Naar inhoud springen

Pagina:Groninger Courant vol 111 no 053.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

op verschillende plaatsen, voor het volk openbare godsdienstige toespraken te houden.
„De volksprediking — zegt iemand — heeft ten doel door eene geconcentreerde voordragt, in weinige dagen een afgewerkt beeld der waarheid te leveren, hetwelk veel sterker spreekt dan op zich zelve staande predikatiën, gelijk de geconcentreerde vlam van vele lichtstralen, eene oneindig grootere helderheid verspreidt dan verspreide vlammen, al zijn zij in veel grooter getal.”
— Volgens een gerucht, in welonderrigte kringen te Weenen verspreid, zoude het waarschijnlijk zijn, dat de voormalige minister van binnenl. zaken, baron v. Pillersdorf, voor een krijgsgeregt zoude teregtstaan.
— Te Hamburg is aan den uit Amerika tot verbreiding der leer van de electro-biologie overgekomen dr. Dow verboden, openbare voorlezingen met proeven over deze wetenschap te houden.
— Uit Konstantinopel meldt men van den 12den, dat de Archipel op dit oogenblik van zeeroovers wemelt. Faillissementen zijn thans te Konstantinopel aan de orde van den dag. Dat van het huis Cormona had vele andere ten gevolge; de Rumeliotische huizen Cohen en Semo vielen met een tekort van 3½ miilioen piasters; tot gelijk bedrag failleerde de Perzische koopman Emir Fettula; van minder belang is het faillissement van het Grieksche huis Trodovidí.

GROOT-BRITTANJE.

LONDEN, 26 Junij.

Behalve de voor eenige weken van hier naar de Noordpool-zee vertrokken schepen, onder bevel van kapitein Belcher, zal in de eerste dagen van Julij nog een ander vaartuig de reis derwaarts aannemen, om de schepen van sir J. Franklin op te zoeken, te weten, de schroefstoom-schooner Isabel, kapt. Inglefield. Dit vaartuig wordt daartoe uitgerust op kosten der echtgenoot van sir Franklin, ondersteund door het Kon. geografisch genootschap.
— Naar men van Haïti verneemt, schijnt het zich te bevestigen, dat de keizer Soulouque aanzoek heeft gedaan om de hand van Lola Montes voor zijnen zoon Bobo. Er moeten grootsche toebereidselen worden gemaakt voor hare ontvangst aan het hof van Zijne Zwarte Majesteit.
— De aanvoer van goud uit Australië blijft onafgebroken voortduren. Op nieuw zijn in deze hoofdstad van daar 3 schepen aangekomen, welke gezamenlijk voor eene waarde van 106,000 p. st. aan stofgoud aangebragt hebben.

FRANKRIJK.

PARIJS, 27 Junij.

De Wetgevende Vergadering haalt den verloren tijd in. Zoo heeft zij, in de zitting van gisteren, alvorens de discussiën over het budget te hervatten, drie ontwerpen van wet aangenomen, waartoe onder het vorig bestuur gewis eenige zittingen zouden zijn vereischt.
Daarna heeft de Vergadering de beraadslagingen over het budget voortgezet, bij welke gelegenheid de heer Montalembert nogmaals is teruggekomen op de dekreten van den 22sten Januarij. Hij betreurde het dat deze gewelddadigheid tot uitvoering zou komen en wenschte zich geluk met de verklaring der regering, dat het bewind niets in de begrooting van 1853 had doen opnemen, dat voortsproot uit de verkooping der goederen van Orleans, welke familie van hare bezittingen beroofd was door hoogst betreurenswaardige besluiten; hij maakte deze opmerking alleen in het belang der regtvaardigheid, van den eigendom en van eene door het ongeluk getroffene familie, welk lot geheel onverdiend, door niets te regtvaardigen en op geenerlei wijze voorzien was. Deze verklaring, welke met warmte en kracht werd uitgesproken, maakte natuurlijk een’ grooten indruk.
In de zitting van heden (dit is sedert 38 jaren de eerste maal, dat eene zitting op Zondag is gehouden) heeft het Wetg. Ligchaam niet minder dan een 22tal wetsontwerpen aangenomen, waaronder die van de ijzeren spoorwegen naar Cherbourg en van Lyon naar de Middellandsehe Zee.
— De Moniteur bevat eene officiële kennisgeving, dat de dagbladen de redevoeringen niet mogen overnemen, waaromtrent de Vergadering beslist heeft, dat zij in haar geheel zullen gedrukt worden.
— De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de departements-prefecten eene aanschrijving gezonden, strekkende om elke vertraging in de afdoening der dienstzaken voor te komen: elk prelect, die op eene aan het ministerie door hem onderworpene zaak binnen eene maand geen antwoord ontvangen heeft, moet hiervan aan den minister zelven kennis geven, zullende dan de oorzaak der vertraging door den minister onderzocht en door tusschenkomst des prefects aan de belanghebbenden medegedeeld worden.
Bij eene andere aanschrijving zijn de prefecten gelast de afwatering van bouw- en weidelanden door middel van onderaardsche buizen, zoo veel mogelijk aan te moedigen en te bevorderen.



