan Sühl, wiens werk men uit honderden herkent, vindt men een uitgebreide collectie dorps- en buitengezichten, waarin een innige sfeer van vertrouwelijkheid ligt, „Ouwe brug” is een droomerig-vroom landschap, „Voorjaarszon” en „Dorpspomp” doen weldadig aan in hun wisseling van zon en schaduw. Sühl is een zeer bijzonder schilder, die de poëzie van het typisch-Hollandsche karakter verstaat. Zijn neiging van het platte vlak herinnert aan de Japansche kunst.
 Herman Veldhuis brengt fijn gestyleerde teekeningen, figuren, groepen en landschappen; Rijk van Lavieren behalve teekeningen, glas in lood en affiches van een goede opvatting, figuur, landschap en bloemen. Mooi zijn „Kousenstopster” en „Brugge van Lisse”[.]
 Van Charles Masthoff noemen we „Haventje”, „Herfstasters” en „Nature morte”. Jan Jansen exposeert vooral etsen, die door hun precieuse opvatting en nuanceering eenig zijn.
 Leendert Scheltema en N. N. zijn de uiterst modernen van deze tentoonstelling, en daardoor komen zij wel opvallend tot hun recht. Van Scheltema is „Gezicht op Ermelo” gemotiveerd.
 Albert Wijkniet, over wiens werk onder „Delftsche Kunstenaars” dezer dagen uitvoerig werd geschreven, verrast door zijn groote verscheidenheid. „Willy” en „Gmund” brengen nieuwe gezichtspunten. „Oude Langendijk” (zijn laatste oeuvre?) is niet het meest zuivere.
 De houtsneden van Antoon van Dalen, warm in het eenvoud, en zijn „Scheveningsche vrouw” vormen een vermeldenswaardige bekoring van de tentoonstelling.
 Henk Etienne draagt een tweetal beeldhouwwerken bij.
 Na dit zeer vluchtige overzicht van het tentoongestelde willen we deze merkwaardige expositie in de aandacht der stadgenooten aanbevelen.



De ramp op de Schelde.

 Het provinciaal watersnood comité in Zeeland betuigt, mede namens het Vlissingsch-Arnemuidsche hulpcomité, zijnen warmen dank voor den ruimen steun, dien het Nederlandsche volk in het algemeen en openbare lichamen als het Roode Kruis en het Oranje-Kruis in het bijzonder getoond hebben te willen verleenen ten bate van de slachtoffers van de visschersramp op de Schelde op 18 Juli j.l.

Met lof.

 De heeren E. H. Berkhuysen, P. Boersma, F. C. L. van Vugt en P. C. Wichers zijn voor het ingenieurs-examen voor werktuigkundig ingenieur geslaagd met lof.

Delft voor de Delvenaren.

 De gecombineerde besturen der 3 Delftsche middenstandsvereenigingen hebben de gemeentelijke en semi-gemeentelijke instelllingen en aan alle groote bedrijven en vereenigingen hier ter stede een circulaire doen toekomen waarin aangedrongen wordt te willen bevorderen, dat alle leveranties zooveel mogelijk te Delft worden gedaan.
 Ten bewijze hoe belangrijk het voor een gemeente is zijn ingezetenen te bevoordeelen, wordt het volgende aangevoerd:
 Men verkrijgt er door:
 bestrijding van malaise en werkloosheid in onze gemeente, als gevolg daarvan vermindering der gemeentelijke lasten of verruiming der inkomsten door:
 a. vermindering van steungelden voor werkloozen;
 b. verhooging der gemeentelijke inkomstenbelasting en schoolgelden van die personen;
 c. hoogere lasten der leverancies o.a. door inkomstenbelasting en schoolgelden;
 de indirecte voordeelen, welke de welvaart van een gemeente en haar ingezetenen tot gevolg hebben.

Zoo is het nou”.

