Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/100

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Lacedaemoniërs gestorven is, dan moet nog buiten de Spartanen, uit gansch Lacedaemon een bepaald aantal van de inwoners[1] bij de rouwplechtigheid komen. Wanneer dezen dan en de heloten en de Spartanen zelf in vele duizenden op dezelfde plaats bijeengekomen zijn, te samen met hun vrouwen, slaan zij zich ijverig het voorhoofd en heffen een groot geklaag aan, bewerende, dat de laatstgekomene der koningen telkens, dat die de beste was. Een koning, die in den oorlog is gestorven, voor dien vervaardigen zij een beeld en dragen het weg op een schoon gespreid rustbed. Hebben zij hem begraven, dan is er tien dagen lang geen markt, noch komt de kiesvergadering bijeen, doch zij rouwen die dagen.

59. In dit andere komen zij met de Perzen overeen. Wanneer na den dood des konings een ander koning is geworden, dan ontheft deze nieuwe koning een ieder van de Spartanen, die aan den koning of aan den staat iets schuldig was, van zijn schuld. Bij de Perzen nu schenkt de nieuwe koning aan alle steden de nog verschuldigde schatting.

60. En ook in het volgende komen de Lacedaemoniërs met de Egyptenaars overeen. De herauten bij hen en de fluitspelers en de koks nemen het vaderlijke bedrijf over en een fluitspeler komt van een fluitspeler en een kok van een kok en een heraut van een heraut, en niet worden om hun heldere stem anderen als heraut aangesteld en verdringen genen, doch op de wijze van hun vaders oefenen zij hun beroep uit.

61. Dit dan is zoo. Toen dan werd Cleomenes, terwijl hij in Aegina was en voor het wel van gansch Hellas

  1. Bewoners van Laconië, die door de Spartanen onderworpen, persoonlijke vrijheid en grondbezit hadden, doch geen burgerrechten.