(Zie het vervolg der Nieuwstijdingen enz., in het Bijvoegsel.)




 

(Ingezonden.)

Iets over bescherming en vrijheid van handel.

Naar Michel Chevalier, Hoogleeraar te Parijs.

IV.

Reeds sedert lang is het beschermend stelsel met regt veroordeeld; reeds bijna eene eeuw geleden, hebben Adam Smith en Turgot de zwakheid en het onhoudbare van zijne grondslagen bewezen. En toch verwaardigden zich de meeste mannen uit de politieke cirkels, die er roem op dragen, geene theorie te hebben, dat is, die er roem op dragen hunne denkbeelden en daden niet aaneen te binden en die de reden niet weten van hetgeen zij doen, naauwelijks te antwoorden aan hen, welke hun bewijsgronden tegen het beschermend stelsel aanboden: »Laat ons in vrede regeren,” zeiden zij, »gij zijt slechts theoretici; de regering gaat u niet, maar ons wel aan; wij zijn praktische mannen.” Men hield dus op een praktisch mensch te zijn, men was slechts een hersenschimmige geest, zoodra men den moed had vrijheid van handel aan te raden. De protectionisten of voorstanders van bescherming gaven zich uit voor de bevorderaars van de beschaving, voor de weldoeners van het volk, en zij werden daarvoor ook gehouden.
Zoo stonden de zaken, toen voor een twaalftal jaren een onverwachts schouwspel zich bij eene groote natie, onze naburen, vertoonde. Tot dusverre was de regering in Engeland het beginsel van bescherming als een ascioma toegedaan, hoewel uit datzelfde beschermende stelsel eene buitengewone duurte van alle levensmiddelen, inzonderheid van het brood ontstond. Plotseling staken eenige, toen nog onbekende mannen met eene vaste hand de vlag der handelsvrijheid op, door zich onder den naam »ligue” tegen de graanwetten te organiseren (anti corn-law league). Hunne onderneming scheen wanhopend. — Zij waren zonder naam, zonder invloed en zij tastten de sterkste magten des lands aan, de aristocratie der grondeigenaren, de bezitters van plantaadjes in de suikerkoloniën, de scheepsvaart en scheepsnijverheid, die zoo levendige belangstelling overal heeft, de eigenaren der kopermijnen en de meeste fabrikanten, die op dat tijdstip in Engeland — even als nu nog bij ons — geheel verkeerde denkbeelden hadden over de uitwerkselen der bescherming.
Maar men is zeer sterk, als men vrijheid en regt vóór zich heeft, als men voor de regten van de groote menigte opkomt en zeldzame talenten ten dienste van zoo goed eene zaak ter beschikking stellen kan. De heer Cobden en de goede mannen, die met hem aan het hoofd der ligue stonden, ontwikkelden eene verwonderlijke welsprekendheid, eene verbazende werkzaamheid en eene onbegrensde toewijding aan hunne zaak, en in korten tijd werden zij eene groote magt. Hunne redevoeringen bragten der ligue ontelbare proselijten toe in alle rangen der maatschappij en eindelijk, in het begin van 1846, trad de doorluchtigste van Engeland’s staatsmannen, destijds eene minister, een praktisch mensch, sir Robert Peel, die reeds sedert eenige jaren, in elke zitting voorstellen gedaan had, om belangrijke en zeer vrijzinnige wijzigingen in het tarief van in- en uitgaande regten daar te stellen, trad, zeg ik, deze openlijk en officiëel tot die roemvolle ligue toe. In eene plegtige redevoering verklaarde hij, dat hij lang aan het beschermend stelsel geloofd had, maar nu verlicht door menige overdenking en door de ondervinding, erkende, dat de ligue gelijk had, dat hij van dezen dag af de bestrijder zoude zijn van dat stelsel, omdat het strijdig was met vrijheid en regt en onvereenigbaar met het belang der groote menigte, en onmiddellijk stelde hij, in diezelfde redevoering, de afschaffing der regten op de granen voor. Men weet het overige. In weerwil van den spijt en den wrevel van de meeste vroegere staatkundige bondgenooten van sir Robert Peel, in weerwil van de hardnekkige tegenstreving der invloedrijkste klassen, werden de wetten, die den vrijen invoer der granen verbinderden, afgeschaft. De opvolgers van sir Robert Peel hebben zijn werk voortgezet. Het beschermend stelsel is vervolgens in alle opzigten door de Engelsche regering en het Parlement verworpen. Zelfs de navigatieacte van Cromwell, door de meest ingewortelde vooroordeelen ondersteund en zelfs nog door Adam Smith gehuldigd, is in dien algemeenen val van het beschermend stelsel medegesleept geworden. Tegenwoordig deelen de vreemde schepen, op dezelfde voorwaarden als de Engelsche vlag, in den handel van Engeland met de geheele wereld en zelfs met dien der Britsche koloniën. Het »protectionisme” is dood in geheel Engeland. De vrijheid van handel is er nu op hare beurt een axioma geworden. Engeland heeft nog inkomende regten, het trekt er jaarlijks zelfs nog meer dan 500 millioen van; maar dat zijn, op weinige uitzonderingen na, geene besehermende regten meer, het zijn meer belastingen, want de voorwerpen, die zij drukken, zoo als dranken en koloniale eetwaren, hebben binnenlands geene gelijksoortigen. De geest van sir Robert kan zich in hoogere, zalige gewesten verheugen over de getuigenissen van eerbiedige dankbaarheid, waarmede zijn naam elken dag door zijne landgenooten genoemd wordt. Wat zeggen nu van dit alles diezelfde praktische menschen, die staande hielden, dat Engeland, hoewel het beschermend stelsel bij anderen afkeurende, er nimmer voor zich zelf afstand van zou doen en die, den avond vóór de Februarij-omwenteling, onze regering durfden interpelleren, om haar te beletten, zelfs langzaam en met schroom over te gaan tot het verleenen van eenige meerdere vrijheid van handel? Is die reusachtige ommekeer van zaken in Engeland eene begoocheling van theoretici? Zijn die voordeelen, die de vrijheid van handel aan de Engelsche natie verschaft heeft, hersenschimmen?
Waarschijnlijk zoude men onze Februarij-omwenteling voorkomen zijn door hervormingen in denzelfden geest, die natuurlijk de ontwikkeling van den arbeid en de goedkoopte der levensmiddelen ten gevolge gehad hadden. Het is een in Engeland algemeen gekoesterd gevoelen, dat zonder de hervormingen van sir Robert Peel, deze omwenteling, de omverwerping der Engelsche maatschappij tot weerstuit zoude gehad hebben.



