Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/196

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

cus Mascames aan, den zoon van Megadostes, onthief den door Darius aangstelden van zijn ambt, en voerde zijn leger door Thracië heen tegen Hellas.

106. Hij liet Mascames daar achter, die zulk een man was, dat Xerxes hem alleen geschenken placht te zenden, daar hij de beste was van alle stadhouders door hem zelf of door Darius aangesteld, en hij zond ze ieder jaar; en evenzoo deed ook Artoxerxes, de zoon van Xerxes, aan de nakomelingen van Mascames. Er waren toch reeds vóór dezen tocht overal in Thracië en aan den Hellespont stadhouders aangesteld. Doch deze allen, zoowel in Thracië als aan den Hellespont, behalve die in Doriscus, werden na dien veldtocht door de Hellenen verdreven, doch Mascames in Doriscus konden zij nooit verdrijven, hoe velen het ook beproefden. Daarom worden hem geschenken gezonden door wie telkens koning van de Perzen is.

107. Van de door de Hellenen verdrevenen hield koning Xerxes niemand voor een dapper man, behalve Boges alleen, den stadhouder van Eïon, en dien prees hij zonder ophouden, en zijn in Perzië overgebleven zoons eerde hij ten zeerste, wijl Boges ook grooten lofwaard werd; daar hij toch, toen hij door de Atheners en Cimon. Miltiades' zoon, belegerd werd, en hij onder verdrag kon wegtrekken en naar Azië terugkeeren, niet wilde, opdat hij den koning niet uit lafheid nog te leven schijnen zou, doch hij hield vol tot het uiterste. Toen er niets aan voedsel meer in de stad was, hoopte hij een grooten brandstapel op en slachtte zijn kinderen en zijn vrouw en zijn bijwijven en zijn slaven en wierp hen daarna in het vuur; vervolgens gooide hij al het goud en het zilver der stad, van den muur in de Strymon, en daarna wierp hij zich zelf in het vuur. Zoo dan wordt deze terecht nog tot nu toe door de Perzen geprezen.