Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/170

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

opzwelt. Daar ge nu goeds deedt en meer goeds aanboodt, zult ge u niet beroemen den koning in weldaden overtroffen te hebben, en nu ge tot het onbeschaamde komt, zult ge niet de verdiende straf krijgen: want u en uw andere vier zoons beschermt de gastvriendschap, doch in hem, aan wien ge het meest hangt, met zijn dood zult ge gestraft worden." En toen hij dit geantwoord had, beval hij terstond aan hen, wien dit te verrichten was opgedragen, den oudsten van Pythius' zonen te vinden en midden door te houwen, en dan de beide helften neer te leggen, de eene aan de rechterzij van den weg, de ander aan de linkerzijde, en het leger moest daar tusschen door trekken.

40. Toen zij dit gedaan hadden, trok het leger er tusschen door. Vooraan gingen de vrachtdragende knechten en de lastdieren, na dezen een leger uit alle volken dooreen zonder afscheiding, en waar meer dan de helft voorbij was, daar kwam een tusschenruimte, en niet waren genen in verbinding met den koning. Voorop nu gingen duizend ruiters, uit alle Perzen uitgekozen, daarna duizend lansdragers, ook dezen uitgekozenen der Perzen, en zij hielden de lanspunten naar den bodem; daarna tien heilige paarden. Nesaeïsche geheeten, op het schoonst versierd. Nesaeïsche paarden worden zij daarom genoemd: er is een groote vlakte in Medië, die Nesaeum heet; deze vlakte dan levert die groote paarden. Achter deze tien paarden was de heilige wagen van Zeus geplaatst, door acht witte paarden getrokken, en daarachter volgde te voet een teugelhouder, die de leidsels vasthield: want geen der menschen bestijgt dien zetel. Daarachter Xerxes zelf op een wagen met Nesaeïsche paarden, en naast hem stond een teugelhouder, met name Patiramphes, zoon van Otanes, een Pers.