Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/109

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en toen de wachter eerst weigerde het te geven, dreigde gene hem, wat hij hem later doen zou, totdat de bewaker uit vrees voor de bedreigingen, want het was een der heloten, hem een mes gaf. Cleomenes nu nam het ijzer en begon van uit de scheenen zich te verminken; want hij sneed in de lengte zijn vleesch open van de scheenen voortgaande naar de dijen, en van de dijen naar de lendenen en het weeke, tot dat hij aan den buik gekomen was, en toen hij ook dezen in reepen sneed, stierf hij op zulk een wijze, naar de meeste Hellenen zeggen, wijl hij de Pythia overreed had dat oordeel over Demaratus' afkomst te zeggen; naar de Atheners alleen beweren, omdat hij in Eleusis gevallen, het heiligdom der godinnen verwoest had, en naar de Argiven, wijl hij uit hun tempel van Argos de uit den strijd gevluchten der Argiven had laten halen en neerhouwen en het heilige woud-zelf veracht en verbrand had.

76. Want aan Cleomenes, toen hij in Delphi het orakel gevraagd had, was geantwoord: hij zou Argos nemen. Toen hij nu met de Spartanen bij de rivier de Erasinus was gekomen, die naar het zeggen uit het Stymphalische meer stroomt, — want dat meer valt in een onzichtbaren afgrond en komt bij Argos weder te voorschijn, en verderop dan wordt dat water door de Argiven Erasinus genoemd —, toen Cleomenes dan bij die rivier was gekomen, slachtte hij er offers voor. En daar de offers hem geenszins gunstig waren om over te trekken, zeide hij de Erasinus te bewonderen, dat zij haar burgers niet verliet, doch ook zóó zouden de Argiven niet ongedeerd blijven. Daarna trok hij terug en voerde het leger naar Thyrea en bracht een rund als offer aan de zee en voerde hen met schepen naar het Tirynthische land en Nauplia.