Naar inhoud springen

Pagina:Flora en Faunawet, stb-1998-402.pdf/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

volgens door hem in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincies te stellen regels.

Artikel 88

1. Het Faunafonds stelt een bestuursreglement vast.

2. Het bestuursreglement voorziet in ieder geval in een regeling van de openbaarheid van de vergaderingen van het Faunafonds.

3. Het bestuursreglement behoeft de goedkeuring van Onze Minister en gedeputeerde staten van de provincies.

Artikel 89

Aan de voorafgaande goedkeuring van Onze Minister zijn onderworpen besluiten van het Faunafonds tot:

a. het doen van investeringen;

b. het verwerven van onroerende zaken;

c. het sluiten van huur- en lease-overeenkomsten;

d. het oprichten of mede-oprichten dan wel ontbinden van privaatrechtelijke rechtspersonen of het deelnemen in een vennootschap.

Artikel 90

1. Het Faunafonds stelt voor 1 september een begroting vast voor het volgende boekjaar.

2. De begroting behoeft de goedkeuring van Onze Minister en gedeputeerde staten van de provincies.

Artikel 91

1. Het Faunafonds brengt jaarlijks aan Onze Minister en gedeputeerde staten van de provincies voor 1 mei een financieel verslag uit dat vergezeld gaat van een verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Het Faunafonds stelt de in het eerste lid bedoelde stukken algemeen verkrijgbaar.

3. Onze Minister zendt de stukken, bedoeld in het eerste lid, in afschrift aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 92

Onze Minister kan, in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincies, regels stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Artikel 93

1. Het Faunafonds stelt jaarlijks voor 1 mei een verslag op van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamheden en werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan Onze Minister en aan gedeputeerde staten van de provincies toegezonden.

2. Het Faunafonds stelt het in het eerste lid bedoelde verslag algemeen verkrijgbaar.

3. Onze Minister zendt het verslag, bedoeld in het eerste lid, in afschrift aan de beide kamers der Staten-Generaal.