Pagina:Frank van der Goes Herinneringen Nieuwe Gids (1931).pdf/57

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

op eenigerlei manier te hinderen en bij iedere schikking althans het stoffelijk belang van Kloos te willen behartigen, maar ik toch den ondergang van het orgaan niet werkeloos kon aanzien, deed ik een beroep op Verwey[1] als een der stichters en eigenaren om mijn poging te steunen. Ik legde hem ten slotte de vraag voor of hij geneigd zou zijn aktief op te treden bij de vorming van een nieuwe redaktie, of ten minste het voorbeeld van Van Eeden te volgen zoodat ik namens een meerderheid van rechthebbenden zou kunnen handelen.

Het antwoord van Albert Verwey, gedateerd 2 November, Noordwijk aan Zee, laat ik hier onverkort volgen:


Je vraagt me in je brief iets waar ik zelf ook al dikwijls over heb nagedacht. Je begrijpt wel dat ik niets liever wenschen zou dan dat de N.G. weer een bruikbaar tijdschrift werd. Maar ook nu, nu ik de laatste paar dagen weer alles in mijn hoofd er voor onderste boven heb gehaald, kan ik tot geen andere conclusie komen dan dat het afzetten van Kloos daar niet de goeie weg toe is.
Ten eerste: zonder Versluys is het onmogelijk. Ten tweede: met Versluys zal het zoo vol verdriet en moeilijkheden wezen dat het ons spijten zou het te hebben aangehaald. Ten derde: Kloos en N.G. hooren samen—hij was altijd het hoofd er van—de schrijver van de „leading articles”—de aesthetische toets. Een formeel
  1. Albert Verwey had reeds in 1888 de redaktie verlaten.
  2. 56