Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/177

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

165

en dat daar de vier rossig grauwe, bruingestippelde eitjes uitgebroed zijn.

Het beste is altijd, een nest ongemoeid te laten en van tijd tot tijd nog eens te komen zien, hoe de familie vaart. De oude vogels laten zich door zulke bezoeken niet storen en blijven voor de kleintjes zorgen. Zelfs wanneer het nest met de jongen weggenomen wordt en in een kooi buiten gehangen, komen de ouders de grauwe kindertjes, die alleen in 't pikzwart van staart en vleugels de bewijzen van hun putterschap dragen, verzorgen en verplegen, Zijn ze eenmaal volwassen, dan blijven de ouden weg en de jongen kunnen jaren achtereen in gevangenschap gehouden worden. Ze bekommeren zich volstrekt niet over het gemis der vrijheid, die ze toch nooit gekend hebben en zijn even lustig en vroolijk in hun lied en bewegingen als hunne natuurgenooten in veld en woud.

Het is bekend, dat ze tot het verrichten van allerlei apekunstjes gedresseerd kunnen worden, maar daar zijn de beestjes toch eigenlijk te goed voor. Hun natuurlijke ongedwongen bewegingen zijn zoo vol gratie en afwisseling en uit zich zelven bootsen ze reeds zoo getrouw het gezang van allerlei vogels na, dat het waarlijk overbodig is, ze door honger lijden en andere kwellingen af te richten tot automaatjes, die hun voer aan een touwtje omhoog trekken.

De putters zijn voornamelijk zaadeters; vooral het pluisdragend zaad der samengestelde bloemen is hun lievelingsspijs, doch ook maanzaad, koolzaad, raapzaad eten zij met graagte. In het voorjaar maken ze ijverig jacht op insecten en bewegen zich dan in de takken even behendig als de acrobaten van beroep: de meezen en de goudhaantjes. Nu eens hangen ze ruggelings naar omlaag, dan weer wiegelen ze aan het eind der dunste twijgjes, of reiken zittend naar een tak boven zich, terwijl ze zich in hunne volle lengte uitrekken.