nu bezitten. Daar namelijk de Thessaliërs trachtten hen te onderwerpen, hadden de Phoceërs die voorzorg genomen en lieten toen het warme water naar de pas loopen, om de plaats vol diepten te maken, alles uitdenkende, dat de Thessaliërs niet in hun land zouden vallen. Die oude muur nu was lang geleden gebouwd en het grootste deel er van reeds door den tijd vervallen; doch de Hellenen besloten hem weder te herstellen en daar de barbaren van Hellas af te weren. Er ligt een dorp vlak aan den weg. Alpenoe van naam; daaruit rekenden de Hellenen levensmiddelen te krijgen.
177. Deze plaatsen nu kwamen den Hellenen geschikt voor. Want nadat zij alles overlegd hadden en overwogen, dat de barbaren noch van hun aantal zouden kunnen gebruik maken, noch van hun ruiterij, besloten zij daar den tegen Hellas aanrukkenden af te wachten. Toen zij vernamen dat de Pers in Piërië was, braken zij op uit den Isthmus en trokken, sommigen van hen te voet naar Thermopylae, anderen over zee naar Artemisium.
178. De Hellenen dan trokken in twee afdeelingen snel ter verdediging, doch de Delphiërs vroegen in dien zelfden tijd den god om een orakel, zoowel voor zich zelf als voor Hellas vreezend, en hun werd geantwoord tot de winden te bidden, daar deze machtige bondgenooten voor Hellas zouden zijn. De Delphiërs ontvingen de spreuk, en meldden eerst aan de Hellenen, die vrij wilden zijn, wat hun geantwoord was, en onsterflijken dank verwierven zij door hun bericht aan hen, die toch de barbaren schriklijk vreesden. Daarna richtten de Delphiërs een altaar voor de winden op in Thyia, waar ook het heiligdom is van Thyia, de dochter van den Cephisus, naar welke ook die plaats haar naam heeft, en brachten hun offers.
179. De Delphiërs dan vereeren om dat orakel ook