Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/153

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

141

de hommels 's morgens gewekt worden, door één hunner, die 't vroegst van alle het nest verlaat, en daar een half uur lang luid bromt en musiceert, totdat de anderen te voorschijn komen.

Dit werd later voor een sprookje gehouden, maar in de laatste twintig jaar is het aan verscheidene geduldige en vlijtige waarnemers gelukt, dit feit ontwijfelbaar vast te stellen.

Het uitvoerigst bericht hieromtrent hebben we van Prof. Dr. Eduard Hoffer uit Graz.

Deze kreeg op 7 Juli 1881 van zijn broer Ferdinand een prachtig cadeau en wel een nest van Bombus ruderatus (komt in ons land niet voor), bestaande uit drie verdiepingen van cellen en bevolkt met ongeveer 150 koninginnen en werksters; vijftig waren bij 't uithalen van 't nest verloren gegaan, mannetjes hadden er zich nog niet in ontwikkeld.

Menigeen zou met zoo'n cadeau leelijk in de war zitten, onze wakkere professor echter niet. Die liet gauw een soort van kastje maken waar 't nest in kon, voorzag dat van glazen wanden en een vlieggat en zette het voor een open raam, dat op het Zuid-Oosten uitzag. En de dieren zetten hun gewoon hommelleventje voort, repareerden de schade die 't nest door 't vervoeren had geleden en vlogen weldra in en uit, alsof ze thuis waren. Wat dan ook eigenlijk het geval was.

Daags daarna stond de professor om half vier al op wacht. Je moet vroeg opstaan, om de natuur op haar geheimen te betrappen! Maar zijn matineusheid werd naar behooren beloond. Hij hoorde geluid in 't nest, maar kon niets zien, doordat hij 's avonds te voren een deksel op 't glas gelegd had, om de dieren, die gewoon geweest waren, onder de aarde te huizen, niet door te veel licht opeens onrustig en afkeerig van hun nieuwe standplaats te maken.