Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/116

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

106

hommels, die een andere houding hadden aangenomen. Pak voorzichtig met duim en vinger—of anders met een pincet—den voorvleugel bij zijn top beet, beweeg hem achterwaarts over den achtervleugel heen en strijk hem dan langzaam weer over diezelfde vlerk voorwaarts. Nu blijft de achtervleugel met zijn voorrand vasthaken aan de achterrand van den voorvleugel en meteen gaan beide horizontaal afstaan. Klaar is het!


Achtervleugel van een hommel met het gedeelte van
de voorvleugel, waaraan hij vastgehecht kan worden.

Hoe dat zoo komt kunt ge met het bloote oog wel zien, als ge een achtervleugel schuin tegen het licht houdt. Dan ziet ge aan zijn voorrand zoowat halfweg tusschen vleugelwortel en vleugeltop een twintigtal fijne haakjes zitten. Legt ge nu een voorvleugel er langs, dan bespeurt ge al dadelijk, dat die aan zijn achterrand een verdikte lijst heeft, waarin die haakjes juist ingrijpen. Door middel van een fijne insectenspeld kunt ge die lijst ook wel voelen.