b. de omvang en begrenzing van het gebied waarover zich de zorg van het samenwerkingsverband kan uitstrekken.
3. Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid wordt het voorschrift verbonden dat degene die eieren zoekt en raapt, de nesten en legsels van weidevogels beschermt, dan wel ervoor zorgdraagt dat deze worden beschermd. Overige voorschriften en beperkingen kunnen in ieder geval inhouden:
a. het voorschrift dat het zoeken en rapen van kievitseieren op eens anders grond buiten tegenwoordigheid van de gebruiker van die grond slechts is toegestaan indien de gebruiker van de grond hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend en
b. de beperking dat het zoeken en rapen van kievitseieren slechts gedurende een deel van de in het eerste lid bedoelde periode is toegestaan.
4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot voorschriften en beperkingen waaronder de in het eerste lid bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend.
5. Het is verboden zich bij het zoeken en rapen van kievitseieren door één of meer honden te doen vergezellen.
Artikel 61
1. In afwijking van de verboden, bedoeld in artikel 13, eerste lid, is het toegestaan met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, eieren van kieviten onder zich te hebben, te vervoeren of af te leveren.
2. Het vervoeren of afleveren van de in het eerste lid bedoelde eieren is slechts toegestaan voorzover de eieren zijn verkregen overeenkomstig een ontheffing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, en slechts gedurende de voor de betrokken eieren toegestane raaptijd of de twee daarop volgende dagen, met dien verstande dat het vervoeren van de eieren gedurende deze twee dagen slechts binnen de bebouwde kom van gemeenten of langs openbare wegen of paden is toegestaan.
Paragraaf 2. Het prepareren
Artikel 62
1. Het is verboden dode dieren, behorende tot soorten waarop deze wet van toepassing is, te prepareren zonder voorzien te zijn van een vergunning van Onze Minister.
2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid, wordt door Onze Minister afhankelijk gesteld van het met gunstig gevolg afgelegd hebben van een door Onze Minister erkend preparateursexamen. Het bepaalde in artikel 40, eerste lid, is ten aanzien van dat examen van overeenkomstige toepassing.
3. Het aantal vergunningen kan bij algemene maatregel van bestuur aan een maximum worden gebonden. 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen diersoorten worden aangewezen ten aanzien waarvan het verbod, bedoeld in het eerste lid, niet geldt.
Artikel 63
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan, in afwijking van de verboden, bedoeld in artikel 13, eerste lid, het onder zich hebben, het vervoeren, het afleveren of het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van ter preparatie bestemde dode dieren of geprepareerde dieren worden toegestaan overeenkomstig bij die maatregel gestelde regels.
2. Tot de regels, bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval