Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/101

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

te hebben”, mede in naam van de aankomende generatie hartelijk uitgevloekt.

Niet hij heeft hen, leest men in dit latere stuk, uitgeworpen, maar zij zijn vrijwillig afgetreden en deze eigen beweging is het bewijs van een prijzenswaardige bescheidenheid. Immers hebben zij, die nooit meer waren dan de „helpers" van den „stichter”, zich verwijderd in het juiste besef dat hun werk thans is afgeloopen. De Nieuwe Gids, mede door hun toedoen tot „het eerste moderne tijdschrift van het land geworden" staat voor een nieuwe taak; en voor deze „ernstiger en gewichtiger diensten" komt deze generatie, ook volgens haar eigen verstandig inzicht—„wetend dat er niets meer te doen viel voor hun handen"—niet meer in aanmerking. „Acht jaar geleden" had hij, die toen „alleen stond in het nog te ontginnen letterkundige Nederland", „het geluk de heeren om hun hulp te durven vragen", een hulp waarvoor hij hun dankbaar is en levenslang dankbaar blijven zal. Nu begrepen zij echter dat het „hun plicht was jegens hen zelven en jegens het tijdschrift, zich in hun eigen minder openbaren werkkring terug te trekken"...

De redaktie van den Nieuwe Gids—leest men verder—ontbond zich vriendschappelijk en liet aan den oprichter en eersten ideeën-aangever, de plaats die zij wisten dat hem rechtens toekwam: het opperbestuur over den toestand, door hem altijd voorzien en voorzegd, en ge-
100