Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/40

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Waarschijnlijk—schreef Kloos bovendien—ben je wel niet naar Huet geweest: ik vind de gedragingen van dezen onzen oom zeer verklaarbaar. Hij, sinds jaren, troonende in de verte over de Nederlandsche litteratuur, als een koninklijke rechter wiens uitspraken wetten zijn, waartegen men in stilte morren kan of het er niet mee eens zijn, maar die toch langzamerhand door een jonger geslacht als legitieme vonnissen schenen erkend te zullen worden,—hij ziet daar plotseling een vijftal jongelui waarvan twee hem scherper en één (dat ben jij) principieeler dan iemand anders aangevallen hebben, een tijdschrift oprichten dat op zeer besliste wijze de allures van het tijdschrift der toekomst aanneemt. Hij had gehoord dat die onderneming tot stand zou komen, eerst eenigszins ongeloovig wellicht, maar in alle gevallen meer gestemd om tegen dan voor ons te zijn. En daar ziet hij eindelijk inderdaad de eerste aflevering voor zich, en bemerkt dat daar over een gedachtenkring gesproken wordt en op een manier die volstrekt niet met zijn tradities samenvalt, zoomin als onze literaire producten overeenstemmen met hetgeen hij voor goed en fraai meent te moeten houden. Wat wonder dat hij, een man in zijn laatste levensjaren, met groot misnoegen ziet dat een jongere generatie die de literatuur der toekomst naar haar hand tracht te zetten, hem volstrekt niet voor onfeilbaar houdt en hem alleen in zooverre duldt als zijn streven met het

39