Naar inhoud springen

Pagina:Herodotus, Muzen II (vert. v. Deventer 1893).pdf/222

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

rinaeërs naar Syracusae en maakte hen burgers en haalde de stad van Camarina omver, als ook deed hij met meer dan de helft der burgers van Gela hetzelfde als met de Camarinaeërs. En de Megareërs op Sicilië, toen zij zich na een beleg onder verdrag overgaven, van dezen bracht hij de rijken, die den oorlog tegen hem begonnen hadden en meenden daardoor te zullen omkomen, deze bracht hij naar Syracusae en maakte hen burgers, doch het volk der Megareërs, dat niet schuld was aan dien oorlog en verwachtte geen leed te zullen lijden, ook dat bracht hij naar Syracusae en verkocht het voor wegzending uit Sicilië. En evenzoo deed hij met de Euboeërs op Sicilië, met dezelfde splitsing. Hij deed dat met beiden in de meening dat het volk een zeer onaangename stadgenoot is.

157. Op zulk een wijze was Gelon een groot alleenheerscher geworden. En toen, als de gezanten der Hellenen naar Syracusae kwamen en een onderhoud met hem hadden, zeiden zij het volgende : „Ons zonden de Lacedaemoniërs en hun bondgenooten, dat wij u tot aansluiting tegen de barbaren opwekken zullen. Want zeker vernaamt gij, dat hij aanrukt tegen Hellas : dat een man uit Perzië, na overbrugging van den Hellespont en de gansche macht van den dageraad uit Azië medevoerende, tegen Hellas zal optrekken, in voorgeven tegen Athene trekkend, doch van zins gansch Hellas in zijn macht te brengen. Gij nu zijt tot groote macht gekomen en u, den heerscher over Sicilië, is niet het geringste deel van Hellas in handen : help dan hen, die Hellas bevrijden willen, en wees medebevrijder. Want als gansch Hellas één is, is onze macht groot, en sterk zijn wij in den strijd tegen de aanrukkenden. Doch zoo sommigen onder ons verraad plegen, anderen niet helpen willen, dan is het gezonde deel van Hellas gering,