den kunnen verdedigen, daarop waren zij bedacht, nadat de meening om de stad niet te verlaten gewonnen had. Toen nu een hevige aanval op de muren geschiedde, vielen er gedurende zes dagen van weerszijden velen; op den zevenden dag verrieden Euphorbus, zoon van Alcimachus en Philagrus, zoon van Cyneas, mannen van aanzien in de stad, haar aan de Perzen. En dezen, in de stad gedrongen, zoowel plunderden en verbrandden zij de tempels, uit wraak voor de tempels in Sardes verbrand, als maakten zij de menschen tot slaven volgens de bevelen van Darius.
102. Na de onderwerping van Eretria bleven zij eenige dagen daar en voeren naar het Attische land, met veel haast aandringend en meenend, dat de Atheners hetzelfde zouden doen wat ook de Eretriërs gedaan hadden. En Marathon was nu de meest geschikte plaats van Attica voor de ruiterij en het dichtst bij Eretria en daarheen voerde Hippias, de zoon van Pisistratus, de Perzen.
103. Toen de Atheners dat vernamen, trokken zij ook zelf naar Marathon. Tien veldheeren voerden hen aan, van welke de tiende Miltiades was, wiens vader Cimon, zoon van Stesagoras, het overkomen was voor Pisistratus. Hippocrates' zoon, uit Athene te vluchten. En in zijn verbanning gebeurde het hem te Olympia met een vierspan te overwinnen, en die overwinning behalend dezelfde eer te verwerven als zijn moederszoon Miltiades. Daarna, op het volgende Olympische feest overwon hij met dezelfde paarden en gunde Pisistratus zich als overwinnaar te laten uitroepen, en toen hij die overwinning aan genen gegund had, keerde hij in vrede naar zijn land terug. En als hij met dezelfde paarden een andere overwinning te Olympia behaalde, overkwam het hem om te komen door de zonen van Pisistratus, daar Pisistratus