veel minder te zijn. Van de rivieren in Thessalië nu schoot alleen de Onochonus te kort aan drinkwater voor het leger, doch van de rivieren in Achaea stroomend was ook die het grootste van hen is, de Epidanus, ook deze niet ruim voldoende, doch maar even.
197. Toen Xerxes te Alus in Achaea gekomen was, verhaalden de wegwijzers, die hem alles verklaren wilden, hem een inlandsch verhaal over het heiligdom van den Laphystischen Zeus, dat Athamas, de zoon van Aeolus, in overleg met Ino, den dood van Phrixus beraamd had, en dan hoe de Achaeërs, gehoorzamend aan een orakel, aan zijn nakomelingen de volgende straffen opleggen: die de oudste van het geslacht is, dien bevelen zij het volkshuis niet te betreden en zij houden wacht daarbij; de Achaeërs nu noemen het raadhuis volkshuis. Komt hij er in, dan kan hij er niet uitgaan vóór hij geofferd zal worden. En daarbij verhaalden zij nog, hoe velen van die geofferd zouden worden uit vrees naar een ander land vluchtten, doch als zij na verloop van tijd terugkeerden en gegrepen werden, naar het raadhuis werden gebracht. En zij verhaalden hoe die oudste geheel met heilige banden bedekt geofferd werd en als met een feestelijken optocht weggeleid. Dit overkomt den afstammelingen van Cytissorus, zoon van Phrixus, omdat, toen de Achaeërs volgens een orakel Athamas, den zoon van Aeolus, als zoenoffer voor het land gegrepen hadden en hem zouden offeren, deze Cytissorus uit het Colchische Aea gekomen, hem redde, doch met die daad wierp hij den toorn des gods op zijn eigen nakomelingschap. Xerxes dit alles hoorend, toen hij bij het heilige woud was gekomen, betrad zelf het niet en verbood het ook aan zijn gansche leger, en het huis der nakomelingen van Athamas ontzag hij evenzeer als het heiligdom.