Letternieuws.

Biographisch Woordenboek der Nederlanden, door A. J. van der Aa, 5 Aflev. Haarlem, J. J. van Brederode.

Het schrijven van een biographisch woordenboek der Nederlanden, een werk bevattende de levensbeschrijving van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt, is voorzeker geene gemakkelijke taak. Dezen veelomvattenden arbeid heeft op zich genomen de werkzame bekwame A. J. van der Aa, door vele nuttige werken reeds gunstig bekend, doch die zich meer in het bijzonder hiertoe berekend heeft getoond door zijn Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, van welk met zorg vervaardigd werk thans een meer tot dagelijksch gebruik geschikt beknopt woordenboek door denzelfden schrijver wordt uitgegeven, van welke de twee in het licht verschenen afleveringen allezins deszelfs bruikbaarheid aantoonen. De inhoud der boven aangekondigde vijf afleveringen van het biographisch woordenboek beantwoordt volkomen aan hetgeen men zich er van had voorgesteld en bij prospectus aan de inteekenaren was toegezegd.
Het is volledig, naauwkeurig en beknopt bewerkt. Men vindt van ieder in dit woordenboek behandeld persoon in het kort vermeld het leven, de daden of handelingen, waardoor hij zich heeft onderscheiden, zijn karakter, eene beoordeeling van zijne daden en eene opstelling zijner geschriften. Aan het einde van ieder artikel deelt de schrijver de bronnen mede, welke hij beeft geraadpleegd, uit welke opgave men ziet, dat de schrijver de beste bronnen kent en ze weet te gebruiken. Wij wenschen den ijverigen schrijver lust en kracht toe om zijn zoo wel begonnen werk op dezelfde wijze te volvoeren, terwijl een ruim debiet den uitgever moge in staat stellen, deze aan vele kosten verbondene onderneming te kunnen ten uitvoer brengen.

