Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/67

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

67

kijken; ik zal hem nu niet licht meer verwarren met een grasmusch.

Eindelijk negeerde mij het vogeltje volkomen en ging jacht maken op vliegen en muggen, die den berberissestruik omzwierden en op blad en bloem neerstreken.

Vijf minuten, langer niet was hij bezig, toen kwam een wijfjes-nachtegaal ook vliegen jagen, en tuinfluiter zweefde kwinkeleerend weg. Vlak boven mij in den beuk begon man-nachtegaal nu zijn strophenschat ten beste te geven.

Open bloem; rechts één meeldraad nog in rust, een andere opgesprongen tegen een vliegje.

Open bloem; rechts één meeldraad nog in rust, een andere opgesprongen tegen een vliegje.

Ik meen er zeker van te zijn, dat het wijfje telkens naar hem opzag bij haar werk, althans hem in 't oog hield. Toen zij den bek vol had, zoodat rechts en links een rist van pooten en vleugels als franje neerhingen, vloog heer nachtegaal, prachtig slaande, heen, en wijfje volgde laag langs den grond vlug naar de jongen in 't nest.

Nu bleef ik weer rustig doorteekenen tot ik vlak bij mij nog eens weer de merkwaardige bestuivingsmekaniek van de berberis in volle werking zag. Een kleine zweefvlieg kwam een halfgeopende bloem binnen en stak den kop tusschen meeldraad en stamper, om uit de tien donker-oranjekleurige honingpotten te snoepen. Met rukjes trok zij telkens den kop terug; ik naderde zoo behoedzaam mogelijk; met mijn vergrootglas heb ik drie keer gezien, hoe het vliegje telkens bekneld raakte tusschen meeldraad en stamper, doordat de meeldraad opsprong en naar 't midden oversloeg. De vlieg