Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/130

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

alle Helenen, die wij weten, gebruikten zij den stormpas tegen de vijanden, en zij het eerst hielden den aanblik van de Medische kleedij uit en van mannen daarin gekleed, en vroeger was voor de Hellenen zelfs de naam der Meden een schrik om te hooren.

113. En hun strijd in Marathon duurde lang. En in het midden van de slagorde overwonnen de barbaren, waar de Perzen zelf en de Sacen[1] geschaard waren. Daar dan overwonnen de barbaren en braken door en joegen het land in, doch aan beide vleugels overwonnen de Atheners en de Plataeërs, en daar overwinnend, lieten zij de vluchtende barbaren loopen, doch hun beide vleugels vereenigden zij en bestreden hen, die het midden hadden verbroken, en de Atheners overwonnen. En zij vervolgden en hieuwen de vluchtende Perzen neer, tot zij bij de zee gekomen om vuur riepen en de schepen aangrepen.

114. En zoowel kwam in dat gewoel daar de polemarch Callimachus om, die een dapper man was geweest, en stierf van de veldheeren ook Stesilaüs, de zoon van Thrasylaüs, als viel ook Cynegirus[2], de zoon van Euphorion, toen hij daar den achtersteven van een schip aangreep, en hem de hand met een bijl werd afgehouwen, en andere Atheners vielen, velen en van naam.

115. Zeven schepen nu veroverden de Atheners op zulk een wijze, doch met de overigen stieten de barbaren van land, en zij namen uit het eiland de daar achtergelaten slaven van Eretria op en voeren Sunium om, verlangend om vóór de Atheners bij de stad te komen. Er was verdenking bij de Atheners, dat zij door een

  1. Zie III. 93.
  2. Broeder van den dichter Aeschylus; zie II. 156.