Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/139

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze pagina is gevalideerd

geslagen, alleen dat er bij hem volstrekt geen verlangen bestond om onder de toenmalige omstandigheden een plaats te krijgen in de leiding van den Nieuwe Gids. Gorter voegde er bij dat het vooral Frederik van Eeden moet zijn geweest die voor zijn door hem zelf nimmer begeerde kandidatuur bij de andere redaktieleden heeft geijverd en een te sterke voorstelling gegeven van zijn bereidwilligheid; en wel, omdat Van Eeden van Gorter steun zou hebben gehoopt tegenover Kloos met wien hij, Van Eeden, reeds op niet al te goeden voet stond.

Over de waarde van deze laatste onderstellingen heeft de schrijver van deze herinneringen niet te oordeelen; hij voldoet slechts aan een billijken wensch van den man die niet meer voor zich zelf kan spreken, door een opmerking mee te deelen zoo als hij haar heeft ontvangen.

Een onjuisten indruk, verder, kon de bewoording maken van het geschrevene dat, in § VI, over de verhouding tusschen Van Eeden en Albert Verwey handelt: nl. alsof Verwey die toen, April 1894, pogingen aanwendde om den stervenden Nieuwe Gids te doen herleven, en daarvoor de hulp van Van Eeden, mede-eigenaar en mede-redakteur, niet kon missen, juist dat oogenblik zou hebben uitgekozen om, door het publiceeren van een scherpe kritiek op „Ellen" en „Johannes Viator", zich van hem te vervreemden. Zakelijk komt het gebeurde inderdaad hierop neer. Immers is het kwalijk denkbaar dat de op die wijze beoordeelde schrijver zich aanstonds met den vroegeren kameraad had willen

138