F.


ZEETIJDINGEN.

Binnengekomen te Amsterdam den 28 Junij, kapit. Prins Roelfina, van Londen; van Aken Henderika Dorenthea, van Newcastle; den 29sten Dirks Sjouke en Scholtens Mettina, beide van Bremen. — Te Texel den 26 Junij, Mulder Alida, van Riga, den 27sten Vlas Hendrika, van Grimsby. — Te Helvoet den 26 Junij, Pronk Mercator, van Batavia. — In het Vlie den 26 Junij, Plukker Hendrik, van Christiansand. — Bij Deal den 24 Junij, Bieze Elsiena, van Rotterdam naar Valparaiso. — Te Greenock den 25 Junij, Karsies Hillechiena Wilkens, van Caen. — Te North Shields den 22 Junij, de Jong Catharina Cornelia, van Ferrol; den 24sten Boer Verwachting, van Leith; Brugma Nina Burhoven, van Londen. — Te Middlesbro’ den 24 Junij, Mulder Vrouw Jantina, van Hamburg. — Te Hamburg den 25 Junij, Mulder Margaretha, van Amsterdam; den 26sten Waterborg Henderkina, van Hartlepool; den 28sten Visser Tietje, van Dordrecht. — Te Hull den 22 Junij, Dommering Gebkelina Lucretia, van Seville. — Te Arendahl den 14 Junij, Meijer Foskelina, van Holland. — Te Warnemunde den 25 Julij, Valomstra Vrouw Alida, van Harlingen. — Te Dantzig den 22 Junij, Drewes Twee Gezusters, van der Wouden Gezina Gezina en den 23sten Vos Jantina, alle 3 van Amsterdam. — Te Pillau den 24 Junij, Bekkering Christina, van Dordrecht; Schut Jacob Synes, van Rouan; den 25sen Giezen Jufvr. Alida en Post Afina, beide van Dordrecht; Hangelbroek Margaretha, van Londen. — Te Memel den 20 Junij, Onnes Johanna Geertruida, van Hamburg. — Te Narwa den 17 Junij, Stuitje Christina Johanna, van Bergen; den 20sten Bontekoe Jacobine, van Liverpool. — Te Croonstad den 18 Junij, van Wijk Catharina Elisabeth, van Hull; Zeven Elsiena Jantina, van Lubeck; Tunteler Geertruida, van Hamburg; den 19den Lindeboom Geertruida, van Bergen; Bekkering Ulrieke, van Amsterdam; Visser Johanna Petronella, van Newcaatle. — Te Bolderaa den 19 Junij, Potjewijd Albertina, van Rotterdam; Kolk Jonge Boll, van Bordeaux. — Te Archangel den 5 Julij, Hubert Elisabeth en den 7den Mooi Hylke Tromp, beide van Amsterdam; Nagel Louise, van Tromsoe. — Te Bergen den 21 Junij, Gust Antonia Francina, van Amsterdam; Boomgaard Margretha, van St. Ubes. — Te Holtenau den 22 Junij, de Boer Jantina Petronella, van Windau naar Schiedam; den 24sten Hazekamp Vriendschap, van Dantzig naar Bremen.
Binnengekomen te Texel den 29 Junij, kapit. Postma Dankbaarheid, van Bantam. — In het Vlie den 27 Junij, Steffens de Jonge Andries, van Groningen. — Te Londen den 26 Junij, de Ruiter Vriendschap en den 28sten van der Wijck Annechiena, beide van Groningen. — Bij Deal den 27 Junij, van Weijland Ida Willemina, van Dordrecht naar Batavia. — Bij Dungeness den 25 Junij, Meijer Snelheid, van Amsterdam naar Newport; Plukker Antje, van Newijork naar Stockholm. — Te Cowes den 26 Junij, Hazewinkel Grietje Mollema, van Amsterdam. — Te Hull den 26 Junij, Giezen Nijverdal, van Zwolle.
Vertrokken van Amsterdam den 28 Junij, kapit. Coerkamp Gebroeders Coerkamp, naar Antwerpen; Oldenburger Astrae, naar Londen; den 28sten Kwint Johanna Gezina, naar Archangel. — van Texel den 26 Junij, Kempema Jonge Sippe, naar Londen. — Uit het Vlie den 26 Junij, Dekker Epimachus, naar Dantzig; de Groot Arendina, naar Christiansand; Bakker de Jonge Tijs, naar Elbing. — Van Brielle den 26 Junij, Mulder Harmonie, naar Archangel. — Van Liverpool den 24 Junij, Postema Gesina en Lovius Waakzaamheid, beide naar Nerva. — Van Antwerpen den 28 Junij, Puister Imke Giezen, naar Bremen. — Van Hamburg den 24 Junij, van der Meulen Nooit Gedacht, naar Straalsund. — Van Bremerhaven den 25 Junij, Emmelkamp Vrouw Geertruida, naar Groningen. — Van Cuxhaven den 28 Junij, de Jonge Jezelina, naar Petersburg; Albers Gesina Helena, naar Dantzig; Duif Jonge Duif, naar Bergen. — Van Wismar den 23 Junij, Woudstra Vriendschap, naar Amsterdam. — Van Swinemunde den 24 Junij, de Boer Willem Carel en de Boer Zeelust, beide naar Harlingen. — Van Dantzig den 24 Junij, Rosenbeek Roelina, naar Holland; Zwieting Petrus Horrëus, Brouwer Ons Genoegen en Prins Hylke Prins, alle 3 naar Londen. — Van Pillau den 24 Junij, Brouwer Elisabeth, naar Memel. — Van Memel den 22 Junij, Helmers Stad en Landen, naar Harlingen. — Van Narwa den 13 Junij, Vos Anna Luitzia, naar Holland; den 14den Mooi Winschoterzijl, Jonker Thia, den 15den Wijkmeijer Margretha, Wijkmeijer Gezina en Ruibing Elsina Catharina, alle 5 naar Amsterdam. — Van Bolderaa den 19 Junij, Hagedoorn Carolina Catharina, de Jonge Petrus Jacobus, Vos Maria Cornelia en den 20sten Kwint Hendrika Gesina, alle 4 naar Elseneur. — Van Archangel den 11 Junij, Pronk Gezina Pronk, naar Amsterdam; den 13den Scholtens Sjoumenta, naar Groningen; den 16den Oldenburger Sara Maria, naar Schiedam.
Van Amsterdam den 29 Junij, kapit. de Winter Catharina, naar Londen; Duit Fennegina, naar Elbing. — Uit het Vlie den 27 Junij, Olthoff Catharina, naar Elbing; Oldenburger Gerritje Koumans, naar Denemarken.


