Naar inhoud springen

Pagina:Flora en Faunawet, stb-1998-402.pdf/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

maatregel wordt vastgesteld, en betreffende de geldigheid en de inlevering van de akten.

Artikel 45

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 39, eerste lid, aanhef en onderdeel c, kan degene die geen woonplaats in Nederland heeft een jachtakte of een valkeniersakte verkrijgen, die geldig is gedurende zes opeenvolgende in de akte vermelde dagen.

2. Een akte als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend indien de aanvrager genoegzaam aantoont dat hij gerechtigd is te jagen in het land waarin hij zijn woon- of verblijfplaats heeft.

3. De in het eerste lid bedoelde akten zijn slechts geldig indien de houder zich bevindt in gezelschap van een in Nederland woonachtige houder van een geldige akte.

AFDELING 4. DE UITOEFENING VAN DE JACHT

Artikel 46

1. Bij ministeriële regeling wordt bepaald in hoeverre de jacht op wild zal zijn geopend.

2. De jacht wordt niet geopend gedurende het tijdvak van 1 februari tot 15 augustus, tenzij er naar het oordeel van Onze Minister geen andere bevredigende oplossing bestaat dan het openstellen van de jacht met het oog op bij algemene maatregel van bestuur aangewezen belangen.

3. De jacht wordt niet geopend in de volgende gebieden of categorieën van gebieden:

a. gebieden die krachtens de Natuurbeschermingswet zijn aangewezen als beschermd natuurmonument of staatsnatuurmonument dan wel gebieden waarvan de aanwijzing als beschermd natuurmonument in overweging is genomen;

b. gebieden die krachtens de op 2 februari 1971 te Ramsar tot stand gekomen Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor watervogels (Trb. 1975, 84), zijn aangemeld als watergebied van internationale betekenis;

c. gebieden die krachtens richtlijn nr. 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103) zijn aangewezen als speciale beschermingszone.

4. Ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald in hoeverre de jacht slechts zal kunnen worden geopend.

5. Gedeputeerde staten kunnen, zolang bijzondere weersomstandigheden dat naar hun oordeel met het oog op de instandhouding van wild vergen, de jacht voor de hele provincie of een deel daarvan, voor een bepaalde tijd sluiten.

Artikel 47

De jager dient het wild tegen onnodig lijden als gevolg van de uitoefening van de jacht te beschermen.

Artikel 48

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent hetgeen een goed jager betaamt bij de uitoefening van de jacht.