Pagina:Feestcantate voor den dag der onthulling van het nationaal gedenkteeken voor 1813.pdf/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
16

VROUWENKOOR.
De Koningin, wier vriendelijk oog
De kroon versiert, haar volk verblijdt,
De Deugd vereert,
De Kunst waardeert,
Zij leev', van zorg bevrijd!

MANNENKOOR.
De Kroonprins leev' ; dat over hem
De geest der groote vaad'ren koom !
Leve elke Loot
En Stamgenoot
Van d'oude' Oranjeboom!

GEMENGD KOOR
Prins Frederik leev', wiens wenk de zuil
Onthuld heeft en aan 't oog vertoond!
De Hemel spaar
Het grijze haar,
Waar Hij zijn deugd meê kroont !

De Kunstnaar leev', die 't werk ontwierp !
De Kunstnaar leev', die 't werk volwrocht !
Elk, die zijn tijd
En kracht en vlijt
Aan d'arbeid leenen mocht !

Het Vaderland, het Vaderland,
Ons dierbaar Neerland bloeie en leev'
Met West en Oost,
Waar onverpoosd
Zijn vlag en wimpel zweev' !

NICOLAAS BEETS.