Zoutkamp, 30 Junij. Binnengekomen den 28 Junij, kapit. Hangelbroek Eendragt, van Noorwegen; den 29sten de Vries Hoop op Welvaart, van Engeland.
De schepen Frouke, kapit. Forma, Eva Henderika, kapt. [van] Dijk, Tecla Johanna, kapit. Dieters, zijn door tegenwind teruggekomen en bij Oostmahorn geankerd.
Delfzijl, 30 Junij. Binnengekomen den 25 Junij, kapit. F[orma] Vrouw Antje, van Leer; Oetzes de Hoop, vnn Emden; Sch[onleesbaar] Maria en Kordes Helena, beide van Halte; Wolkammer Albe[rdina] en den 26sten Pot de Hoop, beide van Noorwegen; den 2[onleesbaar] Emmelkamp Annechiena, van Bremen; van Es Ober Eems, [van] Meppen; de Cock Hillechiena, van Noorwegen.
Vertrokken den 24 Junij, kapit. Pot Kenske en den 25sten, [kapt.] Groot Gezina, beide naar Laurwich; den 26sten Bakker Joh[anna] Elizabeth, naar Arehangel; den 30sten Siewers Jantina, naar [Hull?]



LIJST DER NEDERLANDSCHE SCHEPEN,
welke de Sond gepasseerd zijn.

