Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/124

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Onmiddellijk na afloop van onze tusschenkomst in de zaken van den Nieuwe Gids was, zooals men weet, Albert Verwey aan het werk gegaan om te voorzien in een leemte die zich spoedig zou moeten doen gevoelen. Op het zelfde moment dat W. Versluys de uitgave van den N.G. staakte, deed Scheltema en Holkema's Boekhandel het eerste nummer verschijnen van een tijdschrift waarin men niet anders dan de voortzetting van het verdwenen orgaan der Tachtigers kon zien[1]—ook omdat toen van een herleving nog geen spraak was geweest.

Voor de nieuwe onderneming waren reeds twee maanden geleden de plannen vastgesteld geworden.

Verwey—de redakteur die steeds met mij over deze zaken de korrespondentie voerde—schreef mij op 1 Juli:


Karel Thijm en ik zijn met Groesbeek (van Scheltema en Holkema) overeengekomen omtrent het oprichten van een nieuw tweemaandelijksch tijdschrift. Hij en ik zouden alleen de hoofdredaktie uitmaken. Veth zal de rubriek Schilderkunst verzorgen; Van der Horst zullen we vragen voor 't Tooneel, Tak voor 't Politiek Overzicht. Jou verzoeken we 't zelfde te willen doen wat je vroeger in de N.G. deed.
Door onze overeenkomst met Groesbeek zullen we den voornaamsten medewerkers een or-
  1. Een der oude aandeelhouders van den N.G. toonde zich er ietwat gevoelig over dat hem niet een gratis-abonnement verstrekt bleef.
123