Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/37

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

zijn gezondheid hem noodzaakte zijn Amsterdamsch professoraat op te geven, in een gezamenlijk schrijven hem met deze woorden toespreken:

Hooggeachte, zeer gewaardeerde, zeer beminde Allard Pierson.
Tal van jongeren in Uw land achten zich aan U verplicht voor de opwekking tot denken en gevoelen van U in Uw veelzijdige werkzaamheid uitgegaan.
Wij allen zijn overtuigd dat Gij ons en onze tijdgenooten zeer groote diensten bewezen hebt; wij stellen er prijs op, nu Gij Uw openbare betrekking hebt moeten nederleggen, U van deze erkentelijkheid te doen blijken, en hopen dat Gij deze oorkonde, als bewijs van onze oprechte dankbaarheid, bewondering en genegenheid, zult willen aanvaarden.
Wij vergeten U niet.


De hier bedoelde oorzaak van zijn aftreden dwong tot een verhaaste aanbieding van het huldeblijk waarvan op 12 Februari een afschrift en op 11 Mei het origineel, werk van Lion Cachet, den lijdenden hoogleeraar werd toegezonden. En toen de uitvoerders van het plan in de volgende maand dit aan de andere deelnemers berichtten, moesten zij reeds spreken van Pierson, „nu wijlen”.[1]

  1. In het Tweemaandelijksch Tijdschrift, aflevering juli van dat jaar, is Pierson door Albert Verwey herdacht geworden. Op den omslag van dit nummer komt zijn naam nog voor onder de medewerkers.

36