24 Junij. de Groot, Geertruida, v. Dantzig n. Londen, m. hout.
de Jonge, Hendrik, v. Riga n. Amst., m. hennep.
Jongebloed, Johanna, v. Cette n. Croonstadt.
Koren, Catharina Maria, v. Riga n. Bergen, m. hennep.
de Vrede, Prudentia, v. Memel n. Aberdeen, m. beend[eren.]
Kampen, Catharina, v. Papenburg n. Riga, m. ballast.
Fokkes, Gebr. Fokkes, v. Amst. n. Petersb., m. stukg[oed?]
Everts, Gezina Catharina, v. Rotterd. n. Petersb., m. sonleesbaar]
Bernardus, Agatha Hendrika. v. Riga n. Groningen, m. bonleesbaar]
Winter, Margaretha, v. Dordrecht n. Dantzig, m. stee[nen?]
Keppel, Hendrika Alida, v. Newc. n. Koningsb., m. st[onleesbaar]
25 — Timmer, Elisabeth, v. Honfleur n. de Oostzee, m. ball[ast.]
Schut, Hoop, v. Dordrecht n. Dantzig, m. ijzer.
Kleininga, Maria Lorentia, v. Newc. n. Petersb., m. b[onleesbaar]
Mulder, Gezina, v. Riga n. Amst., m. hennep.
Wijkmeijer, Margaretha, v. Narwa n. Amst., m. balk[en.]
v. d. Wal, Geerdina, v. Rouan n. Koningsb., m. steen[en.]
Douwes, Sieka, v. Newcastle n. Memel, m. steenkolen.
de Groot, Margr. Gesina, v. Schied. n. de Oostz., m. [onleesbaar]
Brouwer, Antiena, v. Rotterdam n. de Oostzee, m. ba[lken?]
Oostra, Annechina Jantina, v. Amst. n. Petersb., m. s[onleesbaar]
Faber, Johanna Mulder, v. Elbing n. Rotterd., m. raap[olie.]
Glim, Hendrika Margaretha, v. Rott. n. Petersb., m. [onleesbaar]
Bieze, Vriendschap, v. Amst. n. Petersb., m. suiker.
Visser, Trijntje, v. Hartlepool n. Stettin, m. steenkolen.
Dik, Jantina Annechina, v. Newcastle n. Riga, m. stee[nkolen?]
Lange, Gesiena, v. Harburg n. Dantzig, m. steenen.
Edema, Margaretha Gezina, v. Newc. n. Dantz., m. st[eenen?]
Bossinga, Ceres, v. Amst. n. Petersb., m. suiker.
Meek, Schiedam, v. Middlesbro n. Stettin, m. steenkolen.
Top, Klasina Margretha, v. Newc. n. Stettin, m. stuk[goed.]
26 — Eilts, Udonia, v. Antwerpen n. Stettin, m. rogge.
Hazewinkel, Jonge Hendrik, v. Newc. n. Stettin, m. [onleesbaar]
Kuiper, Cath. Johanna, v. Antwerpen n. Stettin, m. r[onleesbaar]
Rozema, Annechiena Joh., v Hartlep. n. Petersb., m. st[onleesbaar]
Mooi, Winschoterzijl, v. Narwa n. Holland, m. hout.

De Wind den 24 Junij, Z.O., Z.Z.W., N.; den 25sten N[onleesbaar], N.N.W.; den 26sten N.N.W., N.; den 27sten Z.Z.O.



SCHEEPSVRACHTEN.

Riga, 20 Junij. In de vorige week zijn o.a. de volgende [be]vrachtingen gesloten: naar Amsterdam voor ƒ 18 per last [onleesbaar], dito voor hennep, ƒ 17 voor vlas, alles met ƒ 1 kapl. per [onleesbaar] naar Edam tegen 22½ c. voor den oud Amsterd. voet vuren bal[en] naar de Maas ƒ 19 en ƒ 1 per last rogge en hennep.


Dantzig, 25 Junij. De bevrachtingen in hout blijven laag [ge]noteerd, naar Harlingen ƒ 13.




217de STAATsLOTERIJ.

Trekking der Vijfde Klasse.

1ste Lijst: No. 19539 en 7313 ieder een prijs [van] ƒ 1000. — 2de Lijst: Geene. — 3de Lijst: No. 10324 [een] prijs van ƒ 1000.



BURGERLIJKE STAND.

Van af den 25sten Junij tot en met den 1sten Julij 1852 zij[n te] Groningen geboren 6 zoons en 10 dochters; gehuwd 2[onleesbaar] [pa]ren; overleden 3 ouden en 7 jongen.



PRIJZEN DER GRANEN, ZADEN ENZ.

GRONINGEN, 29 Junij.

