Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/272

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

246

de planten niet licht en zijn ook makkelijk te voeren. Ze vreten slakken, wormen, kevers, maar willen ze zich trakteeren, dan maken ze jacht op kikkervischjes of heel jonge kikkertjes.

Waar die te krijgen zijn? Wel, als we daar straks langs een sloot komen, moet je maar eens naar dichte drommen van zwarte bolletjes met een staart zoeken, die als beweeglijke wolken in het water rijzen en dalen of zweven.

"O, bullekopjes of donderpadden! Noemen ze die hier kikkervischjes? Ja, die zijn overal, en in September zijn er ook al jonge kikkers genoeg; maar vindt u het zelf niet zonderling slangen in huis te halen en er kinderen mee te laten spelen?" Wel, dat is er naar; wie de ringslang, een volkomen onschadelijk, sierlijk beestje een poosje in huis neemt om zelf zijn levenswijze na te gaan en anderen er mee bekend te maken, zal er veel plezier en weinig last van hebben.

Maar of de kinderen nu ook niet naar een giftige slang zullen grijpen, als ze die buiten bij toeval aantreffen?

Och kom, wie zijn kinderen zulk speelgoed geeft, vertelt ze er natuurlijk alles bij, wat er bij hoort: de mooie legende van de slangenkoning, maar ook de levenswijze van kwade familieleden. Welnu, een kind, dat een ringslang in huis heeft gehad en het dier op-en-top kent, zal geen adder aanvatten; op tien pas afstand ziet hij immers al, dat het geen ringslang is, en.... voor adders is hij gewapend door kennis. Juist een kind, dat een slang in 't geheel niet, of alleen van een plaatje of uit een beschrijving kent, zal het grootste gevaar loopen.

Maar, 't is waar ook, ik zou vertellen, hoe ik van die ringslang ben afgekomen; ik had het haast heelemaal vergeten. Op een goeie dag, dat wij thuis aan het twaalf-uurtje zaten, hoorden we een gegil en geschreeuw van belang naast ons. We keken even door de vitrage en zagen daar onze buren,