Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/172

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

160

berichtje van en zend dat in aan ons tijdschrift De Levende Natuur. Dan kunnen andere vogelvrienden met u genieten.

Na Maart kunt ge uw voederplank gerust opruimen, dan zijn de kleine vogeltjes van leefwijze veranderd en naar hun broedplaatsen teruggekeerd.

Het nest van den putter is niet gemakkelijk te vinden; er moet bepaald jacht op gemaakt worden, want 't toeval helpt hierbij maar zelden. Het is namelijk verborgen in de hoogste takken der boomen—ooftboomen veelal—in het dichtste gedeelte van de kroon, waar eene verdikking ter grootte van een vuist niet opgemerkt kan worden. Om het te vinden moeten we eerst de bewoners zelve zoeken, hen nagaan en bespieden, totdat hun herhaald komen en gaan met bouwstoffen of voedsel ons zekerheid geeft omtrent de plaats, waar het nest verborgen is.

Aan de Laarder straatweg, niet ver van Larenberg stond of staat nog een verlaten, zeskant tuinhuisje in een verwaarloosden bloemtuin en boomgaard; een waar paradijs voor kleine zangvogels. Dikwijls ben ik er door de doornhaag gekropen, die er om heen groeit, om daar uren lang de grasmusschen, roodstaartjes, vinken en ander klein goed te begluren. Daar was lang mijn planten- en vogeltuin, en ik ben den onbekenden eigenaar nog dankbaar voor menig genotvol oogenblik, in zijn tuintje gesleten. Daar heb ik ook mijn eerste en eenige distelvinkennest gevonden—op een derden Pinksterdag. Met Hemelvaart had ik er de putters al gezien, doch andere dingen namen mij toen in beslag—er was voor liefhebberijen geen tijd.

Dien derden Pinkstermorgen nu had ik geheel voor de puttertjes bestemd en al vrij vroeg was ik in mijn lustoord, waar, zooals gewoonlijk, niemand mij stoorde. Nu is het niet gemakkelijk, ín de volle bladerpracht van den voorzomer een vogeltje te ontdekken; gij moet als het ware door de