Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/296

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

270

snel, dat is de eenige beweging, die op te merken is.

Stempelzuil van de welriekende orchidee.
(Platanthera bifolia.)
Boven de ingang van de spoor: de hechtschijfjes, waar-
van draden gaan naar de stuifmeelklompjes, in de
groote, witte zakjes verborgen; de opening
van de zakjes is op zijde.

 

't Is een macroglossa, zijn witte borst wijst het uit; ook aan het uitgespreide staartje is hij te herkennen; daaraan heeft hij ook zijn bijnaam van karperstaart te danken; hij schijnt zich daarmee in evenwicht te houden bij het zweven voor de bloemen.

Zag je daar zijn tong tegen de witte bloem afsteken! Nu zweeft hij weer voor een andere bloem; daar gaat de tong weer! Zijn kop raakt even de bloem bij het insteken, dan