 Bovenstaand opschrift kon een antwoord op een levensprobleem zijn, doch als zoodanig is het ditmaal niet bedoeld. Het is de titel van de revue, die Zaterdag- en gisteravond voor een danbaar gestemd publiek in Stads-Doelen is opgevoerd.
 In de meeste revues is de monteering de overbluffende schittering van kleurige gewaden het hoofdmotief, en dit heeft ten gevolge, dat de tekst aan grappigheid en oorspronkelijkheid nog wel eens te wenschen over laat. In „Zoo is het nou” wordt met de revue-gewoonte gebroken; de aankleeding is van weinig beteekenis, het aantal medewerkenden zeer gering, doch de handeling is uitstekend gehalte. Joop Segers, de bekende komiek, heeft het leeuwenaandeel in de vertolking en hij doet dit op zoo een buitengewoon orgineele wijze, dat hij zelfs de meest zwartgalligen van de eene lachbui in de andere brengt. Zijn soepele lange lichaam, dat herinneringen wekt aan het corpus van den filmspeler Watt, weet zich dermate zonderling te vouwen, te rekken en in te krimpen, dat de toeschouwers zich soms afvragen of het inderdaad nog met de andere menschelijke deelen verbonden is.
 Niet minder merkwaardig en hoogst amusant is de mimiek van deze revuekomiek. Ook de andere dames- en heerenartisten geven blijk over meer dan middelmatige kwaliteiten te beschikken. Mevrouw Segers, allerbest op dreef in het cabaret-genre, bleek ook in de revue-gedeelten een waardige partner van haar man.
 Hedenavond gaat de laatste opvoering in de kleine schouwburgzaal. Zij, die nog niet in de gelegenheid waren „Zoo is het nou” te zien, kunnen dus hedenavond nog in dit gemis voorzien.
 De nieuwe directie der Doelen heeft reeds bewezen, dat ze krachtig de zaak ter hand neemt. Behalve door deze voorstellingen, kwam dit tot uiting door de goede verwarming der zaal en door enkele kleinigheden, die den geregelden bezoeker wel zullen zijn opgevallen.
 Als op dezen weg wordt voortgegaan en misschien de gemeente een weinigje medewerkt, zal Stads-Doelen weldra aan aantrekkelijkheid zeer veel gewonnen hebben.

Geslaagd.

 Bij de op Zaterdag 20 December j.l. te ’s Gravenhage gehouden examens der federatie voor stenografie „Groote” slaagde de heer J. de Leers voor het examen kantoorstenograaf Nederlandsch, snelheid 130 lettergrepen per minuut.

Gesloten.

 In een advertentie in dit nummer staat vermeld welke kantoren den Zaterdag na Kerstmis gesloten zullen zijn.

Kerstfeestviering.

 Woensdagavond zal de vereeniging „Hoop der toekomst” in Stads Doelen het Kerstfeest vieren.
 De evangelisatiekring „Het Vischnet” geeft morgenavond haar feest in den Doelen.

Collecte.

 Tijdens den wedstrijd Concurrent I. O. B. I[.] is voor de Hortusspelers gecollecteerd ƒ 21.25.

Aangereden.

 Op den Van Leeuwenhoeksingel kwam hedenmorgen een ouden man onder een wagen. Met een gebroken arm werd hij naar het Gasthuis vervoerd.

Gebeurtennisjes.

 De politie bluschte een schoorsteenbrand in perceel 80 Cornelis Trompstraat.
 — Op den Zuidwal reed een wielrijder een 62-jarige vrouw aan. De vrouw viel en verwondde zich aan de linkerhand.
 — Een motorrijder kwam op het Oude Delft in botsing met een paard, dat een verhuiswagen sleepte. De benzine-man viel, doch kwam met den schrik vrij.

Radio-programma.

Dinsdag 23 December.

 Radio-Parijs, 1780 M. 12.50 Radio-concert door het Tzigane „Radio-Paris”-orkest.
 5.05 Radio-concert met medewerking van den heer Bellicourt.
 9.20 Radio-concert: l. Prio. E. Lalo; 2. a) La chanson d’Automne, M. Rollina;
b) l’Idiot Vagabond, M. Rollona;
Poesie, dite par Radiolo, M. Rollina; 4. Balade de l’Arc en Ciel, M. Rollina; 5. Quatour en Ea, Dvorak.