Pagina:Dominee, pastoor of rabbi.pdf/21

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
18
dominee, pastoor of rabbi?

alle middelen. Zijn gevangenissen en geeselpalen niet voldoende, dan maar galgen; helpen deze niet meer, dan maar brandstapels!
 Nog eens, een eerlijk, beslist geloovige kan niet verdraagzaam zijn, de eer van zijnen God is er mede gemoeid en het eeuwige heil zijner medemenschen. Zou hij dan terugtreden voor krasse middelen? Neen, leert de geschiedenis, en neen zeggen we haar volmondig na. De dwingelandij van de Fransche Hugenoten, zoo spoedig zij in eenige stad heer en meester waren; de tirannie van onze tegen Spanje vechtende voorouders, wanneer zij de handen vrij hadden, zij zeggen ons meer dan boekdeelen zouden kunnen doen.
 Hebt ge wel eens gelezen, op wat humane wijze de Calvinistische geuzen-generaal en edelman Diederik Sonoy zijne Katholieke gevangenen behandelde? Hij liet ijzeren kastjes maken, een voet lang en een halve voet hoog. Daarin zette hij eene levende rat en dan werd het kastje op het bloote lijf, bij voorkeur op den buik, van een behoorlijk vastgebonden gevangene geplaatst. Nu werd het onderste schotje weggetrokken, zoodat de rat zich op het bloote lijf van den schuldige (?) bevond, waarna boven op het kastje vuur werd aangebracht. De hitte in het hokje noodzaakte de rat een uitweg te zoeken, en overal tegen ijzer stootende, bleef natuurlijk niets anders over dan dien weg te zoeken in en door den gevangene. De rest laat zich denken. Lief, hè? David zou ’t nauwelijks verbeteren, ofschoon ook die „man naar Gods harte” zeer bekwaam was in ’t uitdenken van nieuwe middeltjes, om de Kanaänieten en ander gespuis te overtuigen van de goedheid des Heeren Zebaoth!




HOOFDSTUK VIII.

 Gaarne wil ik toestemmen, dat het zeer onwaarschijnlijk is, ooit weder de Calvinisten of Katholieken machtig genoeg te zien worden, om hun geloofsijver zóó bot te vieren als vroeger. Ze mogen ons nog jarenlang wat plagen en sarren en het volk dom houden, tot branden zullen ze ’t vooreerst wel niet brengen. Mijne grootste grief van heden tegen hun is, dat zij met hun geloof ons alle levenslust en vroolijkheid ontnemen en er steeds op uit zijn, om van onze aarde een jammerdal te maken. ’t Is zooals Mirza Schaffi zingt: Die Lust ist im Lande verloren worden.
 Goethe, de beroemde Duitsche dichter en wijsgeer, verklaarde dat van de vier zaken, die hij haatte met gloeienden haat, het kruisteeken er ééne was. En elders drukt hij zijn leedwezen uit, dat de stichter van den Christelijken godsdienst niet drie jaren vroeger gekruisigd is, vóór zijn openbaar optreden:

Sla mij den dweeper aan ’t kruis, zoodra hij de dertig bereikt heeft; Kent hij de wereld eerst goed, hij wordt van bedrogene een fielt.”

 Wij hebben nu hier niet te onderzoeken, of Goethe den persoon van Jezus, zooals hij ons wordt beschreven in de evangeliën, ook onrecht deed. Hij had behoefte om zijnen haat te luchten tegen hem, die, naar zijne meening, de oorzaak was, dat eene schoone aarde