Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/24

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

20

En nog in een ander geval, verzuimt Atalanta, net als alle Vanessa's en nog andere dagvlinders, de voorzorg te nemen, om in rust de vleugels dicht te klappen.

Van 't voorjaar wandelde ik met een paar kennissen in de Paaschvacantie van Laag-Soeren naar Ellecom; het was heerlijk lenteweer en tal van pas uit hun winterslaap ontwaakte vlinders dwarrelen om ons heen. Op een breeden, zonnigen boschweg daalden ze stuk voor stuk langzaam neer en zetten zich met wijd uitgespreide vleugels op 't zand. Ze waren in 't geheel niet schuw en lieten ons naderen tot onze voet ze kon aanraken, ja wij hurkten meer dan eens naast zoo'n zittende vlinder neer, die ons kalmpjes liet begaan.

Wij hadden dan ook geen kwaad in 't zin, wij waren alleen maar weetlustig, we wilden eens zien, gewaar te worden wat zoo'n vlinder toch eigenlijk op den grond uitvoerde.

Een enkele zagen wij, die zijn tong uitstak om 't warme vocht uit het zand op te zuigen, maar dat was er maar één. De andere: dagpauwoogen, Atalanta's, groote-vossen en rouwmantels, deden blijkbaar niet anders dan zich koesteren in de lentezon, op het vochtige, lauwe zand. Maar onze weetgierigheid werd toch bevredigd. We deden een waarneming, die de moeite wel waard was. Alle vlinders, die wij zoo op ons gemak gade sloegen, plaatsten zich na een paar keer verschuiven en verdraaien precies in de richting van de zon, zoodat indien 't juist twaalf uur was geweest, en dat was 't zoo ongeveer, het lichaam ook juist in de lijn van noord naar zuid was komen te liggen.

De toppen van de vleugels, zoo merkten wij op, raakten de aarde, doordien de vlinders hun vleugels iets of wat naar onder lieten zakken; zooals men dat wel ziet bij oude exemplaren van slecht opgezette kapellen.