Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

23

en padden en hagedissen en al wat er op vlinders belust is.

Onbeweeglijk rusten ze tegen stammen en bladeren, aan den regen biedt hun lichaam haast geen oppervlak; en die onbeweeglijkheid is hun tevens een veilig middel tegen al het kruipend gedierte, dat, gelukkig voor de vlinders, heel slechte oogen heeft, en alleen door beweging en heldere kleuren kan bewogen worden tot toehappen.

En tegen de scherpziende vogels beschermt de kleur der achtervleugel; Hoe nuttig die schutkleur, zooals 't heet, voor de dagvlinders is, kunt ge wel begrijpen, als ge bedenkt, dat deze dieren een groot deel van hun leven in rust moet doorbrengen. Alleen als de zon schijnt en dan nog wel voornamelijk op de middaguren, komt er beweging in 't stille wezentje; en hoeveel dagen gaan er niet voorbij zonder dat de zomerzon zich over hen ontfermt.

Maar de koude maanden dan! Wat brengen die al gevaren meer voor de overwinterende vlinders, die weerloos tegen de luwzijde van een boomstam of een schutting verstijfd zitten vastgeklemd. Zonder die mimicry, zonder die wonderlijke inrichting van de schutkleur zoudt ge in 't voorjaar geen enkele Atalanta zien vliegen, daar zouden de meezen en boomkruipers wel voor zorgen.

Toch is die onderzijde van de achtervleugels niet zoo onooglijk en grauw als ge, op een afstand gezien, zoudt meenen. Van nabij bekeken is de vlinder daar niet minder mooi geteekend, dan aan de bovenzijde, er glinsteren zelfs kleine pauwoogen op.

't Is niet bijzonder moeilijk zoo'n vlinder na te bootsen; kunstvlinders maken vereischt vrij wat minder handigheid en hulpmiddelen dan kunstbloemen vervaardigen.

Van vlierpit snijdt ge met een zeer scherp mesje het lichaam; en maakt er gleufjes in voor de vleugels; die knipt ge van stevig wit papier en gomt ze straks in het