Naar inhoud springen

Pagina:Hamel, Verhaal van het vergaan van het jacht de Sperwer (Hoetink, 1920).pdf/220

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hangh ... tot teecken en bewijs dat alhier [Japan] oock all eenige gunste bij de Overicheijt heefft is dit genoech dat eenigen tijt heefft laten versoecken oorloff om seeckere Japanse vrouwe daer bij te voren gehouden en een sone, die bij hem in China is, gewonnen heeft, uijt Japan te voeren en tot hem te halen ten gevalle van sijnen soone, en tot hetselve een vrijgeleijde vercregen heefft, soo mij onse Tolcken voor vast ende seecker verclaren en dat met sijne joncken te vertrecken stade" (Dagr. Nagasaki 9 Maart 1645; Zie ook Gen. Miss. 17 Dec. 1645).

"Heden is de bijsit van den Mandorin Iquan daer boven van verhaelt hebben, van Nangasacquij vertrocken na Esinia [China?] sonder eenigh vrouwspersoon bij hun, die nochtans wel veroorlofft zoude geweest hebbe mede uijt te trecken doch onder conditie van noijt wederom in Japan te keeren, weshalven niemant begerich was" (Dagr. Nagasaki 11 Mei 1645).

"'s Morgens vernamen uijt de tolcken hoe dat op de gisteren g'arriveerde jonck een seer aensienlijck ambassadeur van Coxinja aan den Japansen Keijser gecommitteert was.... Desen gesant zoude nae de geruchten eenelijck often principalen herwaerts geschickt zijn om de Majesteijt te bedancken voor dat de moeder zijns meesters Coxinja (zijnde een slechte [d.i. eenvoudige] Japanse vrouw en in 't jaer 1645 van hier derwaerts [China] vertrocken) op zijn vaders versoeck gelicentieert was naer China te comen, Item wijders te versoecken dat zijn halve broeder (een zoon van voorschreve vrouwe doch bij een Japander geteelt) nu mede gelargeert en naar Aijmuij bij hem mocht comen etc; mede werd gesecht dat desen ambassadeur een man van grooten qualiteijt en de Chinesen hem in aensien bij desen Keijser vergelijckende zijn, daer mede alhier gereets seer gespot wert, nademael zijn meester van wien gesonden compt, een Japanse mistice, daer en boven noch van vielen en geringen afcompste in Firando gebooren en zijn vader Iquan hier naer een groot roover geworden was, gelijck hij Coxinja zelffs sigh oock een tijt lanck daarmede beholpen daardoor nu tot zoodanigen aansien geraeckt; alle 't welcke dees luijden genoechsaem bekent is, die immers geen grootsheijt van vreemdelingen 'k laet staen van zoodanige, willen of connen lijden" (Dagr. Nagasaki 25 Juli Ao 1658; vgl. Valentijn V, 2e st., 9e boek, 9e hoofdst, bl. 97).

Den 8en October 1658 vertrok de ambassadeur zonder dat Coxinga's geschenken waren aangenomen en "sonder oijt uijt zijn logiement veel min