Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/127

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

117

ontdekken we dan weer eenige nieuwe bijzonderheden, Bovenaan de metatarsus zien we een plat uitsteeksel, dat juist past tegen stijve ineengekromde haren aan de onderzijde van de scheen; ge begrijpt wel, dat dit alles het vasthouden van 't stuifmeel bevordert. De oppervlakte van de scheen zelf is zoo glad als een spiegel: dat is weer goed voor 't losgaan, zoo kun je het eene doen, zonder daarom nog het andere te laten.

Die scheenspiegel is natuurlijk met het bloote oog al uitstekend te zien, zelfs zonder dat ge de hommel vlak bij u in 't vangbuisje hebt. Met eenige oefening kunt ge zoodoende aan elke hommel, die op een bloem aan 't werk is,