TARWE.
Oude Bak 70 ƒ 7,00
N. Oml. 68 » » 6,25
» 70 » » 6,75
» 72 » » 7,25
» Old. 68 » » 6,00
» » 70 » » 6,50
» » 72 » » 7,00
N. ROGGE.
N. Inl. 64 ƒ 5.25
» » 66 » » 5,65
» » 68 » » 6,05
» » 70 » » 6,45
» » » »
N. BOEKWEIT.
Gr. Zd. 62 ƒ 4.45
» » 64 » » 4.75
» » 66 » » 5.05
Zw. Zand 64 ƒ 4,55
Veen 64 » » 4,45
» 66 » » 4,75
N. GERST.
Winter 56 ƒ 4,15
» 58 » » 4,45
» 60 » » 4,75
Zomer » »
» 58 » » 4,25
Knobbe 60 » » 4 40
» 62 » » 4,70
N. HAVER.
Dikke 38 ƒ 2,70
» 40 » » 2,85
» 42 » » 3,00
» 44 » » 3,15
» 46 » » 3,25
» 48 » » 3,40
Bl. Voer, 36 ƒ [onleesbaar]
Bl. Voer 38 » » [onleesbaar]
» 40 » » [onleesbaar]
Zw. Voer » » [onleesbaar]
» 38 » » [onleesbaar]
» 40 » » [onleesbaar]
» 42 » » [onleesbaar]
BOONEN.
Paardeb. ƒ 4,50, 75 ƒ [onleesbaar]
ZADEN, ENZ.
Gr. Gortp. m. ƒ 7,25, [onleesbaar]
Par. 100 N. ℔ ƒ 10 ƒ [onleesbaar]
Koolz. ƒ 9.75 a ƒ [onleesbaar]
Oostfr. ƒ 10,25
Raapol. p.v. ƒ 31,75
Prijs der Boter
¼ Ton ƒ 23,50 a ƒ [onleesbaar]
¼ Ton ƒ 22

