Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/294

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

268

het zilveren pistooltje is hun eenig sieraad op het grauwe poorterskleed. Weg, lieden van lage geboorte, ga naar distels en hondsdraf; hier past ge niet, hier is koningsfestijn.

Weer vliegende schaduw, verschenen, verdwenen, weer terug; goed zoo, jaag ze weg, die brutale kornuiten; zie ze heenstuiven voor de machtige slagen van de aanstormende ridders: het veld is vrij. Daar naderen ze in volle vaart, ze storten zich plotseling neer, ze vallen de nachtvorstin te voet. Maar aanraken doen ze haar niet, op eerbiedige afstand blijven ze onbeweeglijk staan; wit, zwart en goudbrons is hun blazoen, macroglossa stellatarum.

Daar komt de stoomtram de hoek om; rollend, dreunend, sissend, met plotseling belgetingel; de stille rust is ruw verstoord; honden blaffen heinde en ver; een koe loeit luid en lang vlakbij in het lage weiland, kikkers vallen in met eindeloos prozaïsch gekwaak, een verschrikte vleermuis giert snerpend over onze hoofden.... weg is de betoovering.

De ridders schrikken niet op als wij: ze blijven; maar het zijn gewone nachtvlinders geworden; aangelokt door de nachtgeur en de nachtkleur van de platanthera, komen ze honig zuigen uit de lange draadvormige spoor, die achter de bloemen uitsteekt. Wat een lengte heeft die spoor! minstens een paar centimeter; zoo lang moet ook de tong van de vlinders zijn, die de honig willen zuigen.

Een vliegentong is veel te klein; ook een bij- of een hommeltong schiet te kort bij zoo'n diep verborgen lekkernij. Zij talen er zelfs niet naar.

De andere, roode orchideeën, die vroeger hier in 't mos bloeiden hebben hun kost genoeg geboden; de witte platanthera is een vlinderbloem, is uitsluitend op vlinderbezoek ingericht. En nog niet eens voor alle vlinders is de geurige bloem geschikt. De Sphinxen, of Onrusten zooals ze ook wel genoemd worden, zijn de geliefdkoosde bezoekers. Die