Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/178

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

166

Ieder gaatje en spleetje in de boomschors wordt onderzocht, de oksels der bladeren doorsnuffeld, de bladeren zelve als het ware afgeweid, om er de bladluizen en bladkevertjes te bemachtigen.

Vooral dit laatste werkje, het aflezen der bladeren, geeft aanleiding tot de koddigste houdingen, tot de verrassendste toeren, die een gymnast de handen zouden doen jeuken. Men vergeet geheel, dat het dier met zijn pooten werkt, het lijken allemaal hand- en armbewegingen. Van tijd tot tijd wordt het werk gestaakt en de bontgetooide acrobaat zet zich op het uiterste topje van den boom en zingt zijn eenvoudig eigen liedje, of wel, hij verdrijft met veel misbaar en weinig gevaar den een of andere vreemden indringer uit zijn jachtgebied.

Eigenlijk twistziek of vechtlustig is de distelvink in het geheel niet en daardoor juist geschikt om met even levenslustige en vredelievende kameraden: sijsjes, goudhaantjes, vinken, keepen, roodborstjes in een wintervolière gehouden te worden. Met vijf stevige latten en een paar vierkante Meter ijzergaas kan tegen de noordschutting van uw tuin gemakkelijk een kooi gebouwd worden, zoo groot dat ze een of twee van onze gewone tuinheesters bevatten kan, b. v. 2½ M. hoog, 1½ M. diep en 3 M. lang. Aan de achterzijde moeten stukken boomschors en kurk en zitstokjes zoo aangebracht worden, dat de bewoners in koude nachten een tochtvrij hoekje kunnen vinden om te slapen, terwijl een paar moscovische matten gereed moeten staan, om bij buitengewone snijdende Oostenwinden een extra beschutting te verschaffen. Het is goed, den grond met een laagje zand te bedekken en dit soms te vernieuwen. Voor voedsel: de kruimkens van uw tafel en wat zaden: gerst, maanzaad, hennepzaad. Wilt gij de sijsjes eens buitengewoon trakteeren, pluk dan ergens een elzetak met