Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/184

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

74. De Lydiërs hadden wapenen bijna evenals de Helleensche. De Lydiërs werden oudtijds Maeoniërs genoemd, doch kregen hun naam naar Lydus, zoon van Atys, hun naam veranderend. De Mysiërs hadden op het hoofd inlandsche helmen, hun schilden waren klein en zij gebruikten lansen aan den punt hard gebrand. Dezen zijn afstammelingen van de Lydiërs en worden naar den berg Olympus Olympiëners genoemd. Over de Lydiërs en Mysiërs was bevelhebber Artaphrenes, de zoon van Artaphrenes, die met Datis te Marathon inviel.

75. De Thraciërs trokken te velde, op het hoofd vossenhuiden dragend, om het lijf rokken en zij hadden daarover bonte gordelmantels geworpen, om de voeten ende scheenen schoeisel van hertevel; bovendien werpspeeren en lichte schilden en kleine dolken. Dezen werden, toen zij naar Azië overgetrokken waren. Bithyniërs genoemd; vroeger heetten zij, naar zij zelf zeggen. Strymoniërs, daar zij bij de Strymon woonden; zij beweren uit hun woonplaatsen door de Teucriërs en de Mysiërs verdreven te zijn. Aanvoerder van de Thraciërs in Azië was Bassaces, de zoon van Artabanus.

76.....[1] hadden kleine schilden van ossenhuid, en ieder droeg twee speeren voor de wolvenjacht, en op het hoofd metalen helmen; op de helmen waren metalen ossenooren en hoornen en er waren ook pluimen op; de scheenen hadden zij met purperen banden omwikkeld. Bij deze mannen is een orakel van Ares.

77. De Maeonische Cabeleërs, Lasoniërs geheeten, hadden de zelfde uitrusting als de Ciliciërs, die ik, als ik in mijn beschrijving bij de afdeeling der Ciliciërs ben gekomen, dan aangeven zal. De Milyers hadden

  1. Hier zijn een of meer woorden uitgevallen, die den naam van een volk bevatten.