Nieuwe Tarwe vond meer vraag en werd iets hooger verkocht [dan] Rogge en Boekweit aan consumtie als genoteerd verkocht, bij p[ijs?] lager aangeboden. – Gerst schaars geveild en ruim prijshoudend.
Haver tot genoteerde prijzen met weinig handel. – Boonen wel [onleesbaar] aangenaam. – Gort als voren. – Koolzaad niet driftiger.
ROTTERDAM, 28 Junij. Tarwe: N. Zeeuws., Vlaams. en Over[m.,] waarvan de aanvoer weder zeer matig was, vond in de puike [kwa]liteit tot 20 a 30 cents hooger genegen koopers; goede en puike ƒ 8,[onleesbaar] a ƒ 8,90; mindere ƒ 7,90 a ƒ 8,40; jarige onbegeerd; goede enm p[uike] ƒ 7,70 a ƒ 8,10; Poolsche vorige koers, bij gerijf; 156 ℔ Oude W[onleesbaar] ƒ 315; Roode in enkele gevallen ƒ 3 a ƒ 5 hooger betaald; 165, 167 [℔?] Hoogl. Kleefs. ƒ 302, ƒ 308; 161 ℔ Jar. dito ƒ 295; 165 ℔ [dito?] Bovenl. Ris ƒ 290, ƒ 292, ƒ 293; 166 ℔ dito ƒ 293; 163 ℔ [dito?] Kleefsche ƒ 283; 160 ℔ O. dito ƒ 280; 165 ℔ N. Bovenl. ƒ 287; [onleesbaar] ℔ Fransche ƒ 265; 165 ℔ Petersb. Cubanca ƒ 255. – Rogge Overm., Zeeuws. en Vlaams. als voren, ƒ 6,30 a ƒ 7,40; andere soorten genoten redelijke vraag tot verbeterde prijzen; 152 ℔ Am[onleesbaar] ƒ 203, ƒ 204; 154 ℔ Fransche ƒ 203; 150 ℔ dito ƒ l92, ƒ 1[onleesbaar] 145, 147 ℔ dito ƒ 172, ƒ 182, ƒ 185; 148 ℔ Pruiss. ƒ 185; [onleesbaar] ℔ O. Koningsb. ƒ 185; 150 ℔ puike Odessa ƒ 195; 145 ℔ A[onleesbaar] ƒ 180; in Entr.: 140 ℔ Oude Petersb. ƒ 153; 143 ℔ Pomm. ƒ [onleesbaar] Te Schiedam: 147 ℔ Windau ƒ 190; 141, 144 ℔ n. Arch. ƒ 1[onleesbaar] ƒ 176. – Gerst 10 cents hooger: Zeeuws., Vlaams. en Over[m.] Winter ƒ 5 a ƒ 5,20; dito Zomer ƒ 4,90 a ƒ 5,10; voorts [te] Schiedam: 138 ℔ Werder ƒ 185; 127 ℔ Libau ƒ 172. — Haver Zeeuws. en Inl. Korte ƒ 3,10 a ƒ 3,90; dito Lange ƒ 2,50 [a] ƒ 3,10. — Boekweit ƒ 5 hooger, op 140 ℔: N. Noordb[rab.?] ƒ 178, ƒ 180, ƒ 185; dito Grootbrab. ƒ 183, ƒ 185, ƒ 1[onleesbaar] dito Rijn ƒ 180, ƒ 185; dito Oostvriesche Veen ƒ 160; dito Fr[an]sche ƒ 160, ƒ 165; Oude dito ƒ 140, ƒ 150. — Erwten, Zee [onleesbaar] Groene ƒ 6,20 a ƒ 7,20; groote dito ƒ 7,50 a ƒ 8,25; Graan[en?] ƒ 8 a ƒ 12. — Boonen: Zeeuws. en Walch. Witte, ƒ 7,50 [a] ƒ 10,25; dito Bruine, ƒ 7 a ƒ 10,25; dito Paardenboonen, 10 ce[nts] hooger, ƒ 5,10 a ƒ 5,50. — Koolzaad: Zeeuwsch 50 a 51 p. [kg.?]
AMSTERDAM, 21 Junij. De marktprijzen van Boter wa[ren] heden als volgt: Vriesche ƒ 32 à ƒ 34, Kuijnder ƒ 31 à ƒ [onleesbaar] Kamper ƒ 31 à ƒ 33, Deventer ƒ 23 à ƒ 27, Zwolsche ƒ 26 à ƒ [onleesbaar]
AMSTERDAM, 30 April. Van Tarwe alleen verkocht; 130 [℔?] witte Silesische ƒ 290. — Rogge prijsh.: 125 ℔ Brab. ƒ 198 bij [onleesbaar]rijf; 120 ℔ Fransche ƒ 172; 123 ℔ Hannov. ƒ 180; 120 ℔ Pr[onleesbaar] ƒ 174. — Gerst aan benoodigden tot hooger prijzen verkocht: 112, 1[onleesbaar] 116 ℔ n. Deens, ƒ 162, ƒ 168, ƒ 170. — Vau Boekweit werd all[een] verkocht: 119 ℔ Holst. ƒ 185.
Koolzaad dadelijk onveranderd, op levering ½ p. vl. hooger; op 9 [onleesbaar] Junij 56 p. vl.; Sept. 57½ p. vl.; Oct. 58 p. vl. — Lijnzaad [onleesbaar] een doen; 114 ℔ Odessa ƒ 290. — Raapolie dadelijk, maar vooral [de?] levering van het najaar in den beginne willig, bleef later iets fl[aau]we; op 6/w. ƒ 34; vlieg. ƒ 33 a 25; Sept. ƒ 33,50 a ƒ 33—33, [onleesbaar] Oct. ƒ 34 a ƒ 33,50—33.75; Nov. ƒ 34,25 a ƒ 33 75—34; D[ec.] ƒ 34,50 a ƒ 34—34,25; Mei ƒ 35,75. — Lijnolie op 6/w. ƒ 31,[onleesbaar] vlieg. ƒ 30,75. — Hennepolie op 6/w. ƒ 39,50; vlieg. ƒ 38,50.
LONDEN, 26 Junij. Boter weinig gevraagd; Vriesche 68 [à] 70 sh.; Kamper 67 sh.; Holl. 64 à 66 sh.


LONDEN, 28 Junij. De aanvoer van inl. Tarwe was heden onbeduidend, weshalve de houders hoogere prijzen eischten, waar[bij] benoodigden niet bewilligden, en de handel bleef traag op de koersen van j.l. Maandag; in vreemde was geene verandering. Gerst onveranderd. Puike Haver goed prijsh., doch mindere soorten, waaruit het meerendeel van het aanwezige bestaat, waren moeijelijk te slijten, tenzij tot eenige verlaging. Boonen en Erwten moeten 1 sh. hooger worden genoteerd.



VEEMARKTEN.

GRONINGEN, 30 Junij. Op de markt van horenvee, heden alhier gehouden, hadden wij eenen ruimen aanvoer, hetwelk voor het grootste gedeelte in melkvee bestond; tegen goede prijzen, wel in dezen veel handel gedaan, en wel voornamelijk naar Vriesland. Van schapen en lammeren zag men wederom groote partijen ter markt