Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/135

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

rok aan en liet een wijden boezem aan den rok vrij, dan deed hij de wijdste jachtlaarzen aan, die hij vond, en ging in de schatkamer, waarin zij hem brachten. En op een hoop goudstof gestooten, stopte hij eerst naast zijn scheenen zooveel goud als de laarzen konden bevatten, daarna vulde hij den geheelen boezem vol goud en strooide goudstof op zijn hoofdharen, en nam ander in zijn mond, en ging uit de schatkamer met moeite zijn laarzen meesleepend, en op alles anders meer gelijkend dan op een mensch, want zijn mond was volgepropt en alles opgezet. En Cresus, die hem zag, viel in den lach, en hij gaf hem dat alles en beschonk hem nog met andere schatten, niet geringer dan die. Zoo dan werd dat huis zeer rijk, en deze Alcmaeon hield zóó een vierspan en overwon te Olympia.

126. Daarna, het tweede geslacht later, verhief Clisthenes, de alleenheerscher van Sicyon het huis, zoodat het nog veel vermaarder werd onder de Hellenen dan het vroeger was. Want Clisthenes, zoon van Aristonumus, dien van Myron, dien van Andreas, had een dochter, genaamd Agariste. Die wilde hij, als hij den voortreflijksten van alle Hellenen gevonden had, aan dien tot vrouw geven. Bij de Olympische feesten nu, toen Clisthenes met een vierspan overwonnen had, liet hij door een heraut omroepen, dat wie der Hellenen zich waardig achtte Clisthenes' schoonzoon te worden, die moest op den zestigsten dag of ook vroeger in Sicyon komen, terwijl Clisthenes het huwelijk binnen een jaar, te beginnen bij den zestigsten dag, vaststellen zou. Toen kwamen zoovelen der Hellenen opgeblazen waren op zich zelf en op hun vaderland, als vrijers aan, en Clisthenes had juist daarvoor een renbaan en een worstelperk laten aanleggen.

127. Uit Italië nu kwam Smindyrides. Hippocrates'